Eind 19e eeuw ontstond in Frankrijk voor religieuzen een onwerkbare situatie. Anti-klerikale wetten maakten het hen praktisch onmogelijk nog onderwijs te geven. Daarom gaf de orde van de SMA pater Gaston Desribes opdracht om in Nederland, vlakbij de Franse taalgrens een studiehuis te bouwen. De toenmalige patoor Waelbers wees Desribes op Bakkerbosch en dit werd aangekocht.
Pater Desribes nu was in de streek van Lourdes geboren en kende Bernadette Soubirous persoonlijk. Alvorens zijn taak te aanvaarden was hij naar Lourdes gegaan en had Maria beloofd een college te bouwen en het aan haar te wijden. Daarom liet hij als eerste een Lourdesgrot nabouwen. Een slimme zet, naar bleek, want het zette Bakkerbosch op de kaart en was een prima bron van inkomsten. Zelfs de rozenstruik die onder het beeld kwam te staan was afkomstig van de plant onder het O.L.Vrouwebeeld te Lourdes.
Op zondag 1 mei 1892, nog voordat het klooster gereed was, werd de grot in gebruik genomen. In optocht werd het door pastoor Waelbers geschonken Mariabeeld vanuit de parochiekerk van Cadier en Keer naar de grot overgebracht. De begeleidende stoet bestond uit een zangkoor van 200 personen, een praalwagen getrokken door acht paarden en de harmonie van Heer (Keer had toen nog geen fanfare). Verder vormden tachtig ruiters een erewacht. Als we de krant moeten geloven schatte men toen het aantal deelnemers op 15000. Overigent schijnt het dat pastoor Waelbers het beeld schonk op voorwaarde dat zijn parochianen steeds vrije toegang tot de grot zouden hebben.