Een verbroken huwelijksbelofte met tragische afloop
door Lei Haesen

Het is niet bepaald bijzonder dat een relatie tussen een jongeman en jonge vrouw verbroken wordt, ook na een verkering van meerdere jaren en zelfs na een verloving en het maken van trouwplannen. Waarom dan toch een artikeltje over een zich bedrogen voelende minnaar?
Op het moment dat twee geliefden beloofden met elkaar te trouwen kon die belofte in de zeventiende en vooral achttiende eeuw grote gevolgen hebben, indien een van beiden het gegeven woord brak en de ander dit niet kon of wilde accepteren. De afgewezen partij kon in zo'n geval een schadeloosstelling eisen in de vorm van geld of onroerend goed, natuurlijk alleen als de tegenpartij ook over enig vermogen beschikte.
Eerder is in onze Kroniek aan de trouwbelofte kort aandacht besteed, waarbij het accent lag op het waarom en het belang van die belofte (Keerder Kroniek jaargang 4, 2000-2001, pag. 178 Bijzondere huwelijken (2) ).
In deze bijdrage staat een Keerder jongeman centraal die een proces aanspant tegen zijn ex-geliefde.

De twee hoofdpersonen
1. Jan Nicolaes Magermans, doorgaans Nicolaes genoemd, werd geboren in Keer en gedoopt in Cadier op 12 juli 1760. Hij was een zoon van Joannes Magermans en Anna Hermans. Zijn vader, een keuter (kleine boer), overleed in 1777. Nicolaes was toen 17 jaar oud. Zijn moeder hertrouwde vier jaar later met Cornelis Kempenaers.
In 1788 verbleef Nicolaes enige tijd in Brussel en in 1789 in Rotterdam, beide keren om zich te bekwamen "in de konste der aankweeking der uitheemsche aardgewassen ". Er zullen niet veel andere Keerdenaren in die tijd ondememender zijn geweest dan onze hoofdpersoon.
2. Maria Catharina Michiels uit Terblijt, in de stukken ook vaker Catharina Machiels genoemd, was een dochter van Joannes Michiels en Catharina Vaessen. Ook haar vader was inmiddels overleden. De familie Michiels had in Terblijt vele bezittingen en verrschillende leden bekleedden er belangrijke functies. Zo werd een broer van Catharina er burgemeester.

foto

Een van de hoogtepunten uit het leven van de meeste mensen, de trouwdag, was niet weggelegd voor Nicolaes Magermans.
Op de foto: Fred Schevers (1900-1974) en Lies LemmerLijn (190441991), gehuwd in 1930

Waar de Nicolaes en Catharina elkaar hebben leren kennen, is niet met zekerheid te achterhalen, mogelijk tijdens een kermis in Cadier. Een zus van Catharina Michiels (Maria Elisabeth) was namelijk getrouwd met een Keerdenaar: Henricus Spronck. Beiden woonden een aantal jaren in ons dorp. Hier werden ook hun eerste drie kinderen geboren, van wie de oudste later burgemeester van Berg en Terblijt zou worden. Daarna verhuisde het gezin Spronck-Michiels naar het geboortedorp van Maria Elisabeth.

Aanleiding voor het proces
Nicolaes Magermans was er heilig van overtuigd dat hij met Catharina Michiels "verbonden was geweest in den egten staat te treden", anders gezegd, dat Catharina beloofd had met hem te trouwen. Ondanks deze heilige verbintenis had 'zijn' meisje zich op 3 mei 1789 laten voorroepen in de St. Jacobskerk te Maastricht met Hubert Metzer(s), burger van Maastricht. Let wel, men trouwde in die tijd alleen voor de Kerk; van een Burgerlijke Stand was nog geen sprake. Dit gegeven duidt er op, dat van een relatie tussen onze Keerdenaar en Catharina minstens gedurende meerdere maanden geen sprake meer was, aannemende uiteraard dat Catharina geen dubbelleven leidde. Nog dezelfde dag (3 mei) maakte de jongeman bezwaar op het voltrekken van dit huwelijk via notaris Ruijters te Maastricht. Nicolaes en Catharina werden, zoals de procedure in die tijd was, opgeroepen te verschijnen voor het Officiaat van het Aartsdiaconaat Hasbanien (Haspengouw) te Maastricht. Tijdens het gesprek met de Eerwaarde Heer Officiaal gaf Catharina aan af te zien van een huwelijk met Nicolaes. Dat betekende wel dat Nicolaes recht zou hebben op een schadeloosstelling, mits er inderdaad sprake zou zijn geweest van een trouwbelofte. Daarvoor werden door Catharina en haar familie onroerend goed met een geschatte waarde van 1500 gulden als borg gesteld. Catharina kon nu met Hubert Metzer(s) trouwen en dat gebeurde op 5 juli 1789, ruim twee maanden na de eerste roep. Normaal werden de in totaal drie roepen op de drie zondagen voorafgaande aan het huwelijk vanaf de kansel afgekondigd, waarna het huwelijk in de week daaropvolgend voltrokken werd.
Maar ... Nicolaes verlangde boter bij de vis. De moeder van Catharina had het vruchtgebruik van de als borg gestelde landerijen, afkomstig uit de nalatenschap van haar overleden man. De afgewezen minnaar zag hierin een probleem. Kon hij door dit vruchtgebruik van de moeder op korte termijn wel over de onroerende goederen beschikken? Hier zou een burgerlijke rechtbank uitsluitsel over moeten geven.

