In de reeks artikelen over oude ansichtkaarten bezien we deze keer een kaart van een gebouw dat meer dan honderd jaar aan de Rijksweg beeldbepalend is geweest voor de toegang tot ons dorp. Het is het café met speeltuin dat tot enkele jaren geleden bovenaan de Keerderberg lag en door de oudere Keerdenaren steevast “beej Meréi-j van d’r Zorre” werd genoemd. Die naam verwijst naar Maria Souren-Vliegen die meer dan veertig jaar de uitbaatster is geweest.
De oudste gegevens
Bij het tot stand komen van het kadaster in ons dorp, rond 1842, is de kleermaker Mathijs Schreurs eigenaar van een boomgaard op de hoek Rijksweg-Bemelerweg; de plek waarop later het café gebouwd zal worden. Mathijs Schreurs is getrouwd met Maria van Proemeren. Zij wonen in de Limburgerstraat (zie foto hierna).
Enkele jaren later geeft Mathijs een strookje grond van de boomgaard (een roede en 24 ellen) in erfpacht aan het echtpaar Andries Lambrix en Anna (Elisabeth) Heusschen. Andries en Anna bouwen op dat perceel een huisje, een schamel onderkomen van hout en leem met een strodak en twee kleine kamertjes. Omdat Andries en Anna de grond in erfpacht hebben, is die grond niet hun eigendom, maar blijft van de oorspronkelijke eigenaar (Mathijs Schreurs).
Erfpacht is een vorm van pacht van grond die niet eindigt als de pachter overlijdt. Ook kan de pachter de pacht doorverkopen.

De woning van Mathijs Schreurs en Maria van Proemeren met een gevelsteen “MS 1815 MVP” tussen beide bovenramen (zie uitsnede rechtsboven). Limburgerstraat 91/93.
Andries Lambrix en Anna (Elisabeth) Heusschen
Terug naar de bouwers van het huisje. Menige Keerdenaar zal zijn wenkbrauwen gefronst hebben wanneer hij hoort dat de Keerse Anna Heusschen in november 1843 van plan is in het huwelijksbootje te stappen met de in Gulpen geboren witter (stukadoor/huisschilder) en dagloner Andries Lambrix. Immers Anna is 46 jaar en Andries pas 21 jaar oud. Een leeftijdsverschil van een kwart eeuw was, ook in die tijd, vrij uitzonderlijk. Verder is over beiden niet veel bekend. Wel weten we dat Anna in 1865 op 68-jarige leeftijd overlijdt en haar man Andries drie maanden later; 43 jaar is hij dan pas. Kinderen zijn er niet. Daarom erven een broer van Anna en een zus van Andries, die met elkaar getrouwd zijn, het huisje.
De grond en het huisje bij zelfde eigenaar
Wanneer de eigenaren van de grond waar het huisje op gebouwd is – de eerder genoemde Mathijs Schreurs (†1867) en zijn vrouw Maria van Proemeren (†1877) – overlijden, erft een van hun vijf kinderen Maria Schreurs, getrouwd met Jacobus Vliegen, de grond. Korte tijd later (in 1880) kopen zij het huisje dat op hun geërfde grond staat, 140 gulden moeten ze ervoor neertellen. Zij gaan er niet wonen, omdat ze in de Echtersjtraot (Limburgerstraat) ook al een eigen woning hebben. In juli 1885 verkopen ze het huis en aangebouwde stallen aan de Rijksweg voor 330 gulden aan hun schoonschoon, Joannes Hendriks. Johannes is dan al weduwnaar van hun oudste dochter, Cornelia Vliegen. Zij is een klein jaar eerder, tijdens de geboorte van hun eerste kindje, op 27-jarige leeftijd in het ‘kinderbed’ overleden. Elf dagen later sterft ook het baby’tje.
In die tijd overleden hier in onze omgeving nogal wat vrouwen in het kraambed aan kraamvrouwenkoorts, een bacteriële infectie. De oorzaak lag vaak bij onbevoegde bakers, oudere vrouwen die bij de bevalling de moeder bijstonden en het niet zo nauw namen met de hygiëne.
Het gezin Joannes Hendriks en Maria Catharina Vliegen
Joannes blijft na het verlies van zijn jonge echtgenote en zijn zoontje niet lang bij de pakken neerzitten, want elf maanden later (15 oktober 1885) trouwt de dan 28-jarige Joannes met zijn 20-jarig schoonzusje, Maria Catharina Vliegen, door haar dorpsgenoten Meréi-j genoemd. Om te mogen trouwen hadden ze dispensatie van de kerk nodig in verband met 1e graad aanverwantschap.
Op 12 februari 1887 wordt in het jonge gezin het eerste kindje geboren, Johannes Hubertus. Hierna volgen vrij kort na elkaar nog Maria Cornelia (7 april 1889), Jacobus Leonard (5 juni 1891) en Egidius Hubertus (29 maart 1893). In de geboorteakte van de oudste zoon (1887) is vermeld; “langs den Steenweg wijk Keer nummer 48”. Het beroep van de vader is schoenmaker en van de moeder tapster. Dat is de eerste vermelding dat er sprake is van een café.

Luchtfoto café Souren met de in aanbouw zijnde woningwetwoningen aan de Bemelerweg in 1954
Een dramatische januari 1894
En dan in januari 1894 voltrekt zich een drama; alle vier de kinderen komen te overlijden!
De tragedie begint op 19 januari met de oudste, de bijna zevenjarige Johannes Hubertus, dan volgt op 24 januari de tweeëneenhalfjarige Jacobus Leonard, de dag erna de bijna vijfjarige Maria Cornelia en op 31 januari de bijna éénjarige Egidius Hubertus. Het hele gezin is in twee weken tijd weer kinderloos. De oorzaak zou de besmettelijke ziekte difterie zijn geweest.
Maar de zwaar getroffen ouders blijven niet lang kinderloos. Op 12 december 1894 wordt opnieuw een zoon geboren, Hubertus.
Toch was de ellende voor Meréi-j nog niet voorbij, want op 21 juli 1898 overlijdt haar man, Joannes Hendriks, ruim veertig jaar is hij pas. Zij blijft alleen achter met haar drie en een halfjarig zoontje.

Het 19de eeuws gedachtenisprentje: van Johannes Hendriks.
De tekst in de laatste alinea is treffend gekozen: “ik verlaat een wereld vol ellende, om in het rijk van vrede te rusten.”
Drie jaar later hertrouwt de 36-jarige weduwe Meréi-j met de gepensioneerde militair (Jan) Mathijs Souren.
Het gezin Mathijs Souren en Meréi-j Vliegen
Mathijs Souren heeft al een avontuurlijk leven achter de rug wanneer hij Meréi-j (Hendriks)-Vliegen trouwt (Hierover leest u in deze Kroniek in het artikel hierna: “Mathijs Souren (d’r Zorre)” .

Eind jaren dertig. Merèi-j Souren-Vliegen en kleinkind Corry Frints. Merèi-j leest de krant bij het licht van de olielamp (in ’t Keerder dialect “de luuch”).
Het huwelijk vindt plaats in onze parochiekerk op 3 juli 1899. In hun gezin Souren – Vliegen worden daarna vier kinderen geboren De tweeling Maria Elisabeth (May) en Caspar Pascal (Pierre) op 20 januari 1902. Anna Maria Cornelia (Nieële) op 11 januari 1904 en ten slotte Julia Maria (Julie) op 9 december 1905. En verder was er natuurlijk nog de zoon uit het vorige huwelijk Hubertus Hendriks.
Het café bovenaan de Keerderberg
De ligging bovenaan de Keerderberg was een uitstekende plek voor een uitspanning. Het had zijn klandizie vooral te danken als rustpunt voor passanten die zich te voet of per fiets de berg ‘opgewerkt’ hadden. Immers, eind 19de en begin 20ste eeuw verplaatsten de meeste mensen zich nog te voet; van openbaar vervoer was nog geen sprake.
Keerderberg te zwaar voor één paard
Een oudere dorpsgenoot vertelde ons dat de Akense voerlui die maar één paard voor de kar hadden, grote moeite hadden om hun volle karren de Keerderberg op te trekken. Keerdenaren zagen hierin een buitenkansje. Zij stalden onderaan de Keerderberg bij het restaurant “In de Hoof” een paard en verhuurden hun extra trekkracht. Bovenaan de berg spande men het paard weer uit en vaak ging men dan bij Meréi-j van d’r Zorre “e dröpke” (jenever) drinken. Daarna daalde men weer de berg af om op de volgende klant te wachten.

