De paters van Bakkerbosj jubileren

Vieringen en herdenkingen

Franse missionarissen vestigen zich in Keer
De paters van Bakkerbösj jubileren
door Jo Purnot

Ruim honderdvijftig jaar geleden, om precies te zijn op 8 december 1856, stichtte de Franse missiebisschop met de welluidende naam Melchior de Marion Brésillac, te Lyon een nieuwe congregatie, Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (SMA) voor wereldheer-missionarissen. Dit jubileum werd dit voorjaar ‘op het Missiehuis’ gevierd. Het Missiehuis, in de volksmond ‘kloèster’ genoemd, was het opleidingshuis voor de SMA- missionarissen. Omdat ons dorp al meer dan honderd jaar een relatie heeft met de bewoners van het Missiehuis op Bakkerbösj is dit een reden om eens terug te kijken naar de komst van de SMA-ers in ons dorp.

Gevlucht naar Keer
Eind 19de eeuw ontstond in Frankrijk voor de religieuzen een onwerkbare situatie. Anti-klerikale wetten maakten het hen praktisch onmogelijk om nog onderwijs te geven. De overste van de Franse missionarissen van SMA gaf daarom pater Gaston Desribes opdracht om in Nederland, kort bij de Franse taalgrens, een studiehuis te bouwen. Daar zouden Franse jongemannen, in afwachting van betere tijden, opgeleid worden tot missionaris. Geen vreemde opdracht want enkele jaren eerder waren hier in deze streek ook al Franse dominicanen (Rijckholt) en Franse kapucijnen (Eijsden) neergestreken.

Toen pater Gaston Desribes zonder geld naar Nederland gestuurd werd - uw baard is een fortuin waard!, zei zijn overste - , ging hij eerst naar Lourdes. Daar beloofde hij Maria het te bouwen college aan haar toe te wijden. In Nederland vestigde hij zich in 1891 tijdelijk op kasteel Oesj in Oost-Maarland. Het kasteel was eigendom van Graaf de Geloes van Eijsden, een kennis van Desribes. Van hieruit ging hij op zoek naar een geschikt stuk grond waar hij zijn opleidingsinstituut kon vestigen. Tijdens zijn zoektocht kwam pater Desribes in Keer terecht, waar hij kennismaakte met de toenmalige pastoor van Keer, pastoor Waelbers. Deze wees hem op Bakkerbösj, een stuk grond boven aan de Keerberg met een prachtig uitzicht over het Maasdal. Het besluit was toen snel genomen; Desribes kocht de grond. Zoals later zal blijken konden de flamboyante 56-jarige pastoor en zijn 43-jarige Franse kompaan goed met elkaar overweg.

2007blz127

Het park rond 1920

 

Bakkerbösj
Bakkerbösj, de bouwplaats die pater Desribes uitkoos voor zijn opleidingsinstituut had in ons dorp een ongunstige reputatie. Door Bakkerbösj leidde een paadje van de Rijksweg naar Bemelen, dat de ‘spookweg’ werd genoemd. En wie ’s avonds in het donker vanuit Maastricht / Heer te voet naar huis terugkeerde moest als het ware door een duistere tunnel. De grote olmen langs de Rijksweg, en de aan weerszijden opgaande taluds, begroeid met hoog struikgewas, zorgden voor een gevoel van onveiligheid. Daarbij beweerden kwade tongen dat het er ‘s nachts vooral tussen twaalf en één uur spookte (tössje twelf en eng, ès van aal op geng). Het gevoel van onveiligheid werd nog gevoed doordat in de verlaten mergelgroeve naast het bos allerlei ongure types een onderkomen zochten. Niet zo vreemd dat de paters in de eerste jaren last hadden van inbrekers en raddraaiers. Volgens berichten in de Limburger Koerier moesten de paters zich met behulp van hun kettinghond en revolverschoten de plaaggeesten van het lijf houden.