foto
Fragment van de verklaring van Nicolaas Magermans

Het vervolg
Drie weken na aankomst in 1789 in Rotterdam werd Nicolaes ernstig ziek. Tien weken lang was hij aan bed gekluisterd, een periode waarin hij, volgens zijn werkgever, grote schulden moest maken (voor medische verzorging?). Helaas staat in de stukken niet door welke ziekte de jongeman getroffen was, maar een ziekbed van tien weken voor iemand in de kracht van zijn leven duidt op een meer dan 'normale' ziekte. Wij zijn daarin met name geïnteresseerd, omdat zijn geestelijke toestand zeer waarschijnlijk door deze ziekte of door de gemaakte schulden veranderd was. Wij komen hier nog op terug.
Kort nadat hij weer ter been was, klom hij in de pen en schreef in november 1789 een rekest (= verzoekschrift) aan de hoogschout en schepenen van het Brabants Hooggerecht te Maastricht om in aanmerking te komen voor een schadeloosstelling c.q. de door Catharina en haar familie gestelde borg.

Het proces
Het enkele honderden pagina's tellend procesdossier geeft een goed beeld van de beweegredenen van Nicolaes en natuurlijk van het verweer van Catharina, voor wie overigens, zoals in die tijd gebruikelijk, haar man Metzer(s) tijdens het proces in haar naam optreedt. Beide partijen worden verder bijgestaan door rechtsgeleerden.
Om als fatsoenlijke jongeman over te komen overlegde onze Keerdenaar allerlei bewijzen van goed gedrag. Zo schrijft zijn zielzorger in Rotterdam, dat Magermans "een zeer braaf, deugdzaam en Kristelijk man is, hebbende zoo in zijn ziekte als met de Paaschtijd voldaan in zijne pligten en godsdienst". Ook de burgemeester aldaar geeft in soortgelijke bewoordingen een verklaring af.

Welke argumenten voor zijn gelijk brengt Nicolaes verder naar voren? Op de eerste plaats natuurlijk dat het meisje met hem "verbonden was in den egten staat te treden" (huwelijksbelofte). Om die reden zou zij in februari 1788 uit Terblijt naar Maastricht gegaan zijn om als winkeljuffrouw bij meester Quirinus Daniël Smeets op de Munt te gaan wonen en "om van den oogen haarer bloedverwanten en gebuuren bevrijd te wesen en den vollen toom te hebben". Al na enkele dagen verliet zij 'clandestine' de woning van Smeets om onze Keerdenaar naar Brussel te vergezellen. Meester Smeets zou later verklaren dat hij nog een aantal dagen tevergeefs in de stad naar haar gezocht had.
In Brussel logeerden zij op verschillende adressen. Zo klopten zij ook aan bij het koopliedengezin De Kinder. Hier zou Catharina bijna veertien dagen verblijven. In een getuigenverklaring zegt het echtpaar De Kinder, dat Catharina had verteld, dat zij uit vrije wil naar Brussel gekomen was met de bedoeling om met Jan Nicolaes te trouwen.
Pater G. Corthouts, minderbroeder van het Convent te Brussel, wordt benaderd en uitgenodigd in Huize De Kinder. Ook tegenover hem uitte Catharina de wens dat "zij geenen anderen wilde tot haaren man als gen. (=genoemde) Nicolaas Magermans". De pater spreekt in zijn verklaring van vrijer en vrijster. Catharina vraagt hem te bewerkstelligen om via de pastoor van Berg van haar moeder toestemming voor het huwelijk te krijgen. De pater schrijft daarvoor een brief naar pater Mulders, minderbroeder in het Convent te Maastricht, om de pastoor van Berg of de moeder daarvoor te benaderen. Pastoor Jan Schepers van Berg zou dit tijdens het proces bevestigen en ook dat hij van de moeder van Catharina het gevraagde consent had verkregen.

Maar ... na enkele weken keert Catharina op aandrang van haar moeder, zonder iets tegen Nicolaes te zeggen, terug naar huis. De laatste verklaart dat hij zelfs de kosten van haar verblijf in Brussel had moeten betalen.
Waarom keert de blijkbaar tot over haar oren verliefde Catharina huiswaarts? Was haar liefde plotseling bekoeld? Waarschijnlijker is dat haar moeder en de andere gezinsleden met aanverwanten uiteindelijk niet blij waren met de handelswijze van hun dochter en (schoon)zus en ook niet gelukkig met de door haar gemaakte keuze: een bezitloze schuldenaar als huwelijkskandidaat. Het familiebezit kon immers in gevaar komen. Om het familiebezit veilig te stellen trouwde men in het algemeen met iemand van gelijke stand: rijken met rijken, zonen van grondeigenaars met dochters van grondeigenaars en armen met armen.

In een antwoord op de aanklacht ontkent Catharina (via haar man en advocaat) ooit mondeling of schriftelijk een huwelijksbelofte gedaan te hebben, wel daarover gedacht te hebben. Onmenselijk en beschamend vindt zij de suggestie van Nicolaes dat zij gemeenschap zouden gehad hebben. Zij ontkent dat zij haar dorp verlaten heeft om bevrijd te zijn van haar bloedverwanten en buren. Weliswaar heeft zij een of twee keer in dezelfde herberg gelogeerd, maar niet op kosten van Jan Nicolaes. De meeste punten van de aanklacht vindt zij "valsch en verdigt, vuile onbeschaamde en eerlooze lasterkladden" of "niets met de zaak te maken hebbende. "
Bijna drie jaar lang sleept het proces zich voort, waarbij de advocaten van beide partijen alles uit de kast halen om het gelijk van hun client aan te tonen.

Het vonnis
Op 24 juli 1792 wordt het vonnis uitgesproken. Hoewel Catharina Michiels, gelet op met name de verklaringen van de pater Minderbroeder, het echtpaar De Kinder te Brussel en de pastoor van Berg, de schijn tegen heeft, wordt de claim van de jongeman uit Keer afgewezen. Het hooggerecht is van oordeel dat er sprake is van een vete. Niet een eventuele defloratie (ontmaagding) of een wezenlijke trouwbelofte zouden de motieven van de (geldelijke) claim van Magermans geweest zijn, maar wraakgevoelens.
De proceskosten waren inmiddels opgelopen tot ruim 523 gulden, in die tijd een aardig kapitaaltje. Normaal kwamen de kosten voor rekening van de verliezende partij, maar op Nicolaes viel niets te verhalen.

Een tragische afloop
Wij waren benieuwd hoe het de Keerdenaar verder was vergaan. Wij deden een verrassende, maar vooral tragische ontdekking. Nicolaes had na terugkeer uit Rotterdam weer zijn intrek genomen bij zijn moeder en haar tweede echtgenoot. Deze waren inmiddels naar Margraten verhuisd.
Op 29 mei 1792, omtrent acht uur in de morgen, wordt het levenloze lichaam van de bedrogen mimlaar in een (water)poel in Termaar gevonden. De pastoor van Margraten tekent bij de inschrijving van overlijden aan, dat Nicolaes " ... op de een of andere manier ziek was en niet goed kon lopen." Blijkbaar doet de pastoor navraag bij de buren, want hij merkt op dat deze " ... bepaalde tekenen van krankzinnigheid hebben opgemerkt, waardoor ik hem als krankzinnig heb beoordeeld". De pastoor zegt verder dat hij de jongeman op christelijke wijze heeft begraven. Juist deze woorden lijken er op te duiden dat de arme Nicolaes niet per ongeluk in de poel terecht is gekomen. Bij zelfdoding immers mocht de pastoor de overledene niet katholiek begraven.
Nicolaes was dus volgens de pastoor en de buren (licht) lichamelijk en geestelijk gehandicapt. Was dit een gevolg van zijn ziekte in Rotterdam? Had hij hier een hersenbloeding o.i.d. gekregen? Wij weten het niet zeker.

Dan is er nog iets dat opvalt.

Op het moment van zijn overlijden was er in de slepende rechtszaak nog geen vonnis geveld. Dit gebeurde vrij kort na de dood van Nicolaes. Mogelijk dat zelfs het vonnis daardoor beïnvloed is. De direct belanghebbende was immers overleden!

foto

De waterpoel 'in gen Bauerkoel' te Termaar waar waarschijnlijk Nicolaes Magermans in 1792 verdronk.

Ten slotte
En Maria Catharina Michiels?
Zes jaar na haar huwelijk met Hubert Metzer(s) overleed de laatste op 24 juli 1795 in Maastricht. Catharina hertrouwde aldaar op 4 februari 1798 met Jean Philippe Lagarde, geboortig van Parijs. Verdere gegevens over haar hebben wij niet kunnen vinden. Zeer waarschijnnlijk is Catharina met haar tweede man uit onze contreien vertrokken.

Bron:
GAM: Archief process en Brabantse Commissarissen Deciseurs, inv.nrs. 32 en 33.
Met dank aan drs. Simon Peters, Jo Pumot en Lei Schreurs (Margraten).

 

Gebruikers
5
Artikelen
2075
Artikelen bekeken hits
9253914

Today 2

Yesterday 44

Week 169

Month 1132

All 177481

Currently are 49 guests and no members online

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME