Backerbösj (het Missiehuis)

Keer in oude ansichten

Kaarten met een aangezicht
Backerbösj (het Missiehuis)
door drs. Harry H.M. Beckers

In onze reeks over ons dorp in oude ansichten zijn wij thans toe aan het achtste artikel. In de voorbije jaren hebben wij vooral stilgestaan bij enkele algemene aspecten van de ansichtkaarten en zijn wij vervolgens ingegaan op een of meerdere kaarten. In dit artikel hebben wij ervoor gekozen om een tweetal kaarten te bespreken van het klooster van de Paters van de Afrikaanse Missiën (Missiehuis), waarbij op de afbeelding van dit klooster op de kaart wordt ingegaan. De twee ansichtkaarten vormen een beeldend onderdeel van een groter geheel: de kruisweg en de begraafplaats. Daarom wordt ook hier aandacht aan besteed.

De toegangspoort aan de Rijksweg
In eerdere artikelen in de Keerder Kroniek is meerdere malen aandacht besteed aan het Missiehuis. Daarin is al naar voren gebracht dat het Missiehuis sinds 1892 in gebruik is en het in 1894 officieel geopend is. Daarna is er nog ettelijke jaren aan gebouwd.
De ‘officiële’ toegang tot dit Missiehuis bevond zich in de Keerderberg aan de Rijksweg. Dat is ook de verklaring voor het feit dat tot op de dag van vandaag het adres van het ‘Rooms Katholiek Missiehuis’ nog steeds luidt: Rijksweg 15. Voor velen die voor het eerst de weg naar het Missiehuis zoeken, zorgt dit voor de nodige hoofdbrekens.

Vanaf de Rijksweg naar de Lourdesgrot passeerde men eerst de officiële toegangspoort. Die was afgesloten met een ijzeren hekwerk. Boven dit hek waren breukstenen gemetseld die de grot in Lourdes voorstelden. Hierin bevond zich rechtsonder een kleine nis met daarin het beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Daar weer boven prijkte het opschrift Collège Apostolique de Nôtre Dame de Lourdes. In latere jaren is dit veranderd in ‘Missiehuis O.L.V. van Lourdes’

De ansichtkaart van de toegangspoort
De ansichtkaart van de toegangspoort is blijkens de afstempeling verzonden op 4 november 1915 aan monsieur et madame Remy die in Sint Pieter wonen. Om vergissingen bij de bestelling van de kaart te voorkomen, vermeldt de afzender er zekerheidshalve bij dat het om Sint Pieter bij Maastricht gaat (de kaart zou wel eens in Rome terecht kunnen komen!).

2015blz143
Toegangspoort aan de Rijksweg

De afzender is overigens een zekere. Hij heeft kennelijk héél veel goede herinneringen aan deze familie want hij schrijft aan de achterzijde (duizend goede herinneringen). Uit het feit dat schrijft in plaats van blijkt dat hij de Franse taal nog niet helemaal beheerste.

Op de achterzijde van de ansichtkaart is de naam vermeld van de Algemeene Postvereeniging/Union Postale Universelle. Dit is een samenwerkingsverband van postale autoriteiten in de meeste landen. Zij is opgericht in 1874 en vanaf toen bracht zij eenheid in de postale voorschriften en is zij verantwoordelijk voor de postdistributie over de hele wereld. Dankzij haar is het niet meer noodzakelijk om verschillende postzegels op de brief te plakken. Vóór haar oprichting was het namelijk vereist om bij verzending van een brief deze te voorzien van een postzegel voor elk land dat de brief of de kaart diende te doorkruisen alvorens het land van bestemming te bereiken.

Verder is het te vermelden waard dat het hier gaat om een zogenaamde ‘Tulp-kaart’. Dat zijn (bijzonder) verzamelwaardige ansichtkaarten, herkenbaar aan het logo op de achterkant van de kaart (een op één punt rustend vierkant met daarin een tulp afgebeeld). Tulp-kaarten werden uitgegeven en gedrukt door Emrik & Binger in Haarlem. Het ‘tulp’-merk werd gevoerd van 1905 tot 1908. Later is het tulpmerkje vermoedelijk gebruikt door een andere drukkerij maar zekerheid daarover bestaat er niet.

De kruisweg
Vanaf de toegangspoort start de kruisweg van veertien zeshoekige kapelletjes. De Kruisweg (of in het Latijn de Via Dolorosa) is een onderdeel van de christelijke traditie behorend bij het Paasfeest. Het is een nabootsing van de lijdensweg van Christus vanaf het gerechtsgebouw (het paleis van de Romeinse procurator Pontius Pilatus) tot op de heuvel Golgotha (de plaats van zijn terechtstelling). Tijdens de Kruisweg gaan de gelovigen biddend en herdenkend langs veertien zogenaamde kruiswegstaties voorbij. Elke kruiswegstatie is een schildering die een scène uit de lijdensweg van Jezus en zijn stervensproces uitbeeldt.
Sedert 1741 is de Kruisweg verplicht in alle rooms-katholieke kerken. In onze parochiekerk vindt de Kruisweg al sinds mensenheugenis plaats op Goede Vrijdag om 15.00 uur. Vroeger was het gebruik om op dat tijdstip het werk voor enige tijd te onderbreken voor een (stil) gebed.

Alle kapelletjes zijn - evenals de Lourdesgrot - van mergelblokken en voorzien van kantelen. In die kapelletjes bevinden zich de kruiswegstaties. Precies in het midden, namelijk tussen de zevende en achtste statie, ligt de in 1892 opgebouwde grot. Deze kruisweg was een gift van de rijke Franse weldoenster van de Sociëteit, de gravin von Ketschendorf, prinses di Losignano. Deze deed in de loop der jaren meerdere schenkingen aan het klooster en bewoonde enige jaren een ‘paviljoentje’ dat zij tegen het Missiehuis aan had laten bouwen. De kruisweg is in 1995 aangewezen als beschermd rijksmonument ‘Kruiswegpark’. Ook de Lourdesgrot en de bid/grafkapel maken deel uit van het rijksmonument.

Na bijna een eeuw waren de kruiswegstaties dringend toe aan een restauratie. Het vinden van de nodige financiële middelen vergde extra inspanning maar het project kon in 2001 succesvol worden afgerond. Niet alleen de kapelletjes werden opgeknapt maar ook de kruiswegstaties zelf werden gerestaureerd. In de loop der jaren waren zij wit overgeschilderd maar dankzij naspeuringen in de archieven kregen zij hun oorspronkelijke – zeer levendige - kleuren weer terug.

Helemaal op het einde van de in 1894 gerealiseerde kruisweg bevindt zich de Calvarieberg. Naar deze Calvarieberg – ook de plaats van het huidige kerkhof - leidt een prachtige beukenlaan.

De Calvarieberg
Pas in 1909 – jaren na de realisering van de kruisweg – werd de Calvarieberg opgericht. De kruisscène is uitgevoerd in gewapend beton. Het Christusbeeld en de beelden onder het kruis van de H. Maagd Maria en van St. Johannes zijn geschonken door een tweetal Franse weldoeners. Eén van hen is jarenlang de secretaris geweest van Desribes.

2015blz146

De kaart is niet verzonden (heeft niet ‘gelopen’). Ook de drukker is niet vermeld; wel vermeldt de achterzijde (in een vierkant raamwerk) Missiehuis voor Afr. Missies, Cadier-en-Keer, bij Maastricht. De
kaart is dus in eigen beheer uitgegeven.

Wij zien de gekruisigde Christus, geflankeerd door zijn moeder, de Heilige Maagd Maria en de Heilige Johannes. Johannes is de enige apostel die onder de voet van het kruis Maria, de moeder van Jezus, bijstaat in haar verdriet. Het kruisbeeld rijst op vanuit een wereldbol met daarop de tekst Sic Deus dilexit Mundum (Zozeer beminde God de wereld). Deze tekst verwijst naar Gods liefde voor de wereld, die hij gered heeft door zijn kruisdood.

Op de zuil met de Heilige Maagd Maria staat de tekst Stabat Mater (Stond de moeder ….). Het is een bekende tekst uit de christelijke liturgie. Hier wordt verwezen naar een van de beroemdste Middeleeuwse gedichten over de Moeder Gods in haar smart om de gekruisigde Christus. De tekst verwijst naar de beginwoorden van het gedicht Stabat Mater Dolorosa (Stond de moeder, vol van smarten).
Ook vele muziekwerken van beroemde componisten dragen de tekst Stabat Mater. Uitvoeringen vinden veelal plaats in de ‘Goede Week’ voor het hoogfeest van Pasen.

Het citaat op de derde zuil met de Heilige Johannes bevat de tekst Quem diligebat Jezus (Hem beminde Jezus). Deze verwijst naar de bijzondere liefde die Jezus koesterde voor zijn leerling Johannes.

De op de kaart afgebeelde Calvaire bestaat thans niet meer. Volgens Pater Johan van Brakel SMA is deze bij de aanleg van het nieuwe kerkhof in 1964 veranderd. De sokkels met de drie Latijnse teksten zijn niet opnieuw aangebracht; zij zijn spoorloos verdwenen. Wel is het oorspronkelijke kruisbeeld met de maagd Maria en de apostel Johannes teruggeplaatst.

Begraven en bijzetten
De eerste overledenen van het Missiehuis werden begraven op de begraafplaats achter de Lourdesgrot. Op verzoek van de overste van het Missiehuis gaf het college van burgemeester en wethouders van Cadier en Keer op 25 oktober 1895 verlof tot het aanleggen eener bijzondere begraafplaats van 16 x 5 meter (80 m2). Deze bijzondere begraafplaats was bestemd voor de bewoners van het Missiehuis die geen lid van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA) waren. In de loop der jaren werden hier tien personen begraven waarvan het gros (zes) priesterstudenten. Er tegenover – tegen de achtermuur van de grot – vonden vijf zusterreligieuzen (werkzaam in de keuken van het Missiehuis) een laatste rustplaats. Alle grafkruizen zijn verwijderd vanwege aangebrachte beschadigingen door baldadige jeugd. De graven zijn echter niet geruimd. Hun namen zijn thans aangebracht op een hardstenen plaat, aangebracht op de muur van het werkhokje (voor gereedschap, kaarsen etc.) bij de Lourdesgrot. In de tijd van de processies werd dit gebouwtje gebruikt voor de verkoop van frisdrank, chocolade en devotieartikelen.

2015blz148

In 1900 werd naast de grot een grafkapel gebouwd (zie foto) met een altaar van O.L. Vrouw van Smarten. Deze grafkapel was bestemd voor de SMA-leden. Daar werden de stichter van Bakkerbösj Gaston Desribes (1848-1929), de pastoor van onze parochie van de H. Kruisverheffing Waelbers (1834-1902) en vijftien andere leden van de SMA bijgezet. Hier vond ook kanunnik Emmanuel Desribes (1840-1912) broer van Gaston Desribes zijn laatste rustplaats. Deze was rector bij de Zusters van Barmhartigheid in het nabijgelegen klooster aan de overkant van de Rijksweg. De grafkapel is in gebruik gebleven tot 1961 toen de laatste bijzetting plaatsvond. De kapel is – helaas - afgesloten om het risico van vandalisme tegen te gaan. Dat
geldt eveneens voor de grafkelder. Deze is – dankzij de inzet van onze Historische Kring - te bezichtigen geweest tijdens Open Monumentendag op 27 augustus 2012.

In 1961 werd vóór de Calvarieberg een kerkhof en tevens een grafkeldertje aangelegd. De grafkapel beneden bij de grot was nog niet helemaal vol maar er was een toename van oudere paters in Cadier en Keer en in Oosterbeek (waar al zeven paters op het parochiekerkhof begraven waren). Daarom kwam er een nieuw kerkhof waar ook de in Oosterbeek overleden paters naast de paters van het Missiehuis begraven konden worden. In het plan was ook voorzien in de bouw van een grafkeldertje. Hierheen werd het gebeente van de stichter Desribes overgebracht en opnieuw bijgezet. Zijn goede vriend – onze toenmalige parochieherder Waelbers en zijn broer Emmanuel – bleven in de grafkapel naast de Lourdesgrot achter.

De planning was dat ook de Nederlandse SMA-bisschoppen in dit grafkeldertje zouden worden bijgezet, terwijl de oud-provinciaaloversten er omheen, in een halve cirkel, begraven zouden worden. Tot op heden zijn alle SMA-bisschoppen (Mgr. Paulissen, Mgr. Konings en Mgr. Van den Bronk) in het keldertje bijgezet. Toen echter de eerste oud-provinciaal stierf dacht niemand meer aan de oorspronkelijke beoogde halve cirkel. Hij en ook de andere gestorven oud-provinciaaloversten liggen netjes op het kerkhof in de rij naast de andere missionarissen begraven. Wel zijn de Oostenrijkse broeder Franz Geier (in 1979) en pater Wout Samuels (in 1985) om praktische redenen in deze grafkelder bijgezet: de ondergrond van het kerkhof was te hard bevroren om een graf te delven.

2015blz150
De Calvarieberg in de jaren vijftig

Bij het honderdjarig bestaan van het Missiehuis in 1992/1993 is het kerkhof uitgebreid. Bij die gelegenheid zijn ook hardstenen platen aangebracht op de muur tussen het oude en het nieuwe gedeelte van dit kerkhof. Hierop staan de namen van hen die niet op het kerkhof hun laatste rustplaats hebben gevonden. Dit kerkhof is ook de plaats waar onze op 13 november 2013 plotseling overleden pastoor Jacques Smeele rust evenals zijn voorganger Jan van Frankenhuijsen (overleden 22 december 2012).
Bij de ingang staan twee beelden in mergel: ‘de wachters van de ochtend’, ter vervanging van de gestolen Petrus en Paulus die eerst op de Calvarieberg stonden. Deze beelden refereren aan ‘de wachters van de ochtend’ uit psalm 130 (129):
Mijn ziel smacht naar den Heer;
Meer dan wachters naar den morgen
Ziet Israël naar Jaweh uit.

Bronnen
- Brakel van, Johan S.M.A., Missiehuis Cadier en Keer, 2002
- Purnot, Jo: De paters van Backerbösj jubileren, Keerder Kroniek, jaarboek 2007, blz. 126-132.

Met dank aan Simon Peters voor de vertaling van de Latijnse teksten en pater Johan van Brakel SMA voor de door hem verstrekte informatie.

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME