Bloedverwantschap door Lei Haesen
Op een willekeurige groeps- of verenigingsfoto met vertegenwoordigers van oude Keerder geslachten zijn de meesten onwetend van een onderlinge, verre bloedband.

Op de foto vijf dames van de vrouwenbond tijdens een verenigingsfeest omstreeks 1960.
Van links naar rechts: Fien Bessems-Spronck (1915-2000), Lies Lemmens-Blom (1908-1971),
Mai Brouwers-Schreurs (1898-1994), Anna Heusschen-Bisscheroux (1904-1983) en Anna Daemen- Vrijens (1896-1987)
Bloedverwantschap bestaat tussen personen die een gemeenschappelijke stamouder hebben. Wanneer je ver genoeg in de tijd teruggaat, dan zijn de meeste Keerdenaren-van-origine aan elkaar verwant, en niet alleen Keerdenaren! Men staat er niet bij stil, maar iedereen heeft vele voorouders. Het aantal is met een eenvoudig rekensommetje precies te bepalen. Ieder heeft twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, zestien betovergrootouders, enz. Bij elke verdere generatie terug verdubbelt het aantal. Na bijvoorbeeld tien generaties bezit men erfelijke eigenschappen van in totaal 2046 personen. En dan gaat het snel. Na twintig generaties heeft men meer dan één miljoen voorouders. Het rekenvoorbeeld is theoretisch, want dan zou er geen bloedverwantschap mogen bestaan tussen welk paar van deze voorouders ook. En dat is in de praktijk niet het geval. Bij het maken van een kwartierstaat – hierbij breng je al je voorouders in mannelijke en vrouwelijke lijn schematisch in beeld – zie je dat bruid en bruidegom vaker dezelfde voorouders hebben.
Nog indrukwekkender is het aantal nakomelingen van één ouderpaar. Stel dat van hun kinderen er drie huwen die elk ook weer drie kinderen krijgen die trouwen, enz. Elke verdere generatie verdrievoudigt het aantal nakomelingen. Na tien generaties zijn er totaal minstens 29.522 afstammelingen en na vijftien generaties ruim zeven miljoen. Wij rekenen voor een eeuw drie generaties. Van één ouderpaar dat 500 jaar (vijftien generaties) geleden in het huwelijksbootje stapte, zouden nu nog theoretisch zeven miljoen nakomelingen leven. Gelukkig dat door veelvuldig bloedverwantschap de praktijk niet met de theorie overeenkomt.
Tot in de twintigste eeuw diende bij kerkelijke huwelijken dispensatie aangevraagd te worden, als toekomstige bruid en bruidegom verwant waren tot en met de vierde graad, momenteel tot de derde graad. Aan de hand van onderstaand schema kan de graad van bloedverwantschap (volgens de kerkelijke regelgeving) gemakkelijk berekend worden: