H. Kruisverheffing: een wazige kerktitel

Sint Blasius houdt de kaarsen bradend….
Door Servé Overhof

Qua naamgeving onderscheidt de parochie Cadier en Keer zich nadrukkelijk van de overige 350 kerkgemeenschappen in het bisdom Roermond. Zij is namelijk de enige die de wijdingstitel Heilige Kruisverheffing draagt. Een vrij abstracte en weinig inspirerende naam, die er niet om vraagt te worden aangeroepen in momenten van angst of pijn. Evenmin zal zelfs de meest devote kerkganger er een kaarsje voor laten branden. De heilige Blasius, tweede patroon van de Keerder parochie, mag in dat opzicht op meer klandizie rekenen….

 De kerkelijke kalender vermeldt op 14 september het feest van de H. Kruisverheffing. Deze datum kent een historische achtergrond van bijkans 1700 jaar. Gedurende al die eeuwen wordt op 17 september de wijding herdacht van de in 335 onder keizer Constantijn de Grote op Golgotha gebouwde basiliek van het heilig Graf. Dit godshuis markeert de vermoedelijke plaats waar Christus is gekruisigd. In het kader van de wijdingsherdenking is het terugvinden van het ware kruis ingepast.
Constantijn de Grote regeerde van 306-337. Ofschoon in de geschiedenis beschreven als de eerste christenkeizer van het Romeinse Rijk werd hij pas op zijn sterfbed gedoopt. Tevoren was hij jarenlang catechumeen of doopleerling geweest. Van hem is bekend, dat hij menig robbertje heeft gevochten met lieden die hem letterlijk de kroon van het hoofd wilden stoten. Volgens een legende zou hij in een gevecht bij de Pont Milvius, in de buurt van Rome, aan de hemel een kruis hebben zien oplichten en een stem horen zeggen “In hoc signo vinces”, in dit teken zult gij overwinnen. Constantijn liet daarop in zijn purperen banier een zilveren kruis aanbrengen, overwon en besloot tot het christendom over te gaan. Bij zijn inspanningen het oorspronkelijke kruis van Christus terug te vinden, zou hij zijn gestimuleerd door zijn moeder, de later heilig verklaarde Helena.
Nog een tweede jaartal wordt in verband gebracht met het terugvinden van het Heilig Kruis. Ditmaal betreft het de “herovering” van het kruis op de Perzen. Dat zou in het jaar 628 hebben plaatsgevonden onder keizer Heraclius. Het kostbare kruishout werd toen met groot eerbetoon teruggebracht naar Jeruzalem. De geschiedschrijvers van die tijd kozen hiervoor het woord exaltatio, dat verheffing betekent. Het woord exaltatie komt overigens ook in het Nederlands woordenboek voor.

 jrg3blz146

Op een bescheiden plaats achterin de kerk van Cadier en Keer hangt een gepolychromeerd houten kruisbeeld van 115 centimeter, afkomstig uit de tijd rond 1500. de uiteinden van de balken eindigen in een vierpas, waarin, in reliëf, de symbolen van de vier evangelisten zijn uitgebeeld.

Na twintig eeuwen christendom is het kruis van Christus in ontelbare delen en deeltjes over de hele gelovige wereld verspreid. Vrijmoedig wordt wel gezegd, dat zij tezamen de afmetingen moeten hebben van vier kruisen. Een, naar mag worden aangenomen, “eerlijk” partieel van het Heilig Kruis behoort tot de kerkschatten van de parochie Cadier en Keer. De reliekhouder in de vorm van een kruis is van verzilverd koper en 49 centimeter hoog. Het centrale gedeelte is omgeven door een fijne parelrand. De kruisbalken zijn versierd met gegraveerde bladmotieven en eindigen in een driepas.
Een groot stuk van het authentieke kruis is zes eeuwen lang in Maastricht bewaard. Het werd in 1204 door de Duitse keizer Philippus de Tweede geschonken aan de kerk van Onze Lieve Vrouw, de huidige basiliek van de Sterre der Zee. Het was in goud gevat in de vorm van een patriarchaal kruis. In 1846 gaf kanunnik Lijsens de kostbare reliek ten geschenke aan paus Pius IX. Een verarming voor Maastricht, een verrijking van het Vaticaans museum!

