Verenigingen vormen een onmisbaar element in een dorpsgemeennschap. Zij bieden de mogelijkheid om het gemeenschappeli}ke dat mensen op een bepaald terrein hebben samen te brengen. Dat gemeenschappelijke kan zich uiten op velerlei terrein: sport, muziek of de behoefte aan gezellig samenzijn. De traditionele verenigingen zoals de voetbalclub en de fanfare beten de spits af (met als absolute koploper de in 1893 opgerichte handboogschutterij Amicitia), maar allengs ontstonden er meerdere verenigingen waar men zich bij kon aansluiten. In onze Keerder Kroniek wordt in een artikelenreeks aan die verschillende verenigingen die ons dorp in de loop der tijd heeft gekend, aandacht besteed. Dit keer is de beurt aan de WSV De Nomaden; een vereniging die in de periode 1966-1978 een belangri}ke bijdrage leverde aan de vrije tijdsbesteding van de jeugd.
Het begin
Een vereniging dankt zijn ontstaan meestal aan het initiatief van enkele personen met een gemeenschappelijke interesse. Bij de wandelsportvereniging De Nomaden was dat niet anders of het zou moeten zijn dat de basis voor de vereniging werd gelegd door een enkeling: onze – toen 18-jarige – dorpsgenoot Gerry Theng. Het leverde hem in 1967 – als waardering voor zijn inzet – een carnavalsonderscheiding van De Klenderaire op.
Daags voor de destijds nationaal en internationaal zeer bekende Margratenwandeltocht op 19 mei 1966 meldden zich bij Gerry aan huis enkele jongens en meisjes met het verzoek of hij met hen – als groep `de Margratenwandeltocht wilde lopen. Gerry voelde er duidelijk wat voor; voor hem was wandelen als sport niet vreemd. Hij was oud-lid van de toentertijd vermaarde Globetrotters van de even vermaarde broeder Modestus van Huize St. Joseph uit (toen nog) Heer.
Uiteindelijk meldden zich een 20-tal geïnteresseerde kinderen van ongeveer 10 jaar. Samen met de ongeveer 10.000 andere wandelaars trok Gerry met zijn onervaren groep richting Margraten. Groot was de verbazing en het enthousiasme toen bekend werd dat de 4e prijs was behaald. Dat smaakte naar meer. Gerry zag wel toekomst voor het wandelen door jongeren en pakte de zaken energiek aan. De daaropvolgende weken werd er in de avonduren getraind en succes kon niet uitblijven. Links en rechts werden er op diverse tochten in de regia enkele prijzen behaald, soms gesymboliseerd door een beker met inscriptie.

De eerste wandelgroep van de Nomaden (1966)
Linker rij van voren naar achteren: Jeanny Roebroeks, N.N. Sluijsmans, Juliette Roebroeks, Gertie Didden, Edo Theng,
Piet Bisscheroux en Gerry Theng.
Middelste rij: Huub Brouwers, John Huntjens, TInie Nelissen, Eddy Spronck, onbekend, Peter Nijskens.
Rechter rij: Lisette Roebroeks, Marita Nelissen, Maria Peerboom, Lenie Herben, Jean Spronck,
Henk Bemer en Bert Bessems.
Van die successen, maar ook door de mond-op-mond reclame, nam het aantal enthousiastelingen voor de wandel sport steeds meer toe. Gerekend kon worden op een vaste groep van ongeveer 25 jeugdige wandelaars. Alras kon Gerry de ledenaanwas niet meer alleen aan; er ontstond behoefte aan een tweede kracht om de groepen te trainen en te begeleiden. Deze werd gevonden in de persoon van Jan Hofkamp. Jan was 17 jaar en oud-lid van de wandeisportvereniging De Meezen uit Heerlen. Met recht kon hij een ervaren wandelaar worden genoemd, gezien zijn 1000 kilometer onder de voeten.
Hun jeugdig elan werkte inspirerend; niet alleen op de groep jongens en meisjes zelf, maar ook op anderen. Het aantal leden groeide snel. Dat maakte het noodzakelijk de groep op te splitsen in een 10 km-groep (de 8 tot 12-jarigen) onder de hoede van Jan Hofkamp en een 15 km-groep (de 13 tot 16-jarigen) onder de leiding van Gerry Theng. De trainingen en de inzet van allen bleven niet zonder resultaat. Eerste prijzen werden her en der behaald. Het initiatief om jeugdigen te interesseren voor de wandelsport was duidelijk aangeslagen.
De noodzaak om een en ander verder in goede banen te leiden diende zich steeds meer aan. De vorming van een heus bestuur dat de vereniging verder vorm diende te geven was een absolute noodzaak en daarnaast moest er voor een wettelijke status worden gezorgd.
De werkers van het eerste uur
Elke vereniging is afhankelijk van de inzet van enkeie personen. Personen die zich met hart en ziel inzetten om de vereniging te laten functioneren; die niets teveel is. Ook de Wandelsportvereniging de Nomaden dankt haar bestaan aan de inzet van dergelijke mensen. Zo kregen de initiatiefnemers van het allereerste uur Gerry Theng en Jan Hofkamp hulp van Lei Last, Geert Hofkamp, Jean Heusschen (va de köster) en Marie-Louise Lemmen. Later kwamen daar nog anderen bij zoals Haij Roebroeks, Math Last, John Heusschen, Anny Heusschen-Bisscheroux, Marie-José Pluijmakers, de gezusters Jeannie, Lisette en Juliette Roebroeks, Marita van Proemeren en Louis Wijnen.
Het bestuur
Eind 1966 was het zover. Enkele personen uit het dorp werden benaderd om zitting te nemen in het bestuur. Het eerste bestuur van de vereniging bestond uit mevrouw Theunissen als voorzitster en penningmeesteresse, Haij Roebroeks als vice-voorzitter en mevr Jeannnette Dassen, die het secretariaat voor haar rekening nam. Het bestuur werd gecompleteerd door dokter Jacques Prevoo, Harry Moonen, Jean Beijers en Harry Beckers (schrijver van dit artikel). Jeannette Dassen was als enige bestuurslid niet woonachtig in Cadier en Keer. Zij werkte in het gemeentehuis als secretaresse bij de echtgenoot van de voorzitster en deze kneep nu en dan een oogje dicht als onder kantoortijd voor de WSV De Nomaden gewerkt werd!
In de twaalf jaar van haar bestaan heeft de vereniging nogal wat wisselingen in het bestuur meegemaakt. Bestuursleden kwamen en gingen. Het laatste bestuur voor de opheffing werd gevormd door Marie-José Pluijmakers, Gerrie Theng, Jean Heusschen (va de köster), Math Last, John Heusschen, Louis Wijnen, Annie Heusschen-Bisscheroux en Marie-Louise Lemmen.
De naamgeving
In de bewaard gebleven stukken werd de oprichtingsakte niet aangetroffen. Deze zal er ongetwijfeld geweest zijn. Voor aansluiting bij de landelijke wandelsportbond was namelijk vereist dat de toe te laten vereniging over rechtspersoonlijkheid beschikte. Opmerkelijk is wel dat op 7 maart 1975 voor notaris Wolters te Maastricht de vereniging (opnieuw?) werd opgericht. Op die datum verklaarden Lei Last en Louis Wijnen een vereniging te hebben opgericht met de naam ‘Wandelsportvereniging De Nomaden’. In diezelfde oprichtingsakte van maart 1975 staat met zoveel woorden dat de vereniging is opgericht op 19 mei 1966. Derhalve bestond zij al bijna 9 jaar! De reden voor het officieel vastleggen van de WSV De Nomaden lag in de juridische aansprakelijkheid. Om te voorkomen dat de leden van het bestuur persoonlijk aansprakelijk gesteld konden worden bij een ongeval werd de vereniging in een wettelijke vorm gegoten. Aanvankelijk werd er gewandeld onder de voorlopige naam ‘Wanndelsportvereniging Cadier en Keer’. Bij het kiezen van een definitieve naam voor de vereniging werd een beroep gedaan op diegenen die aan de wieg van de vereniging hadden gestaan. Zij (Gerry Theng en Jan Hofkamp) bedachten de naam ‘De Nomaden”. Die naam had een symbolische betekenis. Nomaden zijn volkeren die steeds op trektocht zijn; een vaste plek is hen vreemd. Zij verblijven slechts kort op een en dezelfde plek en verkassen vervolgens weer naar een nieuwe, tijdelijke woonstee. Hetzelfde geldt voor wandelaars; ook zij zijn steeds op zoek naar andere plekken om te wandelen; ook zij vertoeven – net als de echte nomaden – steeds buiten, in de natuur.
Inkomstenbronnen
De eerste zorg van een bestuur is veelal het zorgen voor inkomsten. Zonder geld geen Zwitsers oftewel: inkomsten zijn nodig om de vereniging in staat te stell en om haar doelstellingen te realiseren. Creativiteit en inventiviteit zijn daarbij onmisbare factoren. Bij de kersverse vereniging De Nomaden was dat niet anders.
Een belangrijke kostenpost vormde het vervoer van de jeugdige wandelaars naar de diverse startplaatsen. Dat vervoer was voorheen vooral voor rekening gekomen van ouders of welwillende ooms, tantes of buren. Enthousiaste vrijwilligers wilden ook wel eens een handje toesteken. Vanwege de gestage groei van de vereniging geeschiedde het vervoer nu door een busonderneming. Ieder jaar werd een wandelschema door het bestuur vastgesteld en werd er offerte aan verschillende busondernemingen gevraagd om de leden naar de startplaats te vervoeren. Het vervoer werd vervolgens gegund aan de laagste inschrijver: meestal was dat Janssen-Debie uit Hulsberg. Dat busvervoer kostte uiteraard geld. Daarbij kwam dat de groep zich ook als een eenheid wilde presenteren. Daarvoor was het nodig dat er uniforme kleding werd aangeschaft en een vlag, waar men zich (lettterlijk) achter kon scharen. Het lag voor de hand om het gemeentebestuur van (toen nog) Cadier en Keer om een financiele ondersteuning te vragen. Die steun kwam er.

de 15 km-groep op 4 mei 1967
Vlaggendrager Geert Hofkamp en geheel links van de groep Gerry Theng.
Linker rij van voren naar achteren: Fienie Essers, Jeanny Roebroeks, Mieke Rerben, Elise Roebroeks, Marie-Thérèse Didden,
Marjo Kessels, John Reusschen, Rudy Lemmerling en Frans Kuiper.
Middelste rij: Ans Dubois, Annie Essers, Tonnie Nelissen, Marita Nelissen, Marij Leesens, Riny Roijen en onbekend.
Rechter rij: Marjo Essers, Lisette Roebroeks, onbekend, Juliette Roebroeks, Marie-José Kleijnen, Gemma Beijers, onbekend,
Lily Brouwers en John Peters.
Tezamen met de contributies van de leden en enkele sponsors werd een gezonde financiële basis gelegd. De plaatselijke Rabobank (toen nog Boerenleenbank) toonde zich eveneens van haar beste zijde. Bij de jaarlijkse winstdeling van de bank werden de plaatselijke verenigingen niet vergeten. Toch was men steeds op zoek naar meerdere inkomstenbronnen.
In de eerste jaren van haar bestaan werden de handen (letterlijk) uit de mouwen gestoken. Enkele dagen voor Kerstmis werd er driftig getimmerd om kerststukjes te vervaardigen, die vervolgens met het nodige groen werden aangekleed. Daarna werd er gezocht naar affnemers door huis aan huis aan te bellen. In latere jaren verkreeg men inkomsten uit kienavonden die een groot deel van het jaar werden gehouden in de zaal van Pie Gilissen (Pie van Tossing) in de Väörrsjtraot (Kerkstraat). Kienen was in die tijd een bijzondere populair tijdverdrijf voor velen. Door het kiencomite werd een jaarrooster opgesteld waarbij elke plaatselijke vereniging aan de beurt kwam om enkele kienavonden te organiseren en daarmee inkomsten te verwerven. Verder werd er een aantal acties gevoerd waarbij drinkglazen te koop werden aangeboden, voorzien van het embleem van de Nomaden. Dit embleem bestond uit een eland in groene kleur, met in gele kleur de aanduiding ‘WSV De Nomaden Cadier en Keer’.
Later werden ook nog tegeltjes aangeboden die als thermometer aan de wand gehangen konden worden.
De glorietijd
Op 3 mei 1967 zegende pastoor Anton Berkers de twee gloednieuwe vaandels van de vereniging in. De vaandels werden ontworpen door dorpsgenoot Sef Spronck. Op het vaandel van de 10 km-groep werd een nomadentent afgebeeld; op die van de 15 km-groep figureerde een eland. De 5-km groep presenteerde zich zonder vlag. In plaats van een vaandel ging een van de kinderen voorop met een, in de kleuren van de wandelgroep aangeklede pop op een stok. Voor het eerst werd achter de nieuwe vaandels gewandeld tijdens de Margratentocht in 1967. De 10 km-groep telde 34 wandelaars; de 15 km-groep deed daar met 27 wandelaars niet veel voor onder. Het wandelen werd steeds populairder onder de jeugd in Keer. Weldra kon een derde groep geformeerd worden: de 5 km-groep onder leiding van Marita van Proemeren. April 1968 konden de drie groepen zich voor het eerst tijdens een wandeltocht presenteren in de nieuwe tenues; bordeauxrode truitjes voorzien van het elandembleem. De ouders werd gevraagd om te zorgen voor een grijze broek voor de jongens en een dito rok voor de meisjes. Ondanks het ontbreken van de uniforme broek of rok staat deze tocht in Geleen in de annalen van de vereniging vermeld als een van de succesvolste: al de drie groepen behaalden de eerste prijs!

De 10 km-groep op 4 mei 1967
Vlaggendrager: John Heusschen
Linker rij van voren naar achteren: Monique Kleijnen, Margo Janssen, Rinie Aarts, Marion Spronck, onbekend,
Jos Schiepers, Gerard Vliegen, Mariette Bastin, Jos Gilissen, Madette Vaessen en Bea Oostenbach.
Middelste rij: Marjo Spronck, Annette Bessems, Emmelie Bemer; Corry Merx, Guido Spronck, onbekend, onbekend,
Guido Essers, Matty Beijers, onbekend en Yvonne Essers.
Rechter rij: Marita Beijers, Mieke Honée, Elke Beijers, Marie-José Spronck, Wiel Roebroeks, Jan Gilissen, John Beijers,
Theo Heusschen, Gerard Lemmerling, Marie-José Pluijrnakers en Johnny van den Boorn.
De vereniging nam in de loop van 1968 een geweldige sprong voorruit. Tientallen kinderen en jongeren meldden zich aan. AIle zeilen dienden bijgezet te worden om de ledenaanwas in goede banen te leiden. Een grote zorg was het vinden van voldoende gekwalificeerde leiders en leidsters om de groepen te begeleiden. Het duurde dan ook niet lang of de WSV De Nomaden mocht zich rekenen tot een van de grootste verenigingen in ons dorp. Op het hoogtepunt – eind jaren zestig, begin jaren zeventig – telde de vereniging 110 leden.
Door deze groei werd het gemis voelbaar aan een eigen ruimte waar vergaderd kon worden en de jeugdige leden opgevangen. Vooral in de wintermaanden deed de behoefte aan een eigen verenigingslokaal zich gelden. Er kon dan niet getraind worden en voor de binding onder de leden was een regelmatig samenkomen van belang. Initiatieven voor een dergelijk honk zijn echter niet van de grond gekomen. Ook niet na deelname aan de Carnavalsoptocht van 1971 waarbij, op een ludieke wijze (veer zeuke oonderdaak), aandacht voor het probleem werd gevraagd.
Trainingen, enthousiaste en gedisciplineerde leden en deskundige leiiding brachten de nodige successen. Talloze eerste prijzen werden er in
de wacht gesleept en menigmaal werd de krant gehaald. Dat was onder meer het geval bij de wandeltocht in Limbricht op 17 maart 1968. De Limburger berichtte dat de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde wisselbeker over aIle afstanden door de WSV De Nomaden met veel gejuich en applaus in ontvangst werd genomen. Die wisselbeker was de beloning voor het voor de derde achtereenvolgende maal behalen van de 1e prijs.

Zes leidinggevenden die aan het succes van WSV De Nomaden hun steentje hebben bijgedragen.
Beneden van links naar rechts:
Jeannie Roebroeks, Marie-Jose Pluijmakers en Lisette Roebroeks.
Boven: John Heusschen, Gerry Theng en Jan Hofkamp.
Van de vele successen die her en der behaald werden getuigt tevens het door Jan Hofkamp bijgehouden plakboek. Hierin komen niet alleen de krantenknipsels met de wandeluitslagen voor maar ook vele wetenswaardigheden over de gelopen tochten. Ook Gerry Theng heeft op zolder nog de tastbare bewijzen staan van de behaalde resultaten: enkele dozen vol met bekers in allerlei soorten en maten.
Bij het jureren werd op een aantal aspecten gelet. Werd er in de maat gelopen, waren de rijen recht, vormde de kleding een eenheid en zag
die er netjes gewassen en gestreken uit? Een bijzonder aspect vormde ‘het bochten lopen’. Dit was het moeilijkste onderdeel en er werd door de Nomaden ook driftig op getraind. De Nomaden beheersten dit onderdeel perfect. In de woorden van Gerry Theng: “Wij werden door de andere wandelgroepen gevreesd”. Verder lette de jury op de stemming in de groep; deze diende opgewekt, vrolijk en blij te zijn. Het zingen door de groep vormde een pluspunt bij dit onderdeel van de jurering. Bij het passeren van een kerkgebouw was het zingen echter verboden! De juryrapporten waren geheim; hoe men het op de verschillende te jureren onderdelen ervan afgebracht had, was giswerk. Niet eerder dan bij het bekend maken van de uitslag wist men of men een behoorlijke prestatie had neergezet.
Die uitslag werd bekend gemaakt nadat aile wandelgroepen die dezelfde afstand hadden afgelegd, het eindpunt gepasseerd waren. De leider van de groep werd dan op het podium geroepen om de behaalde prijs in ontvangst te nemen. Het behaalde puntenaantal werd dan ook bekend gemaakt. Na enige tijd waren de gezichten van de juryleden niet meer onbekend. Zodra een jurylid in het publiek werd ontwaard deed de groep extra haar best om goed voor de dag te komen. Het trucje werkte niet altijd. Soms stelde de jury zich tussen het publiek op of achter een bocht of gebruikten zij de woonkamer van een langs de route liggend huis, zodat zij niet van tevoren gezien konden worden.
Ook buiten de provinciegrenzen werden prijzen weggekaapt. Een vaste wandelplaats was bijvoorbeeld Meerkerk in Zuid-Holland. Dat betekende vertrek om 9.00 uur ‘s-morgens en ‘s-avonds om 21.30 uur weer thuis. Ook Asten en Tilburg in Noord-Brabant mochten de Nomaden regelmatig als gasten verwelkomen.
Ais een belangrijke gebeurtenis mag ook gekwalificeerd worden de inschrijving van het twaalfjarige De Nomaden-lid Jean Gilissen (toen wonende Kapelweg 9) als 20.000-ste lid van de Nederlandse Wanndelsport Bond (N.W.B.). Geflankeerd door een trotse Haij Roebroeks werd Jean op 25 augustus 1968 te Maastricht hiervoor gehuldigd. Hij ontving een diploma dat hem verzekerde van het lidmaatschap van de N.W.B. voor het leven en een cadeaubon.

De 20 km-groep in 1973 Vaandeldrager: Henny van Heeswijk
Linker rij van voren naar achteren: Geert Hofkamp, Elly van Wissen, Math Last, Hub Last, Annie Bemer,
Louis Wijnen en John Heusschen.
Middelste rij: Paul Hogenboom, Jeanny Roebroeks, onbekend, Lucie Beijers, Pierre Beckers en Jan Hofkamp.
Rechter rij: Leon Roebroeks, Marleen Notermans, Mattie Beijers, Johnny van den Boorn, Simon Hogenboom,
Desirée Philippet en Adam Heusschen
Margratenwandeltocht
Elke rechtgeaarde wandelaar beschouwde de internationale Margratenwandeltocht als een hoogtepunt: een tocht die je gelopen moest hebben en die niet in je wandelboekje mocht ontbreken! In die tijd genoot deze tocht grote naam en faam. Zonder overdrijving kan deze tocht – qua populariteit – gelijk gesteld worden met De Nacht van Gulpen en zelfs met de Nijmeegse Vierdaagse.
Traditie was dat deze tocht werd gelopen op Hemelvaartsdag; voor het eerst in 1952. De tocht ontwikkelde zich tot een van de grootste dagwandeltochten in Nederland. Voor de eerste Margratentocht meldden zich 250 wandelaars. Op het hoogtepunt – op het einde van de jaren zestig – telde de tocht zo’n 10.000 wandelaars! De organisatie van deze tocht was in handen van de WSV De Globetrotters onder de bezielende leiding van de bekende broeder Modestus van Huize St. Joseph en zijn rechterhand: broeder Wenceslaus.
De tochten deden de Amerikaanse begraafplaats in Margraten aan en de routes liepen daardoor veelal door ons dorp. Hemelvaartsdag was (en is) een algemeen erkende christelijke feestdag en dat betekende een vrije dag voor iedereen. Vele Keerdenaren benutten die dag om al die kleurrijke wandelgroepen en individuele wandelaars aan zich voorbij te zien trekken. Aangezien Hemelvaartsdag tevens de dag was waarop toentertijd in ons dorp kinderen de Eerste H. Communie ontvingen, ontstond er een probleempje. Omdat zovelen betrokken waren bij de tocht, moest de aandacht verdeeld worden tussen de communicantjes en de wandelaars. In overleg met pastoor Berkers werd de dag van de Eerste H. Communie verschoven naar de zondag voorafgaande aan Hemelvaartsdag.
Ais herinnering aan de tocht ontvingen de deelnemers de hooggewaardeerde speciale Margraten-medaille, in brons, verzilverd of verguld al naar gelang er voor de eerste, tweede of derde keer werd deelgenomen. Een geëmailleerde medaille was de beloning voor diegenen die de tocht vijf-, tien- of vijftienmaal uitliepen.
Inmiddels waren de gedachten rijp om ook in Cadier en Keer een eigen wandeltocht te organiseren. Dat kwam broeder Modestus van de Globetrotters ter ore en deze bood de nomaden aan om te participeren in de Margratentocht. De gedachten aan een eigen wandeltocht werden vervolgens in de ijskast gezet. Aanvankelijk werden de organiserende Globetrotters op enkele onderdelen van de organisatie door de Nomaden ondersteund, maar door het verzoek van broeder Modestus werden zij medeorganisatoren. Dat betekende dat die dag zo’n 70 tot 80 Keerdenaren in touw waren om de inschrijvingen te regelen, zorg te dragen voor het natje en droogje voor de wandelaars op de rustplaatsen en het bemensen van de controleposten.

Trinette Roebroeks-Frambach anno 2004 met de in 1967 gemaakte ‘mascotte’ (poppenstandaard) voor de jongste groep.
