Wij vervolgen deze aflevering met opnieuw een aantal geslachtsnamen die ontstaan zijn uit een voornaam. De meeste familienamen zijn afgeleid van de voornaam of roepnaam van de vader, maar een enkele keer is de geslachtsnaam ontleend aan de voornaam van de moeder. Dat kan om verschillende redenen gebeurd zijn. Wij beperken ons tot een voorbeeld. De aanwezigheid van tientallen leden van bijvoorbeeld de geslachten Spronck en Heusschen in onze plaats, waaronder verschillende met gelijkluidende voornamen, noodzaakte vaker het vermelden van de roepnaam van de moeder bij een nadere aanduiding van een persoon. Zo werd het duidelijk wie met Pie (Spronck) van Trees of Math (Spronck) van Berbke, met Jo Heusschen (van Nèt) of Mathieu (Heusschen) van Liza bedoeld werd. Vroeger konden uit roepnamen (Berb(ke) en Nèt de geslachtsnaam Berben en Netten ontstaan.
Soms is het niet duidelijk of de geslachtsnaam afgeleid is van de voornaam van de vader of van de moeder. Ook hiervan een voorbeeld. Oude roepnamen in het dialect van Agnes zijn Nes(ke), Nies(ke), Nees(ke), en Nies(ke), waaruit familienamen als Niessen, Nieskens, Neiskens, Nijskens en Neeskens ontstonden. Oude roepvormen van Dionysius zijn echter Nijs(t) en Nies(t), waar deels dezelfde geslachtsnaam van afgeleid kunnen zijn.
Duizings, Duijsens (van Matheus; een oude vorm van Mattheus is Deus).
In 1851 trouwde Frans Duijzings uit Berg en Terblijt hier met de in Keer geboren Elisabeth Paulissen. Hun eerste en laatste kind werden in Cadier en Keer geboren. Minsten twee van hun kinderen vertrokken naar Frankrijk. Na het overlijden van Elisabeth Paulissen hertrouwde Frans Duijzings met Helena Halders.
Frissen (van Fredericus of Godefridus)
Een oud geslacht dat vanaf begin zeventiende eeuw vooral in Bemelen vertegenwoordigd was. In het doopregister van Cadier werden vanaf 1615 zes kinderen van Theodorus Frissen en zijn vrouw Elsken N.N. ingeschreven. Dat is niet geheel juist. De kinderen worden pas later Frissen genoemd. In het doopregister zijn zij, evenals andere naam- en tijdgenoten in Bemelen, ingeschreven als Vruijsch. Enkele eeuwen later werd Edmond Frissen (1895-1970) tot bouwpastoor van Cadier en Keer benoemd. Hij was geboortig van Hulsberg, in 1922 priester gewijd te Roermond en hier pastoor van 1950 tot 1963.

Helena Ubaghs-Engelbert (1909-1998) bezig met het zeven van de melk. Zij was een dochter van Henricus Engelbert en Helena Maria Tillie (opname 1962).
Engelbert (van Engelbertus)
Vanuit Oud-Vroenhoven kwamen Henricus Engelbert en echtgenote Helena Maria Tillie met hun kinderen naar ’t Rooth. Zoon Joseph Henricus Engelbert, in 1898 in Oud- Vroenhoven geboren, huwde in 1928 met Sophie Schreurs.
Geurts (ontleend aan de roepnaam Geurt van Godfried/Godefridus)
Hoefsmid Franciscus Theodorus Geurts, geboren in 1814 in Geleen, vestigde zich na zijn huwelijk in 1842 in de geboorteplaats van zijn echtgenote Maria Agnes Thijssen, geboren in 1820 in Cadier en Keer. Hij was niet de eerste naamdrager in Cadier. Die ‘eer’ viel ten deel aan de ongehuwde Renier Geurts, geboren in Beek en hier overleden in 1827.
Heuts (vermoedelijk ontleend aan Huet, een oude vorm van Hugo).