De kinderen van Merèì-j en Mathijs Souren.
Van linksboven naar rechtsonder: dochter May (1902-1974), zoon Pierre (de Greune Zorre) (1902-1950), Julie (1905-1988) en Nieële (1904-1989).
Overlijden van (Jan) Mathijs Souren (d’r Zorre)
Het huwelijk van Mathijs en Meréi-j duurde bijna achttien jaar. Op 14 april 1917 overlijdt Mathijs. Of hij een lang ‘sterfbed’ heeft gehad is niet meer bekend. Drie dagen later doen de baoj (gemeenteveldwachter) Leonardus Joseph Otten en de houthandelaar Sjang van ’t Hesjke (Johannes Heusschen), beiden veertig jaar, op het gemeentehuis aangifte van zijn overlijden. Mathijs en Meréi-j waren in gemeenschap van goederen getrouwd. Mathijs liet in totaal – na aftrek van schulden – een kleine 3000 gulden aan bezittingen na. Overigens: de begrafeniskosten bedroegen toen 110 gulden (€ 49,92).
Brand
Meréi-j krijgt een jaar na het overlijden van haar tweede echtgenoot opnieuw met tegenslag te maken. Op zaterdagavond 14 december 1918 omstreeks 21.00 uur breekt er brand uit. Voordat men dat goed en wel in de gaten had, sloegen al de vlammen zo hoog uit, dat blussen niet meer mogelijk was. Het woonhuis en stallen brandden volledig uit. Ook ging een gedeelte van de inboedel verloren. Het vee – een koe en drie varkens – wisten aan de vlammenzee te ontkomen. De oorzaak van de brand kon niet achterhaald worden. Een troost was dat de verzekering de schade dekte.
Uitbreiding met een danszaal
Na de brand wordt van de nood een deugd gemaakt en besluit men om een danszaal aan het café aan te bouwen.

Links de danszaal waar menige Keerdenaar zijn eerste danspasjes uitgeprobeerd heeft.
Na de bouw van de danszaal verschijnen regelmatig advertenties in de krant met aankondigingen van dansavonden. Ook worden openbare veilingen in het café gehouden. Verder was beej d’r Zorre het verenigingslokaal van de handboogschutterij Amicitia.
Op 31 mei 1930 krijgt Meréi-j vergunning om ook in de zaal, buiten zwak alcoholische dranken, zoals bier en wijn (verlof A), ook sterke drank, jenever cognac (verlof B) te verkopen.
Verkoop van het café
Eind jaren dertig wordt het café Meréi-j te vermoeiend en besluit ze het café met toebehoren te verkopen aan haar jongste dochter Julie en haar echtgenot Wim Linders, onder de voorwaarde dat ze tot haar dood kost, inwoning en verpleging kan blijven genieten.

Volkskrant, 6 juni 1940
Ten slotte
Na een zeer bewogen leven, gekenmerkt door grote tegenslagen, overlijdt op 13 november 1944 de bijna 80-jarige Maria Catharina (Meréi-j) Souren-Vliegen. Toch zal de naam Café Souren nog jarenlang op de gevel van het café prijken.
Vanaf de jaren vijftig was het café eigendom van de Oranjeboom brouwerij en kende het café meerdere exploitanten zoals de familie Mantelers, Cees Visser met zijn gezin, Frank Weijenberg en van Proemeren. De naam café Souren wijzigde in de sjieke benaming Auberge Cadier Montagne en later in de weinig inspirerende naam “café-restaurant Circus”. Maar voor de oudere Keerdenaar bleef het beej d’r Zorre .

Rijksweg met Cafe Souren
We zijn bijna weer vergeten dat er geen rotonde was.
In 2017 werd het café, na een paar jaar leegstand, afgebroken en maakte het plaats voor nieuwbouw. Zoals hieronder te zien is.

Locatie Cafe Souren anno 2019
Geschreven door Huub Souren en Jo Purnot (2019)
Bron:
Familie-archief Hub Souren en ansichtkaartencollectie Harry Beckers.