Het einde
In de jaren 1976 en 1977 kwam de vereniging in een neerwaartse spiraal terecht. Een groot aantal leden wilde niet langer in groepsverband wandelen; zij kozen voor meer individuele vrijheid. Dat paste overigens geheel in het tijdsbeeld van eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Vele wandelsportverenigingen hadden met een zelfde beeld te maken. Daarbij kwam dat de leden van het eerste uur ouder waren geworden en andere interesses kregen. Dat op zichzelf natuurlijk verloop, kon onvoldoende gecompenseerd worden door nieuwe leden. Gevolg daarvan was dat er minder homogene groepen samengesteld konden worden waardoor het aantal wandeltochten waaraan werd deelgenomen verder afnam. Dat bracht weer met zich dat er voor de echte liefhebbers te weinig te wandelen viel. Daarbij kwam dat de kosten van het vervoer met de bus naar de wandeltochten te kostbaar werd.

Vaandeldrager Johnny Heusschen met groepsleider Jan Hofkamp.
Linker rij van voren naar achteren:
Tonny Bessems, Ineke Gilissen, Jo van Proemeren, Gerry Huntjens, Marjan Spronck,
Guido Spronck, Willy Roebroeks, onbekend, Gerard Lemmerling, Desirée Philippet, onbekend.
Middelste rij:
Marjo Spronck, Marleen Beijers, Jan Essers, Eric Pluijmakers, Elly Beijers, Hanny Beijers,
Jos Schiepers, Paul v.d. Broek, Annet Bessems en Theo Heusschen.
Rechter rij:
Marita Beijers, Roswita Essers, Leon Roebroeks, onbekend, Mieke Honée, Ivo van Laar, onbekend,
Guido Essers, onbekend, onbekend, onbekend, Marie-Jose Pluijmakers.
De doodsteek kwam echter uit een andere, niet verwachte hoek. Het bestuur van de L.W.B, (Limburgse Wandelsport Bond) had de WSV De Nomaden bericht dat zij de volledige organisatie van de Margratentocht zouden overnemen. Een verzoek om een gesprek om te vernemen welke redenen hieraan ten grondslag hadden gelegen, werd door de Bond botweg geweigerd.
Voor het Bestuur van de WSV De Nomaden was dat mede de reden om over te gaan tot opheffing van de vereniging. De financiele aderlating als gevolg van het niet meer mede kunnen organiseren van deze zeer bekende wandeltocht, was zo groot dat niets anders meer restte. Het doek viel officieel op I februari 1978 toen het Bestuur via een brief aan de leden, bekend maakte dat de vereniging had opgehouden te bestaan.
Het batige kassaldo werd geschonken aan de Stichting Sport voor gehandicapten. Zo bleef het geld in de sportwereld en kwam het “ten goede aan diegenen die niet in staat waren om voor de volle 100% sport te bedrijven”. De kleding die zich onder het bestuur bevond werd geschonken aan de Missie (pater Spronck en pater Lemmerling). Als souvenir konden de jongens en meisjes die dat wilden, hun wandeltrui en broek of rok behouden. Zo restte hun een tastbare herinnering aan de vele mooie wandeltochten, zowel binnen als buiten het Limburgse land.
Tot slot
De WSV De Nomaden heeft een 12-tal jaren lang binnen onze dorpsgemeenschap gefunctioneerd. In de jaren 1966-1978 vormde zij een van de verenigingen die de jongeren in ons dorp een zinvolle en gezonde vrije tijdsbesteding boden. Velen hebben als bestuurslid of als leider/leidster talloze uren besteed om de jeugd op te vangen of zich op allerlei wijzen ingezet voor het verwerven van inkomsten. Een andere tijdsgeest, met meer behoefte aan individuele ontspanning en het opkomen van andere nieuwe (‘modeme’) vrijetijdssporten (zoals hockey) en de oprichting van de scoutingclub veroorzaakte de neergang en uiteindelijk het einde van wat ooit een bloeiende vereniging was.
Wat gebleven is, is een herinnering aan veel gezelligheid, saamhorigheid en gezonde ontspanning. Voor vele dorpsgenoten is hun tijd bij de WSV De Nomaden een herinnering die ongetwijfeld nostalgische gevoelens zal blijven oproepen.
Geschreven door drs. Harry H.M. Beckers