In de vrorige eeuw is de eerste voetbalvereniging opgericht, eerst nog even onder de naam Keerder Sportvereniging (KSV), maar sedert 1947 als V.V. Keer.
Het was een hernieuwde start van het competitievoetbal in ons dorp dat door de Tweede Wereldoorlog een aantal jaren stil had gelegen.
Voor de oorlog waren er in Keer immers ook al voetbalclubs geweest. De eerste was de Keerder Voetbalclub (KVC) die al in 1909 werd opgericht, maar die nog niet aan een officiële competitie zal hebben deelgenomen. In het seizoen 1926 -1927 is de R.K. Keerder Voetbalvereniging (R.K.K.V.V.) opgericht. Deze vereniging nam in 1934 voor het laatst deel aan de competitie. Twee jaar later kwam er een nieuwe club met de naam Keerder Boys, die in 1941 als gevolg van de oorlog is opgehouden te bestaan.
In dit en in twee volgende Jaarboeken van de Keerder Kroniek zal aandacht worden besteed aan deze geschiedenis van meer dan een eeuw clubvoetbal in ons dorp. Daarbij komen veel feiten aan de orde, maar wordt ook niet voorbij gegaan aan de vele anekdotes die over het voetbal in Keer door de jaren heen zijn overgeleverd.
Het begon met K.V.C.
In 1909 is in Keer de eerste voetbalclub opgericht. Deze voetbalde onder de naam Keerder Voetbalclub (K.V.C.). Dat is af te leiden uit onderstaand verslag in de Limburger Koerier van 26 juni 1909 van de ‘eerste wedstrijd’ van K.V.C. tegen Heer:
Cadier en Keer – Zondag om 5 uur speelde de Voetbalclub K.V.C. van hier haar eersten wedstrijd, namelijk tegen hare zustervereeniging uit Heer. Aanvankelijk stellen beide zich met 9 man op, waarbij K.V.C. zon en wind tegen heeft. Al spoedig doen hare voorwaartsen aanvallen op de vijandelijke goal, doch met geen voldoend succes. Eindelijk, na ongeveer 20 minuten spelens, weet zij door een solo-ren van haren center-voor haar eerste goal te maken. Ook de vijandelijke voorhoede zit niet stil, doch stuit telkens terug op de backs, die hun terrein goed zuiver houden. Zoo wordt met 1-0 in ’t voordeel van K.V.C. gedraaid. Na half time brengt Keer wederom 9, Heer daarentegen 11 man in ’t veld. Toch weet K.V.C. spoedig haar tweede goal te maken. Na eenigen tijd valt Heer een vrije schop te beurt, die goed genomen in een goal wordt omgezet, doch welke wegens off-side beslist ongeldig was. Goed gesteund door haar half backs brengt nu de K.V.C. voorhoede het spel weder op vijandig terrein en maakt niet lang daarna haar derde goal. Na nog eenige aanvallen over en weer blaast de scheidsrechter ’t einde en heeft K.V.C. eene welverdiende 3-1 overwinning behaald.
Of dit het verslag is van een vriendschappelijke wedstrijd of van een wedstrijd in competitieverband is niet duidelijk. Indien het een competitiewedstrijd was, zou deze Keerder Voetbalclub in de competitie van de neutrale Limburgsche Voetbalbond hebben moeten spelen. Maar deze bond was pas een jaar eerder, op 8 maart 1908, opgericht en in het seizoen 1908-1909 deden slechts zes clubs mee aan de competitie van deze bond. Het is onwaarschijnlijk dat de Keerder Voetbalclub één van die zes clubs is geweest. Bovendien zou het zeer opmerkelijk zijn als een voetbalclub uit zo een kleine katholieke dorpsgemeenschap als Keer was, zich bij een neutrale bond had aangesloten. De katholieke kerk was immers aanvankelijk fel tegen het voetballen op zondag in competitieverband, omdat het de verplichte zondagsrust en het gezinsleven zou aantasten. En dat de Limburgsche Voetbalbond niet het predikaat katholiek had, zag de kerk als een bedreiging voor het zedelijk leven van de voetballers.
Uit een interview met Michaël Spronck (Geel va de Grèt) in het clubblad Keerbal (april 1980, jaargang 3, nummer 2) blijkt hoe primitief het voetballen rond 1920 in ons dorp er aan toe ging. Iedereen speelde in zijn eigen trui, overhemd of zelfs in de blote bast. Als de spelers allemaal een dubbeltje of kwartje bijdroegen, kon men een bal kopen die toen zo’n 4 à 5 gulden kostte. De vriendschappelijke wedstrijden werden gespeeld op een veld (weiland) op Hierebêrg. Hier werden de Keerder jongens echter door de boer weggestuurd omdat de prikkeldraad steeds kapot was. Daarom is men uitgeweken naar een weide op ’t Gruusselt. Ze moesten ook daar vóór de wedstrijd met vereende krachten de kooflatte (koeienvlaaien) en molshopen opruimen. Als er niet gevoetbald werd, was het ‘speelveld’ namelijk het domein van de koeien.

Een elftal van R.K.K.V.V. in 1927-1928 in blauw-rode trui en zwarte broek.
1e rij vanaf links: Sjeng Vliegen, Sjef Simons, Pierre Hornesch
2e rij vanaf links: Sjang Mingels, Sjuul Leijsen en Väös Gilissen.
3e rij vanaf links: Giel Brouwers, Guus van de Ven, Albert Schutz, Pierre Brouwers, Pierre Mingels en Wöm Beijers.
R.K. Keerder Voetbalvereniging (1926-1934)
In het seizoen 1926-1927 is de Roomsch Katholieke Keerder Voetbalvereniging (R.K.K.V.V.) opgericht. Daarmee was er in Keer voor het eerst een club die deelnam aan de officiële competitie van de Roomsch Katholieke Limburgsche Voetbalbond (R.K.L.V.B.).
Deze katholieke voetbalbond was in 1917 opgericht als tegenhanger van de neutrale Limburgsche Voetbalbond (L.V.B.). De katholieke geestelijkheid had haar verzet tegen de zondagse voetbalcompetitie intussen opgegeven en zich in plaats daarvan gericht op het propageren van een voetbalcompetitie in katholiek verband. Daartoe werden de bestaande clubs die waren aangesloten bij de neutrale L.V.B door de katholieke geestelijken gestimuleerd zich aan te sluiten bij een op te richten katholieke voetbalbond in Limburg. Dit heeft ertoe geleid dat bij de oprichting in 1917, ongeveer twintig Zuid-Limburgse voetbalverenigingen zich aansloten bij de katholieke bond.
Overigens ging het de katholieke voetbalbond aanvankelijk niet voor de wind. Dat kwam doordat de neutrale clubs betere accommodaties hadden en over mensen met meer voetbalkwaliteiten beschikten zodat hun spelpeil hoger was. De parochiegeestelijkheid bleef niettemin ook in de twintiger jaren van de vorige eeuw alles in het werk stellen om ‘katholiek’ voetbal te propageren. Dank zij deze propaganda en de massieve steun van enthousiaste ‘voetbalkapelaans’ was de R.K.L.V.B. na tien jaar, in 1927, de neutrale bond in ledental voorbijgestreefd. Daartoe behoorde vanaf het seizoen 1926-1927 dus ook de R.K.K.V.V.
Deze club nam met twee elftallen deel aan de competitie in het dekenaat Maastricht en Wyck, samen met clubs als Kimbria en Rapid uit Maastricht en clubs uit Eijsden, Heugem en Gronsveld. Later, in de jaren dertig, zouden meer dorpen uit het Heuvelland, zoals Noorbeek, toetreden tot deze competitie. De club had op 1 april 1927 34 leden.
In het seizoen 1927-1928 lag het club- en tevens kleedlokaal bij café Brouwers (Wöllempke de sjmieëd, nu Rijksweg 86).
R.K.K.V.V. speelde niet langer in eigen trui of hemd, maar in een tenue dat aanvankelijk bestond uit een blauw-rode trui met zwarte broek, maar in het seizoen 1929-1930 veranderde in een wit sporthemd en zwarte broek.
De Roomsch Katholieke Keerder Voetbalvereniging is geen lang leven beschoren geweest, want in het seizoen 1933-1934 komen we R.K.K.V.V. niet meer tegen in het archief van de R.K.L.V.B. Dat betekent dat er in ons dorp in dat seizoen niet meer in competitieverband werd gespeeld.
Een nieuw begin: Keerder Boys (1936-1941)
Na een afwezigheid van twee jaar wordt in het seizoen 1936-1937 weer deelgenomen aan de competitie. Niet meer onder de naam R.K.K.V.V. maar onder de naam Keerder Boys. Het veld lag achter Meije op een terrein van de familie Bröcheler, thans van de manege Tychon. Hoogstwaarschijnlijk was dit hetzelfde veld als dat waarop ook R.K.K.V.V. had gespeeld. Pierre Hornesch (de Roeje Hornesch) heeft op dit veld nog een been gebroken.
Het clublokaal annex kleedlokaal van de Keerder Boys was in de eerste twee jaar bij Hai Ernon, Rijksweg 22, maar vanaf het derde jaar werd dit bij het café van Pie va Tossing (Gilissen) in de Kerkstraat.

Een elftal van R.K.K.V.V. in 1927- 1928:
1e rij vanaf links: Guy van de Ven, Pie Bisscheroux en Giel Bessems (Peet);
2e rij vanaf links: Pie Gilissen, Sjuul Leysen, Pierre Beijers;
3e rij vanaf links: Sjaak Bessems, Math Bessems, Joseph Brouwers, Sjaak Vaessens, Harry Arbeel en Pierre Bessems (va Marij).
Het voetbalveld lag Achter Meije.
In het seizoen 1937-1938 behaalden de Keerder Boys het kampioenschap in de tweede klasse van de R.K.L.V.B. en promoveerde naar de eerste klasse. Zondag 24 juli 1938 speelde het kampioenselftal onder grote belangstelling een huldigingswedstrijd tegen het eerste elftal van Heugem. Deze wedstrijd werd met 2-1 gewonnen. In de Limburger Koerier van 27 juli 1938 stond hierover onderstaand bericht:
Vóór den wedstrijd werd een hulde-rede gesproken door den Edelachtbaren heer Burgemeester, waarmede de besturen van de andere vereenigingen instemden. Na den wedstrijd werd het feest voortgezet in den vorm van een concert, verzorgd door de fanfare St. Blasius. Tot laat in den avond werd uiting gegeven aan een uitbundige vreugde.
Oorlogsjaren
In het seizoen 1940-1941 kregen de Keerder Boys nog een ander speelveld aan ’t Gruusselt. Maar op dit veld hebben ze niet lang gespeeld vanwege de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn wel nog aan het seizoen 1941-1942 begonnen, maar op 17 november 1941 werd de club opgeheven.
Daarna werden er gedurende de oorlog door Keerder jongens wel in een weiland, waarin dit van de eigenaar mocht, vriendschappelijke wedstrijden gespeeld. Tegenstanders waren dan de jongens van Huize St. Joseph (de Voegdij), Bakkerbosch en elftallen van naburige dorpen zoals Eckelrade, Sint Geertruid, ’t Rooth en Honthem. De reizen naar de uitwedstrijden werden meestal te voet, met kar en paard en soms met de sjees gemaakt.
Aan de wieg van de V.V.Keer
Na de Tweede Wereldoorlog moest men tot 1946 wachten voordat men weer officiële wedstrijden kon spelen tegen andere clubs uit de omgeving. Op een zondagmorgen begin januari 1946 stonden enkele jongemannen na de Hoogmis voor de kerk bij elkaar en vonden het hoog tijd dat er in het dorp weer in competitieverband gevoetbald werd. Jeu Kessels nam vervolgens het initiatief. Geen eenvoudige taak, want vlak na de oorlog was aan alles en nog wat gebrek. Zoals toen gebruikelijk werd met een aanplakbiljet op een van de linden op het kerkplein dit voornemen aangekondigd.
Op de eerste vergadering op zaterdag 26 januari 1946 in de toenmalige basisschool (huidig Keerhoes), werd uit de ca. 25 aanwezigen een werkcomité gekozen. Dit comité bestond uit Jeu Kessels, Egid Gilissen, Nand Haesen, Leike en Bèr Bessems. Tijdens de oprichtingsvergadering op zaterdag 6 april 1946, werden de leden van het werkcomité tot bestuurslid gekozen met Nand Haesen als voorzitter en Bèr Bessems als secretaris/penningmeester. Het secretariaat is al na korte tijd overgenomen door Henk van Kan. Maar deze moest in februari 1947 in militaire dienst en mocht toen vanuit de kazerne op de Veluwe waar hij was gelegerd, slechts om de veertien dagen een weekend op verlof. Daarom heeft voorzitter Nand Haesen aan Lei Bröcheler gevraagd of hij tijdelijk het wedstrijdsecretariaat wilde verzorgen. Toen Lei antwoordde dat hij pas 17 jaar was en zodoende geen bestuursfunctie mocht uitoefenen, kwam de voorzitter met een creatieve oplossing. Hij deelde Lei mee dat zijn geboortejaar niet 1930 maar 1929 was en dat hij dus wel 18 jaar oud was en zonder bezwaar kon beginnen met de secretariaatswerkzaamheden.

R.K.K.V.V. vanaf 1930 in wit sporthemd en zwarte broek.
1e rij vanaf links:Pierre Vliegen, Väös Gilissen (Tossing), Sjaak Vaessen, Sjeuf Coolen, Pie Goessens ( Greune va Lumpeske);
2e rij vanaf links: Pierre Brouwers, Sjeng Vliegen, Hai Heijnen, Pie Bisscheroux, Gène Vaessen, Sjeuf Brouwers, Pierre Hornesch en Tous Gilissen.
Enkele financieel draagkrachtige personen in het dorp zorgden ervoor dat de benodigde centen op tafel kwamen. De eerste doelen werden kosteloos gemaakt door Pie Bisscheroux, de voormalige keeper van R.K.K.V.V. Schoenen en ballen konden destijds slechts worden gekocht met distributiebonnen. Deze bonnen werden ‘versierd’ door de toenmalige pastoor Durlinger en via zijn broer, die een schoenenzaak had in Sittard, werd een leren bal aangeschaft. De eerste voetballen waren van leer. In een van de vlakken was een strook opengelaten, waardoor de rubberen binnenbal naar binnen kon worden gebracht. Deze sleuf werd met een leren veter dichtgetrokken. Het zal duidelijk zijn dat het leer bij regenweer veel water opnam en dat de veter lelijk hard kon aankomen bij het koppen.
In juli 1946 werd de vereniging officieel door de Nederlandse Voetbalbond (N.V.B.) toegelaten onder de naam Keerder Sportvereniging (K.S.V). In het seizoen 1946-1947 werd voor het eerst deelgenomen aan de competitie; met twee elftallen.
De spelers van K.S.V. moesten de shirts, of wat daarvoor doorging, zelf meenemen evenals de broek en kousen. Een witte blouse en een zwarte broek en men kon voetballen. Deze kleuren zijn toen hoogstwaarschijnlijk gekozen omdat kleding in deze kleuren in die tijd het gemakkelijkst was te verkrijgen. Omdat voetbalschoenen duur en moeilijk te krijgen waren, werden mijnwerkerschoenen als alternatief gebruikt. Opmerkelijk was ook dat bij iedere wedstrijd een E.H.B.O.-koffer op het veld aanwezig moest zijn.
De Keerder Sportvereniging had grote moeite om een geschikte wei te vinden waarop kon worden gevoetbald. De eerste wei waarop men is gaan voetballen, was aan de Gruisveldweg (op ’t Gruusselt). Dit gebeurde na intensief zoeken en onderhandelen met de eigenaar Winthagen. Deze stelde als voorwaarde dat men maximaal één jaar van deze weide gebruik mocht maken. De Gruisveldweg is de veldweg, die begint aan de Rijksweg tussen de huisnummers 48 en 52.
Na een jaar is K.S.V. gaan voetballen op een andere wei op ’t Gruusselt, namelijk die van Jos Vaessen, toen ook bestuurslid en elftalleider. Helaas was ook deze locatie maar voor een jaar. Hier moest men voordat het veld bespeelbaar was, eerst de afrasteringspalen (bajje) verwijderen en het speelveld uitzetten. Voor elke wedstrijd moesten de kooflatte gespreid worden, want als er niet gespeeld werd liepen de koeien op het veld. Deze koeien hielden het gras van het veld kort, maar omdat ze het gras rond hun eigen flatte niet lustten, bleef dat staan. Dat gras moest daarom voor elke wedstrijd nog gemaaid worden.

Keerder Boys tweede helft jaren dertigin zwarte broek en blauwe trui.
Zittend vanaf links: Pierre Vliegen, Giem Vliegen, Nand Haesen.
Staand vanaf links: scheidsrechter Janssen, Sjef Vaessen, Miel Spronck, Sjiel Gilissen, Frans Weusten, Sjefke Janssen,
Sjef Spronck, Joy Vaessen, Hub Huijnen, Leike Bessems en Hay Ernon
Nieuwe naam: V.V. Keer
De naam Keerder Sportvereniging heeft de club niet lang gedragen.
In het seizoen 1947-1948 wordt weliswaar nog aan de competitie gestart onder de naam K.S.V., maar in de tussenstand van 7 april 1947 komen we deze naam niet meer tegen. De club heet vanaf dat moment Keer. In een schrijven van de K.N.V.B. aan het Bestuur van de Afdeeling Limburg te Maastricht wordt medegedeeld dat de naam van de vereniging K.S.V. te Cadier en Keer door de K.N.V.B. werd geregistreerd als ‘Keer’.
Zoals blijkt uit het blad Officieele Mededeelingen K.N.V.B. afd. Limburg van 29 maart 1947 waren ook in dat jaar voetbalschoenen nog ‘op de bon’. ‘Uitsluitend in de Afdeeling spelende vereenigingen’ konden bonnen aanvragen voor het kopen van voetbalschoenen. Dat moest ‘bij afzonderlijk schrijven’ geschieden.
Spelers van V.V. Keer
In al die jaren dat er in Keer gevoetbald werd zijn er uiteraard veel Keerder jongens die tegen de bal getrapt hebben. En zoals bij elke club waren er ook bij de V.V.Keer spelers die wat meer talent hadden dan anderen. De meest talentvolle zijn de jeugdspelers geweest, die zijn doorgestroomd naar het betaalde voetbal en daar in het eerste elftal een basisplaats hebben gehad: Marc Luijpers (Roda JC en MVV); Jacky Vaessen (MVV) en Danny Wintjens (MVV, FC. Twenthe, Heerenveen,VVV en Fortuna).
Verschillende families waren echte voetbalfamilies waarvan nagenoeg iedere mannelijke nakomeling voetballer is geweest. Denk bijvoorbeeld aan de Pirnays, waarvan Jo, Egid (Sjielie), Henk en Sjef hebben gevoetbald en aan de gebroeders Haesen met Nand, Fer, Frietske en Frans en aan Sjo, Haj, Chrit en Sjuul Pinckers uit Honthem. Ook Jean, Harry en Mon Mourmans zowel als Sjaak, George (Sjoj) en Wiel Vaessen en Sjir en Jean Doijen hebben allemaal de kleuren van Keer verdedigd. Maar de grootste voetbalfamilie is wel de familie Spronck geweest, waarvan niet alleen de broers Jean, Eddy, Pierre, André, Hupie en Mathieu in de herenelftallen, maar ook nog de zussen Thea, Karin en Anneke in de dameselftallen hebben gevoetbald.
Harie Bisscheroux was in 1948 de eerste speler van Keer waartegen een strafzaak heeft gelopen bij de K.N.V.B. Harie werd daarbij ‘wegens ongepast optreden’ voor twee wedstrijden geschorst en tevens werd hem het recht ontzegd om als aanvoerder van het elftal op te treden.
Vaak trokken de spelers van de verschillende elftallen van Keer ook buiten de trainingen en wedstrijden veel met elkaar op. Daarbij is in de loop der jaren heel wat voorgevallen dat de teamgeest aanzienlijk heeft versterkt. Zo gingen in de jaren vijftig de spelers van het eerste elftal, toen hun wedstrijden om 13:00 uur begonnen, na de wedstrijd naar het clublokaal van Pie Gilissen. De meeste spelers bleven daar tot een uur of vijf en haastten zich daarna naar huis om zich om te kleden voor het bal dat om vijf uur, ook bij Pie, begon. Maar het overkwam spelers als Johan Bessems (va Bel) en Manuel Pirnay geregeld dat zij op zondagavond nog in voetbaltenue aan het buffet in het clublokaal zaten met of zonder overblijfselen van kooflatte aan benen, broek of hemd.

Huldiging kampioenselftal V.V.Keer in 1953 voor café Gilissen.
Zittend vanaf links: Bèr Bisscheroux, Sjef Heijnens, Henk van Kan, Pie Bisscheroux, pater Backus, Frans Haesen, Bèr Beckers ( trainer) en Lei Bröcheler.
Staand vanaf links: Jeu Heusschen, Mathieu Hornesch, Lucien Vaessens, Jean Doyen, Pierre Mingels, Wim Fraats, Harie Bisscheroux, Breur Geurten (Gasthuis), Pie Gilissen, Hub Lemmens, Pierre Schillings, Sjir Doyen, Johan Bessems ( va Bel), Jean Gilissen, Jo Beijers, Nic Brennenraedts, Michel Spronck (va Berpke) en Hai Pinckers (Honthem)
De spelers van het derde elftal beleefden op de eerste autoloze zondag in 1973 een onvergetelijke dag. Zij kwamen, door nood gedwongen, op het idee om met kar en paard naar de uitwedstrijd te gaan. Zo kon het gebeuren dat Jean Tillie tijdens de rust van de wedstrijd met het geleende paard van Pierre Florack rondjes om het veld liep, zodat het niet afkoelde. Na de wedstrijd, die door Keer was gewonnen, werd de thuisreis in opperbeste stemming hervat met een hapje en drankje op de wagen en onder de muzikale begeleiding van gitarist Pierre Spronck (va Mia va de Beijer).
In de jaren negentig is het een keer gebeurd, dat de spelers van Keer een list moesten verzinnen om niet te hoeven voetballen. De reden daarvoor was dat veel spelers voor de zondag dat voor de competitie moest worden gevoetbald, ook een toegangskaart hadden voor de Hierezitting die op die zelfde dag werd gehouden. Daarom moest er een manier gevonden worden om de wedstrijden in Keer niet te laten doorgaan. Toen de consul op de desbetreffende zondagmorgen de velden kwam keuren, zag hij tot zijn stomme verbazing dat de aluminium doelpalen waren doorgezaagd en de wedstrijd niet kon doorgaan. Wie de daders waren is niet bekend. Wat we wel weten is dat het vervangen van de doelpalen de vereniging niets heeft gekost.
Kampioens- en andere beladen wedstrijden
V.V. Keer heeft in de loop van de jaren heel wat wedstrijden gespeeld die van een extra lading waren voorzien en daardoor het meest in de herinnering zijn blijven hangen. Dat waren natuurlijk in de eerste plaats de wedstrijden om het kampioenschap, die in de meeste gevallen bijzonder spannend waren en daarom door talrijke supporters werden bezocht.

Frans Haesen (l) en Henk van Kan, apetrots op hun nieuwe voetbalschoenen. Elke week werden de veters gewassen.
Het eerste kampioenschap werd behaald in het seizoen 1952-1953 toen Keer na een zeer zwaar bevochten 4-3 overwinning op S.C.G. 2 naar de eerste klasse van de afdeling Limburg promoveerde.
Na een jaar weer in de tweede klasse van de afdeling Limburg te hebben gespeeld, werd in het seizoen 1965/1966 het verloren terrein weer snel goedgemaakt, door op Hemelvaartsdag de uitwedstrijd tegen Willem I overtuigend met 4–0 te winnen.
In het seizoen 1970/1971 is Keer het voetballen in de afdeling Limburg ‘ontstegen’ en is naar de vierde klasse van de K.N.V.B. gepromoveerd. Dit gebeurde na een zeer spannende uitwedstrijd tegen Oranje Boys (Oost-Maarland), die met 4-2 voor 500 toeschouwers werd gewonnen. Het kampioenschap kreeg extra glans omdat de vereniging in april 1971 ook haar zilveren jubileum vierde.
In het voor Keer meest succesvolle seizoen 1984/1985 promoveerde het eerste elftal naar de derde klasse van de K.N.V.B; de hoogste klasse die Keer heeft weten te bereiken. Dit kampioenschap werd behaald na een bloedstollende beslissingswedstrijd tegen Vijlen die in Eys werd gespeeld en die met 1-0 werd gewonnen voor niet minder dan 2400 toeschouwers. De kampioenen werden toen als helden in een massaal vlaggend Keer binnengehaald.
Hoe spannend deze wedstrijd was, blijkt uit onderstaand citaat van een verslag van deze wedstrijd in De Limburger van maandag 02 juni 1985:
“Op het moment dat de 2400 toeschouwers al rekenden op een verlenging gebeurde het. Met nog ruim tien minuten te spelen, kopten twee Vijlen-verdedigers finaal onder de verre uittrap van de Keerdoelman. Het leer viel voor de voeten van Nico Hermans en deze kon ongehinderd inschieten”.
Nadat Keer in het seizoen 1986-1987 was gedegradeerd naar de vierde klasse, werd de club het seizoen daarop, in 1987-1988 al weer kampioen en kwam terug in de derde klasse. Dit gebeurde in de thuiswedstrijd tegen Banholtia die met 1-0 werd gewonnen (doelpuntenmaker Rudy Gilissen).
Ook de wedstrijden tegen tegenstanders uit de naburige dorpen waren altijd extra beladen. In die derby’s wilde het wel eens hard tegen hard toegaan. De dorpseer stond op het spel en dat leverde altijd een extra motivatie op om ‘er tegenaan te gaan’. Vooral tegen Sint-Geertruid en Margraten werden de mouwen opgestroopt en werd er mannelijk gevoetbald. Na afloop werden de duels nog eens onder het genot van een glas bier onder de loep genomen en verheugde men zich weer op de volgende confrontatie.
Heel bijzonder was ook de vriendschappelijke wedstrijd die donderdag 30 december 2004 werd gespeeld door een selectie van de V.V. Keer tegen V.V. Noorbeek in de Amsterdam Arena (Ajax voetbalstadion). Circa 300 supporters uit Noorbeek en Cadier en Keer reisden mee naar Amsterdam om deze wedstrijd te kunnen zien. Het initiatief voor deze bijzondere wedstrijd kwam van Jürgen Schillings en Daniel en Dominique Nuijts

Tweede elftal V.V.Keer kampioen in seizoen 1956/1957 op het veld Achter Leike.
Zittend vanaf links: Sjef Goessens, Pierre Mingels, Lambert Heusschen ( va de köster).
Staand vanaf links: Nand Haesen, Jean Doyen (Wiette), Lei Bröcheler, Jo Pirnay, Sjielie Pirnay, Jean Mourmans, Hub Lemmens, Pierre Schillings, Harie Bisscheroux, Jean Gilissen ( ‘t Wiet va Sjeuf), Johan Bessems (va Bel), Broer Geurten ( Gasthuis), Äödem Heusschen ( va de köster) en Sjef Weerts
Succesvolle trainers
Keer heeft niet alleen goede voetballers binnen zijn gelederen gehad, maar ook heel wat illustere trainers die soms in het eerste elftal meespeelden (speler-trainer dus). Enkele namen: Pierre va Kusterke (Pierre Custers, ex Roda en Fortuna), Francois Herben (ex MVV), Gerard Hoenen (ex MVV) en Jo Geijselaers, (ex Fortuna en Antwerp FC), Peter Pleumeekers (ex MVV), Jan Benen (ex Fortuna) en Nico Mares ( ex MVV).
De toen nog zeer jeugdige trainer Francois Herben had in het seizoen 1965/1966 het trainerschap van Bèr Beckers overgenomen en promoveerde aan het einde van dat seizoen met Keer naar de eerste klasse van de afdeling Limburg. Overigens was Keer onder trainer Bèr Beckers in het seizoen 1952-1953 ook al naar de eerste klasse van de afdeling Limburg gepromoveerd, maar daaruit in het seizoen 1964-1965 gedegradeerd.
Onder Pierre va Kusterke is Keer in het seizoen 1970/1971 naar de vierde klasse van de KNVB gepromoveerd. Toen in het seizoen 1984/1985 het eerste elftal naar de derde klasse van de KNVB promoveerde, was Peter Pleumeekers de trainer.
Een andere ‘kampioenstrainer’ was Piet Roosenbeek. Deze bracht de club na degradatie in het seizoen 1986-1987 in het seizoen 1987-1988 al terug naar de derde klasse. Jo Geijselaars zorgde dat Keer in het seizoen 1994/1995 weer naar de derde klasse promoveerde, nadat de club in het seizoen 1988-1989 was gedegradeerd.
Elftalcommissie
Opmerkelijk in de jaren vijftig van de vorige eeuw was dat niet de trainer, maar een elftalcommissie de elftallen samenstelde. Deze commissie werd door de ledenvergadering gekozen. De leden van de elftalcommissie hoefden geen lid te zijn van de club. Lei Bröcheler weet te vertellen, dat hij na de training naar de elftalcommissie moest gaan, die ergens in het dorp zat te kaarten.
Scheidsrechters en grensrechters
De V.V.Keer heeft bij tijd en wijle profijt gehad van scheidsrechters die de club goed gezind waren. Zo werd meestal door Keer gewonnen als de scheidsrechters ‘Jansseke’, ‘de Neus’ (Joep Wouters uit Heugem), Frans Goyen uit Terblijt en Lei Franssen wedstrijden van Keer floten. Een geluk voor deze scheidsrechters was, dat er toen nog geen alcoholcontroles waren. Na de door hun gefloten (en meestal door Keer gewonnen) wedstrijden werden zij door de leden van Keer rijkelijk en natuurlijk gratis van alcohol voorzien. Ook werden ze wel eens door leden van de club thuis opgehaald en naar huis teruggebracht.
In 1946 woonde in ons dorp ook een officiële scheidsrechter van de K.N.V.B.. Het was P.H. Franssen, Limburgerstraat 158. En in 1948 mocht de toen pas 18 -jarige Lei Bröcheler al wedstrijden fluiten.
De scheidsrechter wordt geassisteerd door twee grensrechters; een van de thuisclub en een van de bezoekende club. De eerste grensrechter van het eerste elftal van V.V. Keer was Bèr Bisscheroux; een van de meest markante grensrechters die Keer heeft gehad. Bèr gebruikte zijn zakdoek als vlag en hij deed zijn werk als grensrechter meestal met een sigaar in zijn mond en als het iets kouder werd, met zijn hoed op het hoofd.

RKVV Keer, eind jaren veertig.
Vanaf links: Henk van Kan, Wiel Vaessen, Leike Bessems, Sjeng Brouwers (va Frèns), Joy Vaessen, Nand Haesen, Harie Bisscheroux, Pierre Vliegen, Bèr Cobben, Frits Haesen, Hub Huijnen, Jean Gilissen (’t Wiet va Sjeuf)
Geestelijk adviseurs
Dat de voetbalclubs in Keer die vanaf het seizoen 1926-1927 deelnamen aan de competitie ‘katholiek’ waren, blijkt niet alleen uit de naamgeving die begint met ‘Rooms-Katholiek’ maar ook uit het feit dat tot midden jaren zestig van de vorige eeuw deze clubs een geestelijk adviseur hadden. Dat was de kapelaan of de pastoor uit onze parochie of een pater van het Missiehuis. Deze bezochten meestal de bestuursvergaderingen en zeker de Algemene Jaarvergadering. Ook werd tot 1968 elke bestuursvergadering geopend en gesloten met de christelijke groet: Geloofd zij Jezus Christus.
In het eerste seizoen (1926-1927) had R.K.K.V.V. nog geen geestelijk adviseur, maar vanaf het tweede seizoen was dit kapelaan Jos Sohl. Bij de Keerder Boys was dat kapelaan Jac. Riemersma. Van 1946 tot 1953 was Pastoor Durlinger geestelijk adviseur van K.S.V. en V.V.Keer. Pater Backus, van het Missiehuis, van 1953 tot 1958 geestelijk adviseur, was sportief en voetbalde soms ook mee. Met pater Sjeng Jacobs, geestelijk adviseur vanaf 1958, werd na de algemene ledenvergadering een pilsje gedronken aan het buffet in clublokaal Gilissen. Kapelaan C. van Oers was actief in de jeugdafdeling. Sinds midden jaren zestig van de vorige eeuw heeft de V.V.Keer geen geestelijk adviseur meer, maar onze huidige pastoor Sjaak Smeele bezoekt wel nog de jaarlijkse feestavond.
De zondagse voetbalwedstrijd bezorgde vele Keerdenaren een aangename invulling van de zondagmiddag. Trouw werden de verrichtingen langs de lijn gevolgd en van ‘deskundig’ commentaar voorzien. Voor de tegenstander was dat commentaar niet altijd vleiend; steevast werd er hardop getwijfeld aan de voetbaltechnische kwaliteiten van de persoon in kwestie. Vooral Geel va de Graet (Spronck) en Wöm Beijers wisten als oud-spelers haarfijn hoe je een tegenstander uit zijn concentratie kon halen. Supporters van de tegenpartij die het waagden om wederwoord te geven en daarbij de term ‘boer’- een Maastrichts scheldwoord voor iedereen die niet uit de stad kwam – gebruikten, konden rekenen op een uitgebreide uitleg over de superieure kwaliteiten van de ‘boer’.
Er zijn in de loop der jaren supporters van Keer geweest die wel heel erg betrokken waren bij hun club. Zo gingen op Pinksterzaterdag 25 mei 1985 twee supporters (Henk Pirnay en Leon Wintjes) op de dag van de beslissingswedstrijd van Keer tegen Vijlen te voet naar het bedevaartsoord Wittem om bij Sint-Gerardus een kaarsje aan te steken voor de goede afloop van deze wedstrijd; niet tevergeefs, zoals verderop in het artikel blijkt. Tot de fervente supporters, die geen uit- of thuiswedstrijd oversloegen, behoorde het onafscheidelijke trio Sjeng Heusschen, Harrie Coolen en Chris Vandenboorn.
In uitwedstrijden kreeg Keer ook wel eens te maken met fanatieke supporters van de tegenpartij. Zo moesten in de uitwedstrijd tegen Valkenburgse Boys, die door Keer gewonnen werd, de spelers op de vlucht voor met paraplu’s gewapende vrouwelijke supporters van de Boys. En de uitwedstrijden tegen Celios, Amelie en RHC waren ook een geval apart. Als Keer die uitwedstrijden won, kwam het nog al eens voor dat de spelers naar huis konden lopen, omdat de supporters van de tegenpartij de banden van hun fiets leeg hadden laten lopen.

Drie trouwe supporters van de club, die tijdens de jaren ’70 en ’80 bijna alle uit- en thuiswedstrijden bezochten.
Vanaf links Bèrke Goessens, Sjeuf Coolen (va de Käol) en Sjeng Heusschen (va de Lisa)
Supportersvereniging
Op zondag 11 november 1973 was er vanwege de oliecrisis een autoloze zondag. Daarom werd er voor die dag door de supportersvereniging een bus besteld om naar de uitwedstrijd van Keer tegen Heerlen Sport te gaan. Veertien dagen later (weer een autoloze zondag) ging men zelfs met twee bussen naar de uitwedstrijd tegen Klimmania. Ook de wedstrijden tegen R.K.V.V.M. en Weltania werden per bus bezocht. Toen einde jaren zeventig de voetbalclub zelf de kantine ging exploiteren betekende dat ook het einde van de supportersvereniging.
De in 1946 opgerichte Keerder Sport Vereniging heeft in het begin kort op een tweetal weiden aan de Gruisveldweg (op ‘t Gruusselt) gevoetbald. Op deze twee velden moesten voor elke wedstrijd de kooflatte gespreid worden, want als er niet gespeeld werd liepen de koeien op het veld.
In het seizoen 1948-1949, toen K.S.V. inmiddels was omgedoopt tot de V.V. Keer, heeft deze club een paar maanden gespeeld op een veld van Juul va Graet (Spronck) aan de Rijksweg ter hoogte van Blankenberg. Maar nog in het zelfde seizoen had men het oog laten vallen op een weiland van Joep Heusschen. Deze lag Op de Veer Boonder; ook wel Aan Hazeberg genoemd; aan het einde van het huidig voetpad dat links langs de woning van de familie Oostenbach (Eckelraderweg 1) loopt. Maar omdat deze wei niet de vereiste afmetingen had, moest ook nog onderhandeld worden met Sjaak Vaessen om een strook van zijn naastgelegen wei te kunnen bemachtigen. Na het ruilen van de nodige vierkante meters tussen beide eigenaren kon het weiland van Joep Heusschen worden afgebakend en ‘speelklaar’ gemaakt worden. De huur bedroeg 200 gulden per jaar. Mathieu Kessels stond garant voor het betalen van de huurpenningen. Op dit terrein werd gespeeld tot medio 1955.

Bestuur V.V. Keer in 1975 op het sportcomplex aan de Bemelerweg.
Vanaf links: Jo Mingels, Theo Hogenboom, Harry Mourmans, Tous Gilissen, Jos Weijermans, Jean Claessens, Lei Bröcheler, John Duckers, Henk Pirnaij, Jo Pirnaij en Johan Bastiaens
In deze beginjaren van de V.V. Keer ging het er nog uiterst primitief aan toe. Dat kwam alleen al door de toestand van het veld waarop gevoetbald diende te worden. De wei aan de Eckelraderweg had namelijk van het ene doel tot het andere doel al gauw een verval van een meter. Dat betekende dat de ene club voor de rust ‘bergop’ moest spelen en de andere ’bergaf’. En na de rust omgekeerd.
De enige voorziening die de V.V.Keer had, was een ‘materiaalhok’ bij Ingel Doijen aan de Eckelraderweg. Hierin werden de zware voetballen, cornervlaggen en doelnetten opgeslagen. Naast het veld lag een hoop mergel, die men gebruikte voor het uitzetten van de lijnen op het veld.
Halverwege de jaren vijftig van de vorige eeuw was er de eerste voorzichtige bemoeienis van de toenmalige gemeente Cadier en Keer met de V.V. Keer. Op 20 mei 1954 kocht de gemeente namelijk een boomgaard (kersenweide) van de erven van Wöllem Spronck, gelegen achter Hazenhook ter hoogte van het huidige grasveld tegenover de praktijk van dokter Prevoo. Deze weide werd gekocht voor een bedrag van 23.569 gulden ten behoeve van ‘de aanleg van een terrein voor lichamelijke ontspanning en opvoeding.’ De bemoeienis van de gemeente ging overigens niet verder dan de aankoop van de wei, want voor het speelklaar maken ervan moest de club zelf zorgen. Jan Brouwers (Sjeng va Frèns) commissaris-bestuurslid moest, nadat het terrein door de gemeente ‘afgepaald’ was, de kersenbomen rooien. Henk van Kan, Lei Bröcheler en Hub Lemmens plaatsten de omrastering. Ten behoeve van het onderhoud werd de wei verpacht aan Dionisius (Nies) Bröcheler, die buiten de tijden van de wedstrijden zijn koeien op het veld liet grazen.
Voor aanvang van het seizoen 1955-1956 verhuisde de club naar deze locatie. Er werd met drie elftallen deelgenomen aan de competitie. De ‘hoofdingang’ lag aan een veldweg (de Achterweg) . De meeste spelers en supporters gingen echter via het weiland achter het café van Vic Goessens (vanaf 1958 Leike Bessems) en de sjloont (diepe greppel) naar het veld.
Aangezien het veld niet werd verlicht, kon men tot het seizoen 1960-1961 alleen bij daglicht buiten trainen. In de winter werd getraind in de zaal van Pie Gilissen. Deze trainingen begonnen met een rondje lopen rond het dorp. Het trainen in de zaal bestond uit lichamelijke oefeningen. Ballen werden hoog opgehangen om zodoende het springen en koppen te verbeteren. Omdat niet alle leden gymschoenen hadden (dat was een vereiste van de kasteleinsvrouw Fien Gilissen – Bormans), konden niet alle spelers aan deze trainingen meedoen. Na het trainen werd er gekaart in het clublokaal van Pie Gilissen.
Later, in het seizoen 1962-1963, kwam er een lichtinstallatie, zodat ook ’s avonds getraind kon worden. Deze lichtinstallatie bestond uit twee schijnwerpers die op elektriciteitspalen achter een doel stonden. Voordat de lichten brandden moest men eerst met enkele haspels een verbinding maken naar café Bessems waar men aangesloten kon worden op het elektriciteitsnet.
De reizen naar uitwedstrijden vonden in de beginperiode meestal te voet, met kar en paard, de sjees, per fiets of brommer plaats.

Kampioenschap 1985. Op Pinksterzaterdag 1985 promoveerde Keer voor het eerst naar de 3e klasse van de KNVB, de hoogste klasse waarin de vereniging ooit gespeeld heeft. Dit gebeurde na een beslissingswedstrijd tegen Vijlen (1-0) voor maar liefst 2500 toeschouwers. Daarna begon spontaan in het dorp een feest, dat het hele lange Pinksterweekend duurde. Trainer was toen de Keerdenaar Peter Pleumeekers
Tijdens de algemene jaarvergadering van 7 september 1959 werd, op last van de K.N.V.B., besloten dat het omkleden dichter bij het veld moest plaatsvinden; niet meer in het clublokaal van Pie Gilissen, maar bij café Bessems aan de Rijksweg (beej Leike). Het clublokaal bleef bij Pie Gilissen. Ook werd de vereniging door de K.N.V.B verplicht een urinoir te plaatsen.
De V.V.Keer heeft gedurende twaalf jaar, tot het seizoen 1967-1968, op dit terrein gevoetbald.
Voor aanvang van het seizoen 1967-1968 verhuisde de V.V. Keer naar de huidige locatie aan de Bemelerweg. De tijd dat er de hele week koeien op het voetbalveld graasden en dat voor de wedstrijd de kooflatte en molshopen gespreid moesten worden, was definitief voorbij. Bovendien werd al in mei 1967 in eigen beheer begonnen met de bouw van het nieuwe kleedlokaal. De gemeente zorgde deze keer wel voor het materiaal.
Het nieuwe voetbalveld werd op zondag 1 oktober 1967 geopend door burgemeester Jef Van Laar en pastoor Anton Berkers. Het eerste elftal van Keer speelde bij die gelegenheid een vriendschappelijke wedstrijd tegen TOG ‘57 (Tot Ons Genoegen 1957), een club uit Maastricht die intussen is opgeheven. De wedstrijdbal voor deze openingswedstrijd werd geschonken door Johan Bessems (va Bel).
Het was voor de spelers een ongekende weelde, dat ze zich op het sportcomplex konden douchen. In het begin was dit voor sommige spelers ‘een probleem’, want samen naakt onder de douche staan was men niet gewend.

Eerste elftal 1967. Staand vanaf links: Pierre Kleijnen, Jean Goessens, Jean Weusten, Jo Pirnaij, Jean Kleijnen, Bèr Beckers (Honthem). Zittend vanaf links: Arthur Schreurs, Henk Pirnaij, Egid Pirnaij, Michèl in de Braek, Jef Lietzman (Borgharen) en Math Tilly. De foto is gemaakt in juli 1967 op het terrein in Ingber. Keer won daar de georganiseerde seriewedstrijden. Dit soort wedstrijden werden ter voorbereiding op het nieuwe seizoen gehouden, maar ook om de clubkas te spekken
De volgende stap die werd gezet in de ontwikkeling naar een heus sportcomplex was het plaatsen van ‘echte’ lichtmasten voor de gravelhoek zodat met voldoende licht kon worden getraind. Daaraan werd door de leden van de voetbalclub al snel na de opening van het nieuwe veld gewerkt, zodat vanaf januari 1968 de spelers konden trainen onder de nieuwe lichtmasten. De tijd van 300 watt lichtopbrengst, waarmee men het op het oude veld moest doen, was nu ook voorbij.
Met de aanleg van een lichtinstallatie voor het hoofdveld werd eerst bijna zeven jaar later begonnen. De apparatuur daarvoor werd bekostigd door de gemeente Cadier en Keer. Deze nieuwe lichtinstallatie werd op dinsdag 12 december 1974 door burgemeester Van Laar officieel in gebruik gesteld.
Door de sterke groei van het aantal inwoners van Cadier en Keer in de tweede helft van de jaren zeventig nam ook het aantal leden van de V.V. Keer en vooral het aantal jeugdleden enorm toe. Begin jaren tachtig nam de V.V. Keer met zes seniorenelftallen, een veteranenelftal, een dameselftal en twaalf jeugdelftallen deel aan de competitie.
Daardoor en door de hogere eisen die intussen werden gesteld aan sportaccommodaties kon niet langer worden volstaan met de toch wel primitieve kantine en waren ook de oude kleedlokalen dringend aan vernieuwing en uitbreiding toe. Daarom werd al snel nadat het tweede voetbalveld in gebruik was genomen begonnen met de bouw van een nieuwe kleedaccommodatie en van een nieuwe kantine. Op zaterdag 6 september 1980 werd deze sportaccommodatie geopend door burgemeester Van Laar. Ook de hockeyclub Hockeer en scouting Caldarium maakten aanvankelijk hiervan gebruik. Het gezamenlijk gebruik van de kantine met Hockeer duurde overigens maar een jaar. Omdat men het niet eens kon worden over de verdeling van de inkomsten uit deze kantine, kreeg de hockeyclub in 1981 een eigen kantine in het souterrain, Hokkie genaamd. En op 1 september 1988 verhuisde de hockeyclub naar haar nieuwe clubhuis. Dat betekende dat de V.V. Keer nu ook gebruik kon maken van de lokalen in het souterrain. Tevens kreeg de hockeyclub een tweede kunstgrasveld. Daardoor kreeg de voetbalclub er weer een veld bij en beschikt de voetbalvereniging sedert die tijd over drie speelvelden.Eind jaren tachtig bleek de inrichting van de kantine al weer aan vernieuwing toe. Dit karwei werd opgepakt door een aantal zeer actieve leden die na een maandenlange voorbereiding tijdens de winterstop van het seizoen 1990-1991 de kantine van binnen een volledig nieuw aanzien hebben gegeven. Er werd een nieuwe bar geplaatst, nieuwe verlichting aangebracht en het geheel werd van een nieuw kleurtje voorzien. Op vrijdag 18 januari 1991 werd om 19.45 uur de volledig gerenoveerde kantine door pastoor Jan van Frankenhuijsen ingezegend.
Sedert het seizoen 1966-1967 is de locatie van de voetbalvelden ongewijzigd gebleven. Wel is in 2003 het hoofdveld negentig graden gedraaid. Dat was nodig vanwege de nieuwbouw van woningen aan de Bemelerweg (bestemmingsplan ‘t Meeldert). Zondag 24 oktober 2004 werd het ‘nieuwe’ hoofdveld in gebruik genomen. Dit gebeurde door burgemeester Harrie van Beers, die de aftrap verrichtte van ‘de kraker’ tegen R.K.V.V.M.. Maar het nieuwe speelveld was van zo een slechte kwaliteit dat op kosten van de gemeente Margraten het veld in juni 2006 helemaal opnieuw is aangelegd. Uiteindelijk kon men op het eind van het seizoen 2006-2007 weer gebruik maken van het hoofdveld.

Vier oprichters van de V.V. Keer tijdens het 25- jarig jubileum van de vereniging op zaterdag 19 juni 1971 in clublokaal Gilissen (Pie va Tossing).
Vanaf links; Lène Kessels-Gilissen, Jeu Kessels, Fien Gilissen-Haesen, Egidius Gilissen, Lies Bessems-Schillings, Lèike Bessems.
Op de achtergrond v.l.n.r. Pie Gilissen, Christien Kleijnen-Bessems, Anna Beckers-Schillings, Sofie Beckers-Dols. Tijdens deze avond werd ook het kampioenselftal, dat onder leiding van trainer Pierre Custers naar de vierde klasse van de KNVB promoveerde, gehuldigd.
Vier oprichters van de V.V. Keer tijdens het 25- jarig jubileum van de vereniging op zaterdag 19 juni 1971 in clublokaal Gilissen (Pie va Tossing).
Vanaf links; Lène Kessels-Gilissen, Jeu Kessels, Fien Gilissen-Haesen, Egidius Gilissen, Lies Bessems-Schillings, Lèike Bessems.
Op de achtergrond v.l.n.r. Pie Gilissen, Christien Kleijnen-Bessems, Anna Beckers-Schillings, Sofie Beckers-Dols. Tijdens deze avond werd ook het kampioenselftal, dat onder leiding van trainer Pierre Custers naar de vierde klasse van de KNVB promoveerde, gehuldigd.
Vroeger, toen Keer nog geen kantine had, was het bittere noodzaak om naast de contributie van de leden ook andere bronnen van inkomsten aan te boren. In de beginjaren waren dat naast giften van ‘welgestelde’ Keerdenaren, de opbrengsten van de jaarlijkse balavond en van de verkoop van erelid- en donateurskaarten. Vanaf de jaren zestig kwamen daar nog de opbrengsten van de toto en lotto bij. Eerst gingen de (bestuurs-)leden de toto/lotto bij de deelnemers in het dorp ophalen. Later kon men deze zelf inleveren; van 1957 tot 1970 bij Lei Bröcheler en van 1970 tot 1990 bij Jean Claessens.
Ook het ophalen van oud papier bracht geld in het laatje. In het begin werd het papier alleen door de jeugdvoetbalclub opgehaald en de opbrengst was dan ook voor de jeugdvoetballers. De eerste ophaalactie op 2 juni 1965 bracht 115 gulden op. Rondrijdende personenauto’s en tractors met aanhangwagens haalden het papier op. Na het ophalen werd het papier gesorteerd, want dan bracht het meer geld op. Toen in september 1978 het papier weinig of niets meer opbracht, is men met het ophalen hiervan gestopt.
Verder gingen vanaf 1967 de jeugdleden met balpennen en vanaf 1976 met kerstkaarten langs de deur om de kas te spekken. Ook heeft men vele jaren meegedaan aan de actie Jantje Beton, waarvan de helft van de opbrengst bestemd was voor de jeugdelftallen. Voorts werden jeugdtoernooien en verenigingentoernooien georganiseerd.

In 1979-1980 -1981 organiseerde de vereniging om de clubkas te spekken.
Vanaf links: Wiel Widdershoven, Tini Hermans-Spronck, onbekend , Roos Vertommen, Jean Pluijmakers, Jeanny Duckers-Brouwers, Jeannie Prevoo-Spronck. Jo Berkx is verkleed als leeuw
In 1984 deed een voor de V.V. Keer nieuw fenomeen zijn intrede: de club kreeg een hoofdsponsor. Dit was de firma M.T.C. (Maastrichts Tapijt Centrum), waarvan de directeur-eigenaar Frans Bekx woonachtig was in ons dorp. Later werden buiten het eerste elftal ook de andere elftallen gesponsord.
Een laatste bron van inkomsten die niet onvermeld mag blijven is de subsidie door de gemeente die in de jaren vijftig voor het eerst werd verkregen. Het ging toen om een bedrag van 200 gulden. Dit bedrag was toen, anders dan tegenwoordig, niet afhankelijk van het aantal leden.
De V.V. Keer heeft sedert de oprichting in meerdere opzichten een enorme groei doorgemaakt. In de beginjaren werd met twee elftallen gespeeld op een koeweide zonder enige voorziening. De sterkste groei vond plaats in de tweede helft van de jaren zeventig waardoor deze vereniging in het begin van de jaren tachtig met niet minder dan twintig elftallen, waaronder twaalf jeugdelftallen en een dameselftal, aan de competitie kon deelnemen. De koeweide is in de zeventiger en tachtiger jaren veranderd in een moderne sportaccommodatie met drie voetbalvelden en alle daarbij behorende voorzieningen.
Intussen is door de geringere groei van het aantal jeugdigen in ons dorp en door de ‘concurrentie’ van andere sporten het aantal elftallen drastisch gedaald.
Tot de sportieve hoogtepunten moeten vooral worden gerekend de wedstrijden waarin het eerste elftal kampioen werd en promoveerde van de vierde klasse naar de derde klasse van de KNVB.
Deze ontwikkeling in het Keerse voetbal kon worden gerealiseerd dank zij de grote inzet van bestuur, spelers en supporters en met ondersteuning van particuliere sponsoren en gemeente.
In de volgende Keerder Kroniek zal een artikel worden gewijd aan het jeugd- en het damesvoetbal in ons dorp.