In de loop der eeuwen hebben steeds meer mensen zowel professionele kunstenaars als hobbyisten zich bezig gehouden met het vervaardigen van afbeeldingen, veelal naar de werkelijkheid. Dat gebeurde onder meer in schilderijen en tekeningen.
Een van de velen die de werkelijkheid door middel van het maken van tekeningen wilde vastleggen was Maastrichtenaar Philippe van Gulpen. Over hem gaat dit artikel waarbij drie van zijn tekeningen die betrekking hebben op ons dorp aan de orde komen. Deze tekeningen van Van Gulpen gunnen ons een blik terug in de tijd. Het zijn de vroegste afbeeldingen van Cadier en Keer; oudere tekeningen zijn er niet.
Philippe van Gulpen, wie was hij?

Philippe Guillaume Jacques van Gulpen
Philippe Guillaume Jacques van Gulpen werd in Maastricht geboren op 18 mei 1792 en overleed in zijn geliefde stad op 70-jarige leeftijd op 12 juli 1862. Maastricht was toentertijd een uitgesproken tweetalige stad waarbij het Frans in de betere kringen een duidelijke voorkeur genoot ten opzichte van het Nederlands.
Omdat Philippe uit een redelijk welgestelde Maastrichtse familie kwam – die ook positief stond tegenover de veranderingen die de Franse revolutie met zich bracht – rekende hij zichzelf tot die betere kringen. Omdat ook te tonen had hij zijn Nederlandse voornamen daarom verfranst: Philippus Wilhelmus Jacobus werd Philippe Guillaume Jacques.
Zijn vader heeft hij nooit gekend; deze overleed zeven weken voor Philippe’s geboorte. Zijn moeder hertrouwde met een beroepsmilitair en mede op diens aandringen ging hij naar Duitsland. Hier in Hamburg is hij in 1812 werkzaam als assistent-apotheker in een militair hospitaal waar zijn stiefvader een functie had. Daarna werkte hij van 1816 tot 1818 als leerling-chirurgijn in Parijs en Tours. Enkele jaren na de val van Napoleon keerde hij terug naar Maastricht. Zijn ambitie was om carrière te maken in de medische wereld. Dat is niet gelukt. Hij deed tweemaal examen om stadsheelmeester (dokter) en vroedmeester (verloskundige) te worden maar hij slaagde niet voor zijn examen.
Na zijn huwelijk in 1821 met Jeannette Leclerre en een kort verblijf in Maaseik ging het jonge paar in Maastricht wonen. Dit grote pand in de Capucijnenstraat – in 1951 afgebroken voor de bouw van de brandweerkazerne – had hij geërfd evenals grond in België. Omdat hij een deel van het huis kon verhuren en vanwege de pachtinkomsten uit de grond, was hij een ‘klein renteniertje’ die kon leven van deze opbrengsten.

Jeannette Leclerre (1796-1876) op hoge leeftijd
Financieel was Philippe onafhankelijk. In het culturele milieu van Maastricht opereerde hij in de marge; hij werd door de upper-ten niet direct als gelijke gezien. Met tekenen, aquarelleren (met waterverf een schilderij maken) en het kopiëren – op schetsmatige manier – van prenten en gravures die historische gebeurtenissen van Maastricht en omgeving weergeven, bracht hij zijn ruimschoots aanwezige vrije tijd door.
Artistieke ambities
Een professioneel kunstenaar was hij niet. Een tekenopleiding heeft hij nooit gehad. Zijn werk kenmerkt zich dan ook door een zekere naïviteit. Vooral met het tekenen van perspectief had hij grote moeite, maar toch ontwikkelde zijn werk zich door de jaren enigszins. De grootste passie van Van Gulpen was het maken van tekeningen en aquarellen. Hij trok naar buiten en tekende vooral stadsgezichten (met name van Maastricht), kerken en kapellen, kastelen en landhuizen, reconstructies van historische gebouwen, maar ook bloemen, vogels, vlinders en andere dieren. Bij het naar buiten trekken, heeft Philippe ook Cadier en Keer aangedaan; op minstens drie tekeningen komt ons dorp voor.
Hij heeft vooral bekendheid gekregen vanwege zijn bijzondere belangstelling voor de historie. Die belangstelling blijkt uit de zeer grote hoeveelheid tekeningen (méér dan vijfduizend) die hij in zijn leven vervaardigd heeft.
Tekening ‘Heuvel bij Cadier en Keer’
Blijkens een aantekening op de achterzijde van deze tekening is deze gemaakt in 1837. De gebruikte techniek is van pen in grijs terwijl de kleuren met een penseel zijn aangebracht.
Getekend is vanaf een heuvel in ons dorp en getoond wordt een gezicht op het Maasdal vanuit het Oosten. Dit is het uitzicht van bijna 200 jaar geleden.
Kijkend vanuit Cadier en Keer zien wij links een molen met rechts daarnaast een huis. Verder naar rechts zien wij een groot gebouw en helemaal rechts een kerk met torenspits. [Noot van de redactie:
de tekening is in groter formaat met alle details te zien op onze website www.historischekringcadierenkeer.nl].
De molen kan niet missen: het is de korenmolen van Gronsveld. De situering van het huis ernaast komt overeen met hetgeen op de toenmalige kadasterkaart (het kadaster dateert nagenoeg uit dezelfde tijd) aan bebouwing is aangegeven. De kerktoren is die van de voormalige, later wegens bouwvalligheid afgebroken kerk van Heer. Op de plek van deze kerk aan de Oude Kerkstraat 12 bevindt zich momenteel het ‘Kinderdagverblijf Sterre’. Op oude kaarten ligt die kerk vanuit Cadier en Keer gezien ongeveer even ver weg als de molen. De huidige kerk van Heer dateert van 1905 en is op een andere plek gebouwd dicht in de nabijheid van de afgebroken kerk.
Het grote huis tussen de molen links en de kerk rechts is het landgoed Opveld (nu Veldstraat 20). In 1902 toen de zusters van Voorzienigheid dit pand kochten, hebben zij het nodige verbouwd en uitgebreid. Ten tijde van de tekening (1837) was dit inderdaad het laatste huis aan de Veldstraat. Ook dit kan worden geconcludeerd uit de kadastrale gegevens van destijds.
Interessant is verder nog de vraag op welke plek de tekenaar bij het maken van de tekening heeft gestaan. Vreemd is evenwel de berg waarop de figuur (met zijn hoge hoed in de hand) kennelijk uitrustend van een flinke, inspannende wandeling en genietend van het weidse uitzicht, is gaan zitten.
Bevindt de persoon zich hier op de ietwat overdreven getekende Mosterdberg of is de locatie te situeren nabij het hertenkamp bij Huize St Joseph met zijn imposante mergelwand?
Vermeldenswaard is nog dat deze tekening van Van Gulpen de omslag siert van de verkorte uitgave van het academisch proefschrift van Jacques van Rensch Licht op het zonneleen Gronsveld. Hij komt echter tot een andere conclusie. In het colofon van dit indrukwekkend boek vermeldt hij dat het gaat om een aquarel die het zicht toont op Heugem en Gronsveld vanaf de Sint Pietersberg. De vraag is of dat kan kloppen, omdat op de tekening het molenhuis rechts staat van de molen.
Tekening ‘Kasteel Blankenberg’
Van Gulpen heeft een enorm aantal tekeningen gemaakt waarvan vele van historische gebouwen, kastelen en stadsgezichten. Tot één van die historische kastelen die hij afbeeldde, behoort ook ‘Chateau de Blankenberg prés Maestricht à Mr. le baron de Chestret’. Deze tekening is opgenomen in de DSM-kalender 1978 (tekening nr. 56).

Chateau de Blankenberg près Maestricht à Mr. le baron de Chestret.
Het kasteel wordt afgebeeld aan de voorzijde (zuidzijde). Fraai is de symmetrische bouw met in het midden van de uitspringende voorgevel het fronton met het wapen van de familie de Chestret.
Op beide hoektorens staan sierlijke, bolvormige torentjes elk voorzien van een imposante kunstige windwijzer in de vorm van een haan. In later jaren – wanneer precies en waarom weten wij niet – zijn deze torentjes verwijderd en resteren nog slechts de afgeknotte paviljoens.
De entree naar het kasteel wordt afgeschermd door een tweetal hekwerken. Het ene op de voorgrond sluit de binnenplaats af en het andere verhindert een onbelemmerde toegang tot de oprijlaan.
De tekening wordt gecompleteerd door de bomenrij aan weerszijden van de oprijlaan; rechts vinden wij de pachthoeve met de bedrijfsgebouwen waarbij ook een torentje boven de daken uitsteekt. Op het torentje is ook iets getekend; wat het voorstelt (een kruis?) is niet te ontwaren.
Baron Nicolas De Chestret de Haneffe (1803-1856) had in 1841 het kasteel Blankenberg aangekocht na het overlijden van de toenmalige eigenaar Salomon Reinier Pichot du Plessis. Voor nadere informatie over deze Salomon zie het artikel elders in deze Kroniek van Fons Meijers ‘Salomon Pichot du Plessis, burgemeester van Cadier en Keer, nazaat van slavenhouders. Deze laatste had rond 1825 de oorspronkelijke burcht geheel gesloopt en op de fundamenten het huidige drielaagse herenhuis in neoclassicistische stijl als lustoord gebouwd. Deze bouwstijl is duidelijk te herkennen: het is gebaseerd op de oude Griekse en Romeinse bouwstijlen. Tevens had hij een prachtig park laten aanleggen.
Van welk jaar de tekening van Van Gulpen dateert is niet bekend; op
de tekening zelf komen daaromtrent geen aantekeningen voor; vermoedelijk is ze gemaakt rond 1840. Het is een topografische tekening met pen en penseel in kleur (afm. 15, 5 cm x 21,5 cm).
De nieuwe eigenaar Nicolas De Chestret de Haneffe overleed op 53-jarige leeftijd in 1856. Na zijn overlijden erfde zijn zoon Jules (1833-1909) het herenhuis. Deze was archeoloog, historicus en burgemeester van Donceel (België); hij heeft verschillende boekwerken op zijn naam. Verder was hij lid van de prestigieuze Academie royale de Belgique (Koninklijke Academie van België). In de jaren tussen 1856 en 1863 heeft hij het herenhuis opnieuw ingrijpend verbouwd. Het herenhuis zou diens eigendom blijven tot 1904 toen het met enkele hectaren grond werd verkocht aan uit Frankrijk gevluchte religieuze zusters die er echter niet zijn gaan wonen. Dat deden wel de eveneens uit Frankrijk gevluchte paters Redemptoristen die het kasteel tot 1933 in gebruik hadden. Zij bouwden boven de koestallen een kapel. Vanaf 1934 was het kasteel eigendom van de Zusters van het Arme Kind Jezus; ze verbleven er tot 2004. In dat jaar vertrokken ze naar het moederhuis (Huize Loreto) in Simpelveld. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) kocht het complex aan en nam het in gebruik als verpleeg- en herstelkliniek.
Sinds 2010 is in het herenhuis het grootseminarie van het Bisdom Roermond gehuisvest.
Tekening met zicht op het Zuid-Limburgse heuvelland

Vue prise sur la Chaussée d’Aix la Chapelle, dessus la Montagne de Keer, à une lieu de Maestricht
In het onderschrift bij deze tekening schrijft Van Gulpen dat het een uitzicht betreft van boven op de Keerderberg. Voor degenen die niet zouden weten waar de Keerderberg gelegen is, schrijft hij erbij dat het om een plaats gaat bij Maastricht. Van wanneer de tekening dateert is niet vermeld, maar dat zal na 1823 (vermoedelijk rond 1840) zijn geweest. In 1823 begon namelijk de aanleg van de Chaussée d’Aix la Chapelle (Rijksweg Maastricht-Aken). Mijn opa (Aampa) sprak steeds van de Sjteinwîeëg (Steenweg) vanwege de grote Belgische keien waarmee die weg bestraat was. Op de tekening zijn die keien op de voorgrond duidelijk te zien.
Wij zien verder een wolkeloze hemel in een licht glooiend en liefelijk landschap, gestoffeerd met plukjes bomen en bosschages. Hoe idyllisch wil je het hebben?
Links op de tekening wordt het beeld bepaald door een manspersoon met hoge hoed, al kuierend over de weg richting Gulpen. Over zijn schouder draagt hij een stok met daaraan een knapzak. Zijn metgezel – een hond – (gezien zijn witte vacht met zwarte vlekken kennelijk een Dalmatiër) heeft er veel plezier in. Hij dartelt vrolijk enkele passen achter zijn baas aan. Beiden genieten kennelijk van het uitje ook al blijft hun bestemming in het ongewisse. Gezien de meegenomen proviand zal dat een rustig plekje zijn met de bedoeling om ergens te picknicken.
Het is zomer op het einde van de oogsttijd; de korenschoven staan in het glooiende landschap gereed om de schuren te vullen. Daarnaast is er links vooraan een tweetal ronde hooimijten (miète) te zien; in het midden van de tekening staan er ook nog twee.
Daarachter rijst ook de torenspits van een kerk uit het niets op. Dat zal de kerktoren van Eckelrade zijn. Als dat zo is zal de tekening op de Rijksweg, ongeveer ter hoogte van de kruising met de Vendelstraat, gemaakt kunnen zijn. Iets hogerop bij het ‘tunneltje’ bij de Rijksweg tegenover de Duùsterstaeg is ook niet uitgesloten. De hellingen rechts op de tekening, met het dal (aan de linkerzijde) zijn dan Keerebösj en Reinsberg. In het dal loopt de Daore gröb.
Het beeld dat wij zien geeft dan zicht op het landschap tussen Cadier en Keer en Eckelrade ongeveer 200 jaar geleden.
Collectie verspreid
De tekeningen van Van Gulpen zijn verspreid geraakt en verdeeld over verschillende collecties. Uiteraard bevinden zich tekeningen in Maastricht (Rijksarchief en de gemeente) maar het grootste deel bevindt zich in Ter Apel (Groningen) bij de erfgenamen van zijn dochter. Ook in het Kruisherenhotel in Maastricht zijn tekeningen van hem te zien. Camille Oostwegel heeft in 2001 ruim honderd werken van Van Gulpen aangekocht.
Zijn werk is ook verschillende keren geëxposeerd; in 1978 bracht DSM een kalender uit met een honderdtal tekeningen van zijn hand.
Ten slotte
Van Gulpen was geen groot tekenaar. Zijn wijze van tekenen was soms wat primitief en hij had veel moeite met het perspectief en met het weergeven van de verhoudingen. Daar tegenover staat echter dat hij gevoel had voor compositie, vooral bij het weergeven van gebouwen in het landschap.
De grootste waarde van zijn werk ligt dan ook in het vastleggen van gebouwen, stadsgezichten en kastelen in een periode die zo’n kleine 200 jaar achter ons ligt. Het toont ons ook dat in de achter ons liggende jaren in stad en land veel is veranderd. Helaas niet altijd ten goede! Door middel van zijn tekenpen en zijn penseel doet Van Gulpen het aanzicht van het toenmalige Limburg voor ons herleven.
Dat Van Gulpen ook Cadier en Keer op zijn wandelingen heeft aangedaan, bewijzen zijn drie in dit artikel weergegeven tekeningen.
Geschreven door drs. Harry H.M. Beckers (2019)
Bronnen
Timmers, J.J.M., In het voetspoor van Ph.G.J. van Gulpen (DSM-kalender), Heerlen, 1978.
Spronck, L, De herinneringen van Charles van der Noordaa. In: Publications (PSHAL, #147, pag. 63-155. Maastricht, 2011).
Spronck, L, Philippe van Gulpen 1792-1862, chroniqueur met pen en penseel. In: Stichting Historische Reeks Maastricht, 2005.
De auteur dankt Marnix Haesen, Huub Spronck en Jo Purnot voor hun bijdrage aan de speurtocht naar de juiste locatie van twee van de hier aan de orde zijnde tekeningen.