De eerste naamdrager komen wij in het trouwregister van Cadier tegen in 1642. In dat jaar trouwde Hubertus Huedts met Margaretha de Hackour. Bekend bij oudere inwoners zijn de nakomelingen van metselaar Johannes Heuts (1839-1900) uit Honthem en zijn echtgenote Anna Maria Elisabeth Hubertina Sleijpen (1844-1919), met name Leonardus Hubertus, in 1920 getrouwd met Anna Catharina Jacobs, en Hubert Mathieu, in 1906 gehuwd met Maria Hubertina Hornesch. Beiden waren eveneens metselaar.
Jacobs (JacobusèJacob)
Cornelis Jacobs, geboren in 1793 in Honthem, trouwde in 1827 in de kerk van Cadier met Ida van der Linden. Kleinzoon Johannes Gerardus Jacobs (1888-1972) was kerkmeester en voorzitter van het armbestuur. Hij was gehuwd met Maria Hubertina Josephina Wijckmans. Zijn oudste zoon was pater Johannes Hubertus Jacobs (1921-1995)
Jans(s)en (Johannes è Jan)
Van deze populaire geslachtsnaam hebben ook in ons dorp in de afgelopen eeuwen veel vertegenwoordigers kortere of langere tijd gewoond of wonen er nog steeds. Wij beperken ons tot twee takken.
- De kantonniersfamilie Jansen
Theodorus Arnoldus Jansen en zijn gezin vestigden zich omstreeks 1828 in ons dorp, mogelijk na zijn aanstelling als kantonnier. Ook zoon Johannes Henricus was hier kantonnier.
- Landbouwer en herbergier Joannes Hubertus Janssen, geboren in 1853 in Gulpen en hier getrouwd met Maria Barbara Hubertina Mingels. Van zijn kinderen zijn bij oudere inwoners nog bekend: Johannes Josephus Hubertus Janssen (1885-1963), gehuwd met Agnes Catharina Jacobs, en Pierre Janssen (1893-1975) gehuwd met Maria Agnes Gilissen en na haar overlijden hertrouwd met Maria Hubertina Huls.
Leijsen (ontleend aan een roepnaam van Elisabeth)
Bijna alle oudere Keerdenaren hebben voor de oorlog op de lagere jongensschool (het huidige Keerhoes) les gehad van hoofdonderwijzer Josephus Hubertus Leijsen, geboren in 1873 in Heer. Hij was in 1900 gehuwd met Maria Hubertina Alina Defresne, onderwijzeres aan de (voormalige) school van de zusters in de Kerkstraat. Een dochter van dit echtpaar huwde met Antonius Hubertus Franciscus van de Ven.

Van links naar rechts: Sjaak, Maria Elisabeth van Proemeren, Pierre, Hubert Maas en Theo.
Maas, Maes, Maassen (ontleend aan Thomas)
De eerste naamdrager was dagloner Leonardus Maes, geboren omstreeks 1750 en in 1826 in Honthem overleden. Hij was gehuwd met Maria Catharina Gerets (Geraerds). Ruim honderd jaar later vestigde zich Hubert Maas in Honthem. Hij was afkomstig uit Wittem en in 1942 getrouwd met Maria Elisabeth van Proemeren. Postbode Johannes Arnoldus Maassen was in 1890 in Maastricht geboren. Hij huwde in 1913 met de Keerse Maria Beijers, een dochter van Pieter Beijers en Anna Elisabeth Hubertina Brouwers.
Nelissen (van Cornelis)
Ook van dit geslacht hebben verschillende takken in de loop der eeuwen in Cadier en Keer gewoond. Wij beperken ons tot een tweetal.
- Landbouwer Gilis Nelissen (1800-1870) uit Mheer trouwde in 1839 met de Keerse Maria Gertrudis Tijssens. Via zoon Egidius (1849-1926), getrouwd met Maria Hubertina Braeken, en kleinzoon slager Sjang (1892-1965), gehuwd met Tina Daemen, werd deze tak in Keer voortgezet.
- Hubertus Cornelius Nelissen (1849-1914) was in Margraten geboren. Hij huwde in 1884 met Anna Maria Elisabeth Essers uit ons dorp. Zoon Johannes Mathieu Hubertus (1897-1981) trouwde met Maria Hubertina Antonia Simons uit Margraten. Bekend bij velen zijn de kinderen Jean (1925-1989), gehuwd met Liza Keulen, en Sjef 91927-1990), getrouwd met Tiny van Caldenborgh.

Sjef Simons, in 1907 in Margraten geboren, en Anna Vliegen omstreeks 1926 aan de Rijksweg.
Simons
Landbouwer Johannes Simons (1832-1906), geboren in Beek, was de eerste naamdrager in onze parochie. Hij trouwde in 1858 met Maria Sleijpen. Zoon Martinus Hubertus vestigde zich na zijn huwelijk in Eckelrade, maar diens zoon Servaas Johannes Hubertus Simons (1896-1962) keerde naar ons dorp terug na zijn huwelijk in 1924 met Maria Henriëtte Rosalie Gilissen.
Steijns (ontleend aan de roepnaam voor Christina: Stien, Stein) Verschillende naamgenoten Steijns, vooral afkomstig uit Margraten, hebben in de laatste eeuwen hier gewoond. Een spellingvariant van deze naam verscheen in ons dorp met de komst van Jan Joseph Stheins uit Wijlre, in 1875 hier gehuwd met Maria Catharina Gijsen.Dochter Maria Isabella (Bel) (1893-1979) trouwde met Jean Mathieu Bessems (1887-1974).
Mai Steijns (1880-1966), echtgenote van Lambert Huijnen
Theunissen (Anthonius è Theunis)
Joannes Thonissen, molenaar op Blankenberg, trouwde in 1668 in Cadier met Ida Wijneten. Verschillende andere takken hebben daarna in onze parochie korte tijd gewoond, maar geen enkele verbleef hier in mannelijke lijn méér dan twee generaties. Eén van de zeer weinige voorbeelden van een huwelijk waarbij de relatie tussen de partners blijkbaar verstoord was, lezen wij in de akte van Theunissen. Na meer dan 40 jaar huwelijk was Matthijs met onbekende bestemming vertrokken.
W(e)ijzen, Wijsen (van de dialectische vorm Weys voor Wendelina of Wende)
Na Gerken Wijsen werden in het midden van de zeventiende eeuw drie kinderen in Cadier gedoopt. Via zoon Joannes, gehuwd met Margaretha IJlen (Ylen) uit Sint Geertruid bleef dit geslacht tot midden negentiende eeuw in onze plaats vertegenwoordigd.

Wim Weinjes uit Honthem met neef (oomzegger) Sjeng Brouwers
Weijnjes, Wintjes en varianten (van Winandus)
Joannes Weintjes (Wintjes), zoon van Petrus Weintjes en Ida Heusschen, trouwde in 1798 met Maria Catharina Coeijmans uit Honthem. Via zoon Petrus (1799-1862), gehuwd met zijn dorpsgenote Maria Josephina van Reij, werd de tak nog enkele generaties voortgezet. Een zoon van Weinjes-van Reij kwam via de familie van zijn echtgenote Clara Hounjet in het bezit van de windmolen van Honthem (zie Keerder Kroniek, jaargang 1, pag. 62-65 De windmolen in Honthem). Verschillende spellingvarianten van deze geslachtsnaam komen wij in de kerkregisters van Cadier en de registers van de Burgerlijke Stand van Gronsveld (Honthem was gemeente Gronsveld) tegen, zelfs wanneer het kinderen uit één gezin betreft. Wijnjes, Wintjes, Wingtjens, Weijntjes, Weijnjes, Wijntjens, Wijnjens en Wintjens.
(wordt vervolgd)
door Lei Haesen, Jaargang 5 bladzijde 71-77