Keerder studenten
Pater Desribes wist van aanpakken. Hij wachtte niet tot zijn opleidingsinstituut in Keer gereed was. Nee, hij startte korte tijd na aankomst (1891) in Oesj (Oost-Maarland) met de opleiding van jongemannen. Buiten een aantal voornamelijk Franse studenten was ook een Keerdenaar van de partij: Pierre Spronck. Pierre was een zoon van Egidius Spronck en Anna Catharina Geelen. Pierre moest echter vroegtijdig zijn studie stoppen; een paar jaar na het begin van zijn studie werd hij ziek. Hij keerde terug naar zijn ouders en overleed op 21-jarige leeftijd.
Verder komen we bij de eerste studenten Joseph Lemmens tegen. Waarschijnlijk gaat het hier om Zjoke Lemmens, later gehuwd met Lena Ruwet met wie hij zestien kinderen zou krijgen. Zijn studie was van korte duur, één jaar maar. Wel is Zjoke zijn verdere leven zeer religieus gebleven, waar hij ook in het openbaar geen geheim van maakte. De volgende Keerder student was Wijnandus Spronck, zoon van Nandsje en van Cornelia Kruijen. Hij studeerde er drie jaar (1894-1897). Zijn broer Egidius volgde hem enkele jaren later op (1898 -1900). Ook Lambert Keulen (va Daam) studeerde op Bakkerbösj van 1908 - 1911. Van deze jongens uit Keer bracht niemand het tot het priesterschap. De eerste die dat wel lukte was Huub Lemmerling; hij werd in 1940 priester gewijd. Daarna volgden Johannes Oostenbach (Honthem), gewijd in 1944, Sjeng Jacobs, gewijd in 1946 en weer een jaar later Frans Spronck (va Thèi-jes). Andere Keerder studenten, zoals Hubert Paulussen, Jean Beijers, Bernard Schoenmakers, Pierre Ubaghs en anderen kozen voor een andere levensweg.
In totaal telde tussen 1891 en 1960 de opleiding 2210 jongens van wie er 430 priester gewijd zijn. Na 1960 hebben nog 224, vooral externen, hier hun gymnasiale studies gedaan.

De bouwheer, pater Gaston Desribes
In de loop van 1892 waren de bouwwerkzaamheden aan het Missiehuis begonnen. Water was een probleem. Het kostte veel moeite om het uit de grond te krijgen. Zelfs een put van anderhalve meter breed en ongeveer 70 meter diep, was niet genoeg om de bouwvakkers aan het nodige water te helpen. Maar ondanks alle problemen werd toch al een jaar later het Missiehuis ingewijd.
Overigens pater Desribes haalde niet alleen de krant als bouwheer. In augustus 1893 lezen we in de Limburger Koerier dat hij bij het station in Maastricht twee bankbiljetten van elk 100 francs had verloren. Blijkbaar steunde de heilige Voorzienigheid zijn activiteiten in Keer, want de bankbiljetten werden door een eerlijke vinder bij de politie terugbezorgd.

2007blz129

De paters en hun studenten in gebed bij de Lourdesgrot

De Lourdesgrot
Pater Desribes was in de streek van Lourdes geboren. Hij kende Bernadette Soubirous persoonlijk, daarom liet hij hier als eerste een Lourdesgrot nabouwen. Een slimme zet, want de Lourdesgrot zette Bakkerbösj gelijk op de kaart en zij was een prima bron van inkomsten. Zelfs de rozenstruik die onder het beeld kwam te staan was afkomstig van de plant onder het O.L.Vrouwebeeld te Lourdes. Op zondag 1 mei 1892 was de grot gereed, dus nog vóór het klooster. In optocht werd het door pastoor Waelbers geschonken Mariabeeld vanuit de parochiekerk van Cadier en Keer naar de grot overgebracht. De begeleidende stoet bestond uit een zangkoor van 200 personen, een praalwagen getrokken door acht paarden en de harmonie van Heer (Keer had toen nog geen fanfare). Verder vormden tachtig ruiters een erewacht. Als we de krant moeten geloven schatte men het aantal deelnemers op 15000 (!). Overigens, het schijnt dat pastoor Waelbers het beeld schonk op voorwaarde dat zijn parochianen steeds vrije toegang tot de grot zouden hebben.

De kruiswegstaties
Pater Desribes was echter niet tevreden met de grot alleen. In april 1894 werd in de helling die over het grondgebied van het Missiehuis liep, begonnen met de bouw van veertien kruiswegstaties. Iedere statie was een kleine kapel op zich. Als sluitstuk van de kruisweg werd een Calvarieberg gebouwd, deze maakt nu deel uit van het paterskerkhof. Enkele jaren geleden zijn de kruiswegstaties gerestaureerd en inmiddels officieel tot monument verklaard.

Relatie pastoor Waelbers en de bouwer Gaston Desribes
Pastoor Waelbers en de bewoners van het klooster konden het goed met elkaar vinden. Wellicht had het ermee te maken dat Waelbers en Desribes ondernemende mensen waren. Beiden hielden van reizen. Pastoor Waelbers schroomde er niet voor om in het voorjaar van 1893 naar het Heilige Land (Jeruzalem) te reizen. In die tijd een hele onderneming, die een paar maanden duurde. Toen hij begin juni terugkeerde, stonden de paters en hun leerlingen gereed om hem enthousiast te ontvangen. Ongetwijfeld hebben zij van zijn reiservaringen veel kunnen opsteken. Ook Desribes had voordat hij zich in Keer vestigde al heel wat van de wereld gezien. Verder hadden beide geestelijken iets met wijn. Waelbers was een echte liefhebber die tot ergernis van zijn parochianen niet altijd nuchter zijn taken verrichtte. Bij zijn overlijden beschikte hij over een goed gevulde wijnkelder, die in 17 partijen verkocht werd. Ook zijn voorraad sigaren moest in 13 partijen aan de man gebracht worden. Desribes had zich in zijn Franse tijd veel met wijn bezig gehouden. Zo zorgde hij ervoor dat grote partijen wijn van het eiland Samos bij Griekenland naar hun tehuis in Frankrijk verscheept werden, die de kloosterlingen dan bottelden en verkochten. Desribes kreeg het voor elkaar dat de Samoswijn het predikaat ‘miswijn’ kreeg. Hiermee was de afzet verzekerd. Ongetwijfeld wist hij na zijn vestiging in Keer al gelijk de mergelgrotten onder het klooster op waarde te schatten. Uit deze activiteiten is de huidige wijnhandel Caves Cadier ontstaan.

Pastoor Waelbers op Bakkerbösj begraven
De band van pastoor Waelbers met Bakkerbösj ging zelfs zover, dat hij zich niet tussen zijn parochianen liet begraven, zoals dat gebruikelijk was. Hij koos ervoor om op Bakkerbösj begraven te worden. Desribes had in de nabijheid van de Lourdesgrot een kapel van O.L.Vrouw van Smarten

2007blz132

laten bouwen met daaronder een grafkelder. Anderhalf jaar nadat Waelbers assistentie had verleend bij de inzegening, werd hij in de grafkelder begraven (juli 1902). Zijn vriend Desribes vond in 1929 in de grafkelder zijn rustplaats. Althans voorlopig, want ruim dertig jaar later werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar het in 1961 nieuw aangelegd kloosterkerkhof.

De Lourdesgrot als bedevaartsoord
De Lourdesgrot fungeerde als een toevluchtsoord voor zieken en mensen die troost en hulp zochten; getuige de ex-voto’s aan de muur van de grot. Vele novenen werden er gebeden. Dat betekende dat men negen dagen achter elkaar (de zondag niet meegerekend) naar de grot moest. Er waren Keerdenaren die er dagelijks heengingen. Had een huisvrouw te weinig tijd, dan vroeg zij iemand anders tegen een kleine vergoeding te bidden. Er waren genoeg oudere vrouwen in Keer die graag zo ’n boot (noveen) overnamen. Ook mannen deden dat. Zo rekende de kantonnier Petrus Roebroeks (1871 – 1924) 50 cent voor een noveen van negen dagen. Verder gingen de Keerdenaren naar de grot bidden voor de vruchten in het veld, vooral bij grote droogte. De pastoor trok dan met zijn gevolg zondags na de vroegmis in processie naar Bakkerbösj. Natuurlijk waren het niet alleen Keerdenaren. Geregeld lezen we in de oude kranten dat processies uit andere parochies al biddend naar de Lourdesgrot trokken. Of dat er een ziekentriduüm gehouden werd. Van heinde en verre bracht men dan mensen op brancards en rolstoelen naar de grot.

Gelet op de kaarsen die er elke dag branden, is de Lourdesgrot nu nog een plek waar hulp en troost gevonden wordt.

Ten slotte
Het Missiehuis en ons dorp hebben een speciale band met elkaar, getuige het glas-in-lood raam dat de Keerdenaren aan de bewoners van het Missiehuis schonken bij gelegenheid van hun vijftigjarige aanwezigheid hier. Veel Keerdenaren, mannen en vrouwen, verdienden ‘op Bakkerbösj’ in de loop der jaren hun boterham. Tijdens de oorlog dienden de grotten voor dorpelingen uit Keer, maar ook uit Heer, als schuilplaats. De paters van Bakkerbösj assisteerden als onze parochiegeestelijkheid hulp nodig had. Dit gebeurt trouwens nog. De paters en hun studenten liepen mee in de Bronkprocessie. Verschillende paters fungeerden als kapelaan (Van Oers, Backus, Blom, van Hout, Jacobs). De SMA leverde zelfs twee pastoors: Jan van Frankenhuijsen en zijn opvolger, onze huidige pastoor Jacques Smeele. Van de andere kant schoten Keerdenaren te hulp toen in 1954 het klooster voor een groot deel afbrandde. Frappant was dat het glas-in-lood raam, dat de Keerdenaren als bezegeling van hun relatie met het Missiehuis ruim een decennium eerder hadden geschonken, het inferno overleefde. Maar daarover een andere keer meer.

Literatuur:
Missiehuis Cadier en Keer, Brakel van, Jan SMA

Met dank aan pater Johan van Brakel SMA

 

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME