Keerdenaren (2)
‘Dingen die er niet meer zijn, bewaar ik op doek’
Vader Ben en zoon Ton Lourens, kunstschilders
door drs. Harry H.M. Beckers
Op onze tentoonstelling eind november in ’t Keerhoes zijn schilderijen te zien van een groot aantal schilders, zowel hobbyschilders als professionals. Dat brengt met zich mee dat er een grote diversiteit is aan gebruikte technieken en gekozen onderwerpen. Maar één ding hebben alle werkstukken gemeen: ze hebben betrekking op Keer, Honthem of ’t Rooth. Onder de te exposeren werken nemen die van vader Ben en zoon Ton Lourens een belangrijke plaats in. Dat is niet zo verwonderlijk omdat zij van het schilderen hun beroep gemaakt hadden. Bovendien kenden zij de schilderachtige plekjes in ons dorp omdat zij er vanaf 1958 gewoond en gewerkt hebben. Deze tentoonstelling is een prima aanleiding om aan beiden een artikel te wijden. In het bijzonder zal stil worden gestaan bij Ton; van hem hangt een drietal schilderijen in evenzovele musea in Nederland.
B.A. (Ben) Lourens
Ben is geboren op 4 maart 1910 te Rotterdam en overleden op 5 maart 1987, één dag na zijn 77e verjaardag. Hij huwde met Lien Wiegman en het paar had één zoon: Ton. Ben was autodidact: een specifieke schildersopleiding heeft hij niet gevolgd. In tegenstelling tot zoon Ton, de fijnschilder, gebruikte hij voor zijn schilderijen het paletmes. Met een dergelijk mes kan de schilder de verf mengen en aanbrengen op het doek. Hierdoor kan de verf in dikke lagen worden aangebracht en in verschillende vormen. Dit alles bevordert het expressieve karakter (expressionisme) van het schilderij.
Bij het expressionisme voert vooral de gevoelswaarde van de schilder de boventoon.
Oorspronkelijk was Ben als huisschilder werkzaam, later dreef hij een verfwinkel in ’s-Gravenhage. Een deel van zijn klanten bezocht hij met de trein; over een auto beschikte hij destijds niet. Vele leden van zijn familie voeren als binnenschipper: hieruit is wellicht de passie van zijn zoon Ton voor water en schepen te verklaren. Ben was licht gehandicapt: hij beschikte over weinig longcapaciteit en vanwege een licht vergroeide rug liep hij enigszins gebogen. Als gevolg van zijn ziekten stond hij niet altijd vrolijk en opgewekt in het leven vooral niet na het plotseling wegvallen van zijn echtgenote Lien.
De Väörsjtraot (Kerkstraat). De aw Lìn (oude linde), de pöt (waterput) en op de voorgrond de kojl (waterpoel).
Echtgenote Lien Wiegman, geboren in 1915 en overleden in 1974, stamde uit een echte kunstschilders familie. Haar vader, Gerard Wiegman, wonend en voornamelijk werkend in Rotterdam, had in Nederland naam gemaakt als tekenaar en schilder van haven- en riviergezichten met schepen. Ook haar enige artistieke broer Theo had als schilder van abstracte werken een zekere faam opgebouwd.Lien vormde als echtgenote en moeder de spil in het gezin Lourens. Zij was het ook die na hun vestiging in ons dorp, contact zocht en vond met dorpsgenoten: een hartelijke, spontane vrouw. Dat zij ook weleens ‘naar buiten’ wilde was niet zo verwonderlijk. Zo nu en dan verzuchtte zij: “Die mannen kunnen niets anders dan schilderen”.Eind 1974 werd er bij haar een ernstige ziekte (kanker) geconstateerd. Behandeling gevolgd door opname in het ziekenhuis mocht niet meer baten: korte tijd daarna (7 december 1974) overleed zij op 59-jarige leeftijd. Bij haar overlijden woonde de familie op het adres Limburgerstraat 53; zij waren toentertijd mijn overburen.
De Echtersjtraot (Limburgerstraat). Tegenover ’t Keerhoes
De gevolgen in het gezin Lourens waren direct merkbaar. De stille, teruggetrokken Ben – het verlies van zijn echtgenote heeft hij nooit kunnen verwerken - zonderde zich nog meer af en zijn humeur werd er niet beter op. Voor hem was hun enige kind en zoon Ton de vanzelfsprekende persoon die de opengevallen plaats in het gezin moest opvullen. Ton werd huisman en mantelzorger tegelijkertijd. Vader Ben nam hem nagenoeg volledig in beslag. Klagen hierover deed Ton nooit maar het was voor iedereen duidelijk dat het beroep dat zijn vader op hem deed als beklemmend werd ervaren.
Als mentor van zijn zoon Ton heeft Ben een grote invloed op deze uitgeoefend. In het begin kon hij hem inspireren in de keuze van diens onderwerpen en informeren over het gebruik van verschillende verfsoorten. Later maakte Ton zelf zijn keuzes en koos hij zijn eigen richting. Niet altijd droeg dit de goedkeuring van zijn vader weg. Vooral de keuze die Ton maakte voor het fijnschilderen kon op Ben’s kritische benadering rekenen. Op zich was dat niet zo verbazingwekkend gezien zijn eigen voorkeur voor het paletmes. Daarnaast had hij ook weinig op met de lange duur die met de schilderstijl van zijn zoon gemoeid was. Dit alles nam niet weg dat hij grote waardering kon opbrengen voor het werk van zijn zoon.
A.B.C. (Ton) Lourens
Ton is geboren op 13 september 1938 te ’s-Gravenhage en op 69-jarige leeftijd in Maastricht (verpleeghuis Klevarie) overleden op Eerste Kerstdag 25 december 2007. Hij heeft zijn laatste rustplaats gevonden op de begraafplaats van onze parochie, in het graf van zijn ouders.
Ton is zijn hele leven vrijgezel gebleven. Het tekentalent heeft hij zowel van vaders- als van moederskant geërfd. Zo was niet alleen vader Ben kunstschilder maar hetzelfde gold ook voor de grootvader en de broer van zijn moeder (Wiegman). Zijn talent bleek al op de basisschool; als bewijs diende een map met door hem bewaarde tekeningetjes waarin hij toen al aantoonde beter te kunnen tekenen dan menigeen op de middelbare school. Vooral het tekenen in perspectief beheerste hij van nature. Al van jongs af aan was het duidelijk dat hij ook beeldend kunstenaar wilde worden. Een aantal jaren volgde hij de opleiding bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in zijn geboorteplaats. Overigens vond Ton dat hij daar niet veel heeft opgestoken: “wat men daar leerde, wist ik al”. In 1992 stond Ton ingeschreven bij de Stichting Kunst en Cultuur Maastricht (later opgegaan in Stichting Symbiose Sittard).
Väörsjtraot (Kerkstraat). Voormalige boerderijen Lemmens en Bemelmans
In 1958 verhuisde het gezin van de Prins Hendrikstraat (in de Zeeliedenbuurt) in ’s-Gravenhage naar het zuiden. Het is gissen naar de reden van het vertrek uit de Randstad naar Zuid-Limburg. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling naar Maastricht te verhuizen maar dat is niet doorgegaan. Dankzij een woningruil kon het gezin Lourens een nieuw gebouwde woning in de sociale huursector betrekken in Cadier en Keer in de Limburgerstraat (tegenover het toenmalige Groene Kruisgebouw). Later werd er verkast naar een andere woning in dezelfde straat (nabij de huidige brandweerkazerne).
Oorspronkelijk maakte Ton werkstukken die als figuratief-impressionistisch aangeduid kunnen worden. In de loop der jaren trok hij steeds meer naar oude havenplaatsjes want daar waren nog houten schepen van voorheen te zien. Hij kreeg oog voor detail met als gevolg dat Ton zich steeds meer ging toeleggen op het fijnschilderen. Kenners rekenen hem thans dan ook tot de categorie fijnschilders. Zelf zei hij weleens: “Ik sta met een been in de 18e eeuw en schilder het liefst maritieme motieven uit de 18e en 19e eeuw. Toen kon men nog niet fotograferen en ik kan zo een stukje tijd laten herleven”.
Bij figuratieve kunst zijn herkenbare onderwerpen afgebeeld zoals landschappen, portretten of stillevens. Bij impressionisme staat de beleving van het moment (impressie) voorop; wat hierbij opvalt is vooral de schetsachtige werkwijze. Met fijnschilderen wordt de schildertechniek aangeduid die erop gericht is om zo realistisch mogelijk de werkelijkheid te schilderen.
Veelzijdig kunstenaar
Ton was een veelzijdig kunstenaar met een grote diversiteit aan onderwerpen. Zijn passie lag heel duidelijk bij het water: zeegezichten met schepen en watergezichten. Van zijn schildersezel kwamen vooral schilderijen van achttiende-eeuwse schepen op volle zee. Hier kon hij ook zijn bijzondere gave voor het schilderen van ‘rollende’ waterpartijen kwijt. Toch heeft deze passie hem niet verhinderd om ook andere taferelen op het doek te zetten. Zo heeft hij stillevens geschilderd (vooral bloemstukken) maar ook het landschap in al zijn verschijningsvormen. Geschilderd werd er vooral op basis van foto’s die hij van dergelijke objecten maakte. Daarvoor reisde hij soms het hele land door. Meermaals struinde hij ook onze omgeving af. Zo trof ik hem een keer in de Nekami-groeve waar hij op zoek was naar bijzonder gevormde vuursteen en soms ook in het open veld op zijn zoektocht naar bloemen. Dat alles om te dienen als ‘model’.
Nachtmens
Ton was een nachtmens: bij voorkeur werkte hij in de nachtelijke uren. Dan was het stil en rustig, werd hij niet afgeleid en kon hij ongestoord uren achtereen achter de schildersezel staan. Voor dit ’s nachts schilderen had hij een bijzondere verlichting laten aanbrengen. Resultaat van dit nachtwerk was wel dat hij bij bezoekjes aan kennissen nogal eens de tijd uit het oog wilde verliezen. Zijn gesprekspartners moesten de volgende dag tijdig op hun werk zijn wat Ton zich niet altijd realiseerde. Hij kende andere – minder gebruikelijke - ‘werktijden’.
Perfectionist
Echtersjtraot (Limburgerstraat). Links: Voormalige panden nabij huidige kruising Burgemeester Huybenstraat.
Ton was een perfectionist; vooral wanneer het ging om ‘historische weergaves’ zoals zeeslagen. Voordat hij ook maar één penseelstreek op het doek zette, leefde hij zich in het te schilderen tafereel volledig in. Hij startte met literatuuronderzoek; wat is er over het onderwerp gepubliceerd? Zelf beschikte hij over een uitgebreid arsenaal boeken over de verschillende zeeslagen die in de loop der eeuwen hadden plaatsgevonden. Vooral de ‘technische’ details van die verslagen genoten zijn bijzondere interesse. Om welke schepen ging het: fregat, galjoen, linieschip? En dan kwam de vervolgvraag: hoe zat het precies met de mast, de ra, giek, gaffel, boom, etc. en hoe met de tuigage; was die ‘staand’ (vast) of ‘lopend’ (beweegbaar)? Vooral de zeer moeilijk te schilderen tuigage in zijn schilderijen is volgens kenners heel knap afgebeeld. Vervolgens zocht hij van de betrokken schepen nadere gegevens op; afmetingen, bemanning, aantal en kaliber van het scheepsgeschut. Veel van die gegevens sloeg Ton op in zijn geheugen; vooral jaartallen en aantallen kon hij soms moeiteloos reproduceren.
Reizen door Europa
Samen met zijn vader en moeder reisde hij door heel Europa. Engeland, Frankrijk en de landen rond de Middellandse Zee (Italië, Griekenland) werden meermaals bezocht. Hier deed hij – evenals zijn vader – inspiratie op voor hun schilderstukken. Bij die reizen sliep de hele familie in het busje/camper. Op hun reis gingen dan schilderijen mee die men onderweg probeerde aan de man/vrouw te brengen om met de opbrengst een deel van de vakantie te bekostigen. Mocht het busje/camper het onderweg laten afweten dan was dat meestal geen probleem. Ton had een aangeboren feeling voor de techniek van een auto. Uren kon hij sleutelen om een mankementje te verhelpen. Vooral auto’s van het Franse merk Citroën waren bij de Lourens’ familie favoriet en in het bijzonder de Citroën Rosalie. Dit om zijn – vooral door vader Ben vanwege zijn rugproblemen – gewaardeerde vering.
Na het overlijden van zijn vader in 1987 kreeg Ton de beschikking over veel meer vrijheid. Bij een goede vriend in Spanje kon Ton in diens huis nu ook regelmatig terecht. Hier in Calpe (in de buurt van Benidorm aan de Costa Blanca) beschikte hij in het souterrain over een kamer waar hij - ook tijdens zijn vakantie - naar hartenlust zijn schilderpassie, kon beoefenen. Rust, zon, water en schepen: meer had Ton niet nodig. Tijdens zijn Spaans verblijf liet Ton zich overigens bij de paella zeker niet onbetuigd.
Bij al die uitstapjes naar het buitenland mocht een bezoek aan een scheepvaartmuseum uiteraard niet ontbreken. Zo bezocht hij meerdere van deze musea in diverse landen waaronder het National Maritime Museum in Greenwich (Londen). Het is het nationale scheepvaartmuseum van Groot-Brittannië en mogelijk het grootste van de wereld. Hier genoot Ton in het bijzonder, mede omdat hij tijdens dat verblijf enkele dagen overnachtte in een Engelse Inn (herberg) opgetrokken uit materiaal van afgebroken houten schepen.
De in 1957 afgebroken parochiekerk met kerkhofmuur
Atelier aan huis
Vader en zoon Lourens schilderden in Keer aan huis. Daarvoor was een aparte slaapkamer als atelier ingericht waar de schildersezels te vinden waren. Verder diende de slaapkamer ook als voorraadkamer; hier kon men de geproduceerde werkstukken vinden. Maar niet alleen hier: de woonkamer was helemaal behangen met schilderijen; soms vele rijen boven elkaar met alle denkbare voorstellingen en in alle vormen en maten.
Allengs nam hun bekendheid tot in de wijde omgeving toe en waren er schilderijen van hun hand in verschillende galerieën verspreid over het hele land te vinden maar ook in Belgische en Duitse galerieën. Er was zelfs een verzoek vanuit de Verenigde Staten om voor de Amerikaanse markt in serieproductie te werken. Alhoewel dit in financieel opzicht een bijzonder lucratief aanbod was, hebben beiden dat beleefd maar beslist afgewezen.
Ook in Italië vonden hun schilderijen gretig aftrek. Zo was er een Hollandse galeriehouder die schilderijen bij Ben en Ton ophaalde en daarmee rechtstreeks naar Italië reed. Daar werden ze rap verkocht. Op zijn terugweg deed hij de familie Lourens nog eens aan om te kijken of er nieuwe schilderstukken waren. In dat geval gingen deze met hem in de auto mee richting Randstad.
Kunstschilders van ons dorp
Al kort na de komst van de familie Lourens naar Cadier en Keer vervaardigden vader Ben en zoon Ton schilderijen van ons dorp. Karakteristieke boerderijen (Bemelmans, Boumans, de Meusenhof) maar uiteraard ook de omgeving van de kerk met de imposante linde met de waterput, vonden een plaats op het linnendoek. Daar bleef het niet bij: op verzoek kwamen van Ton’s schildersezel verschillende portretten. De werkstukken van vader en zoon spraken aan en steeds meer Keerdenaren wisten de schilders Lourens te vinden en verstrekten opdrachten voor het maken van schilderijen. Het wekt dan ook geen enkele verwondering dat in vele Keerder huisgezinnen minstens één en veelal meerdere schilderijen van hun hand te vinden zijn.
Werkstukken in musea
De faam van Ton Lourens als ‘zee- en schepenschilder’ bracht met zich mee dat zijn werkstukken in verschillende musea te bewonderen zijn, namelijk in het ‘Bevrijdingsmuseum 1944’ te Groesbeek, ‘Museum De Delft’ te Rotterdam en het ‘Marinemuseum’ te Den Helder. Zijn detaillistische schildertrant heeft geresulteerd in een uiterst nauwkeurige weergave van de werkelijkheid. Elk detail op deze schilderstukken klopt en is met uiterste precisie op het doek gezet.
Sommigen van Ton’s maritieme schilderijen zijn dan ook in opdracht van het betreffende museumbestuur vervaardigd.
Bevrijdingsmuseum 1944 Rijk van Nijmegen (Groesbeek)
De Waaloversteek 1944
Dit schilderij is enorm (qua afmetingen): 15 m x 3 meter. Het is in olieverf op doek en geeft een beeld van de oversteek van de Waal bij Nijmegen. Die oversteek vond plaats op 20 september 1944 tijdens de operatie Market Garden. De bedoeling was om parachutisten met canvasboten over te zetten om de door de Duitsers hardnekkig verdedigde bruggen over de Waal van twee kanten aan te kunnen vallen.
De totstandkoming van het imposante schilderstuk mocht zich ook verheugen in de belangstelling van de regionale pers. In verschillende publicaties werd aan Ton en het schilderstuk aandacht besteed.
Van het bestuur van het Bevrijdingsmuseum 1944 in Groesbeek ontving Ton in 1989 de opdracht om dit schilderij van de Waaloversteek te schilderen. De moeilijkheid hierbij was dat er geen enkele foto van deze belangrijke gebeurtenis bestond. De benodigde informatie ontving Ton van het museum zelf maar ook werden hem replica’s van de gebruikte oversteekbootjes getoond. Daarnaast ging Ton meermaals sfeer proeven langs de Waal. Ook maakte hij schetsen en foto’s en vervolgens een aquarel. De bedoeling daarvan was dat hij het museumbestuur daarmee kon verduidelijken hoe hij de oversteek op het doek wilde weergeven.
De idee achter het doek met de enorme afmetingen was om eenzelfde effect te bereiken als het alom bekende Panorama Mesdag te Scheveningen. Voor Ton vormde het dan ook een ultieme uitdaging om die oversteek zo beeldend en realistisch mogelijk vast te leggen.
‘De Waaloversteek 1944’: het linker fragment
Panorama Mesdag is een cilindervormig schilderij van ongeveer 14 meter hoog en met een omtrek van 120 meter. Het schilderij (uit 1881) is een van de oudste negentiende-eeuwse panorama’s in de wereld. Het is een vergezicht op de Noordzee, de duinen, Den Haag en Scheveningen. De schilder (Hendrik Willem Mesdag) wordt gerekend tot de Haagse School en is een beroemde schilder, gespecialiseerd in het schilderen van zeegezichten.
Voor de benodigde ruimte om te schilderen had Ton in eerste instantie een schuur op het oog in Bemelen, maar uiteindelijk vond hij in de hal van de voormalige meisjesschool in de Groenstraat de ruimte die voor een dergelijk groot schilderij noodzakelijk was. Maar ook in deze aula was het opzetten van het raamwerk en het spannen van het driedubbel geweven doek een hele klus.
Vervolgens was het schilderen zelf een hels karwei, ook fysiek. Alleen maar staand schilderen was niet voldoende; vanwege de hoogte was er een ladder nodig en soms moest er zelfs liggend geschilderd worden. In het schilderij kon Ton zijn passie voor details volledig kwijt. Zo werkte hij met penselen die ook voor kleinere doeken gebruikt worden. Hierdoor komt zijn specialisme als detailschilder duidelijk naar voren. Zelfs zijn de mouwemblemen op de uniformen van de soldaten leesbaar en is het gat in een dak van een boerderij aan de overkant van de Waal zichtbaar.
Het schilderstuk geeft de Waaloversteek gedetailleerd weer. Kijkend naar het reusachtige panorama op het doek, ziet men als het ware het water bewegen en kan het angstgeschreeuw van de militairen in hun vertwijfelde onderneming soms worden gehoord.
‘De Waaloversteek 1944’: het rechter fragment.
Aan dit enorme doek heeft Ton bijna vijf maanden – van april tot begin september 1991 – gewerkt. Het werk heeft overigens een paar weken stilgelegen vanwege een door Ton opgelopen longontsteking. Hierdoor dreigde het gevaar dat hij de deadline voor de oplevering niet zou halen. Toen het doek nagenoeg klaar was, kwam Ton tot de ontdekking dat de insignes op de mouwen van de militairen omgedraaid weergegeven waren. Ook de windrichting moest worden aangepast: in plaats van oostenwind kwam de wind die dag van het westen waardoor de rookgordijnen de andere kant opwaaiden. Ook in deze details is het perfectionisme van Ton herkenbaar.Uiteindelijk is het gelukt het doek op tijd af te krijgen. Voor het vervoer naar Groesbeek was het noodzakelijk het doek op te rollen. Vervolgens werd het op een militaire vrachtwagen geladen en naar zijn uiteindelijke bestemming vervoerd.
Schilderen in de aula van de basisschool was voor Ton ook om een andere reden een leuke gebeurtenis. De schooljeugd toonde veel belangstelling in zijn verrichtingen en meermaals kreeg hij de vraag: “Meneer, wat bent u aan het doen?”. Het bood Ton de gelegenheid om het verhaal van de Waaloversteek aan de jeugd kwijt te kunnen en bovendien genoot hij van de kinderen om zich heen.
‘De Waaloversteek 1944’ in wording.
De oorspronkelijke bedoeling van het museum in Groesbeek was om het immense doek ten toon te stellen in een aparte nieuw te bouwen vleugel. Om deze uitbreiding te financieren werd er een actie gestart waarbij - vierkante centimeters van het doek – symbolisch – werden verkocht. Ook werden lithografische kopieën van delen van het schilderij door de van de televisie bekende veilingmeester Glerum in september 1992 geveild.Dit heeft echter niet het beoogde resultaat opgeleverd. Het monumentale werk van Ton is momenteel in het museum tentoongesteld in het grote Waaloversteek display. Prins Bernhard voelde zich zeer verbonden met het Bevrijdingsmuseum en daarom was hij de aangewezen persoon die de officiële opening van het museum heeft verricht.
Museum De Delft te Rotterdam
De zeeslag bij Camperduin (1797)
In dit museum (over de maritieme geschiedenis van Rotterdam) hangt een schilderij van Ton dat de zeeslag bij Camperduin (ten noordwesten van Alkmaar) in 1797 toont.
Dit schilderij is in het museum te bezichtigen:
website: www.dedelft.nl/museum
Het behoort tot één van de topstukken van het museum. Het geeft treffend een dramatische episode uit deze zeeslag weer. Het schilderij toont het vlaggenschip van de Hollandse Vice-Admiraal waarvan de masten volledig door de zware beschietingen van de Britten zijn weggevaagd en de die in brand staat. De Britten kwamen als winnaar uit de slag tevoorschijn ten koste van 220 doden en 812 gewonden. Onder de Hollanders lieten 540 mensen het leven en waren er 620 gewonden; velen werden krijgsgevangen gemaakt en naar Engeland overgebracht. Dit museum bezit ook een reproductie van een schilderij dat behoort tot de collectie van het Marinemuseum te Den Helder (zie hierna). Deze reproductie hangt prominent in het bezoekerscentrum van het museum in Rotterdam.
Marinemuseum Den Helder
De zeeslag bij Camperduin (1797)
Dit schilderij toont een andere episode van de slag bij Camperduin namelijk het gevecht tussen ’s-Lands Schip van Oorlog ‘Delft’ en het Britse linieschip H.M.S Monmouth met op de achtergrond de volledig lek geschoten Alkmaar. Het toont de situatie kort voor de overgave van de Delft. Het is een bijzonder beeldend schilderij dat de zeeslag in al zijn hevigheid weergeeft. Er is weinig fantasie voor nodig om zich midden in dit gevecht te wanen.
De zeeslag bij Camperduin heeft Ton bijzonder gefascineerd. Het is daarom te verklaren dat hij van deze slag tussen beide schepen meerdere schilderijen (in verschillende composities) heeft vervaardigd. Deze bevinden zich in particuliere verzamelingen.
Reconstructie van de Delft
Sedert jaren wordt in de Schiehaven in Rotterdam gewerkt aan een reconstructie van het achttiende-eeuwse oorlogsschip Delft. De bedoeling hiervan is niet alleen het schip in zijn oude glorie te doen herrijzen maar ook om de bij deze reconstructie vergaarde kennis te bewaren voor latere generaties. De werf waar het schip wordt nagebouwd is door het publiek te bezoeken. Insteek is dat de reconstructie van het schip – gestart in 2015 - kan worden afgerond rond 2020.
Naschrift
Vader en zoon Lourens hebben een imposant oeuvre nagelaten aan schilderstukken. Vele daarvan betreffen taferelen van ons dorp, soms ook van Honthem en ’t Rooth. Het overgrote deel van deze werkstukken is in opdracht van dorpsgenoten vervaardigd. Bijzonder is wel dat ook in het geval het gaat om schilderstukken van hetzelfde object, de compositie, de schildertechniek en het kleurgebruik verschillen. Hierbij zijn ook de verschillen zowel qua schilderstijl als beleving tussen vader Ben en zoon Ton duidelijk zichtbaar.
Het resultaat van beider werkzaamheid is een keur aan schilderijen waarin het beeld van ons dorp in de vorige eeuw - ook voor de toekomst - op canvas is vastgelegd. Wij kunnen beiden daarvoor dankbaar zijn.
Daarnaast is het uniek dat werkstukken van een Keerse schilder in de collectie van Nederlandse musea zijn opgenomen en daar geëxposeerd worden. Dat het daarbij vooral gaat om werkstukken met maritieme onderwerpen is alleszins verklaarbaar. Ton was ongeëvenaard in de gedetailleerde weergave van historische gebeurtenissen op en aan het water.
Ton, bezig met zijn passie
Bronnen
- Market Garden, Waaloversteek, Historische uitgave no. 3 – 1992
- Dagblad De Limburger, editie Heuvelland, 4 april 1991
- Dagblad De Limburger, editie 26 augustus 1991
De schrijver dankt Margriet Beetstra-Tillie, Martin Butink, Eddy Thonon (Huis voor de Kunsten Limburg), Wino George en Loek van Tiggelen voor de door hen verstrekte informatie.