Kerk Cadier
Wanneer heeft de parochie Cadier (later: Cadier en Keer) zich onder de schutse van het Heilig Kruis geplaatst en daarbij de kruis-verheffing als naam gekozen? Binnen de rooms-katholieke kerk is het steeds gebruikelijk geweest de parochienaam te laten vastleggen bij de kerkwijding. In Cadier zou dat in 1266 gebeurd moeten zijn. Toen immers werd de ter plaatse bestaande kapel verheven tot parochiekerk, maar bleef zij “ecclesia filialis sub Heughem” een dependance dus van de als moederkerk te beschouwen kerk in Heugem. Het charter waarin dit alles is vastgelegd, werd getekend door Marcoalus, aartsdiaken van het bisdom Luik, en Gerard van Nassau, proost van het kapittel van Onze Lieve Vrouw in Maastricht. In dit en andere geschriften komt echter nergens de naam Heilig Kruis of Kruisverheffing voor.
Was tot 1266 sprake van “de capelle van Cadier”, na dat jaar heette het “ecclesia de Cadier”: kerk, parochie dus. Het lijkt niet zo vreemd, dat men toentertijd (zoals overigens ook nu nog) de gekozen patroonheilige niet met naam noemde, in tegenstelling tot parochies in steden, die voor onderling onderscheid wel bij hun patroonsnaam genoemd moeten worden. In de parochiegeschiedenis komen wij de naam van Kruis(verheffing) voor het eerst tegen bij het doorbladeren van visitatierapporten uit 1613, 1658, 1699 en 1712. In deze verslagen wordt vastgehouden aan de band met de kerk in Heugem, maar daarnaast ook de specifieke toewijding aan het Heilig Kruis (S. Crusis) gememoreerd.

 jrg3blz148

Een deel van een pagina uit het parochieregister anno 1696 met vermelding van aan de pastorie toebehorende landerijen.

De strenge binding met de moederkerk Heugem bleef bestaan tot 3 augustus 1768. Een zakelijke overeenkomst tussen het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht en pastoor Christiaen van Eyck in Cadier leidde toen tot de status van zelfstandige parochie met enkele beperkende kanttekeningen. De overeenkomst vormde een minnelijke schikking ter voorkoming van een door de pastoor aangekondigd proces. Pastoor Van Eyck eiste namelijk het derde deel op van de “tienden” die zijn parochie moest afstaan aan het kapittel.  Bij wijze van genoegdoening besloot het kapittel de parochieherder van Cadier voortaan jaarlijks 250 gulden voor zijn levensonderhoud te geven en daarnaast 15 gulden voor het bekostigen van benodigdheden voor de eredienst. Pastoor Van Eyck accepteerde deze regeling.

Sint Blasius
Heilige Kruisverheffing geldt nog steeds als officiële naam voor de parochie Cadier en Keer. Komt het evenwel aan op openlijke verering dan treedt de heilige Blasius (eventueel met eigen fanfare!) naar voren. In 1862 wees monseigneur J.A. Paredis, toenmalig bisschop van Roermond, hem aan als tweede parochieheilige. Zijn feestdag wordt gevierd op 3 februari. In vroeger tijden kwamen gelovigen van heinde en ver naar ons dorp om op voorspraak van de heilige Blasius bescherming af te smeken tegen keelaandoeningen. De daarbij toegepaste zegening werd (en wordt) uitgesproken met twee kruiselings tegen de keel gehouden kaarsen.
In de kerk bevindt zich rechts van het priesterkoor een beeld van de heilige Blasius. Gefluisterd wordt, dat het beeld vroeger een voorstelling heette te zijn van de heilige Augustinus. Om de massaal toestromende Blasiusvereerders niet teleur te stellen, werd Augustinus omgetoverd in Blasius. Zonder plastische chirurgie. Twee kaarsen in de linkerhand bleken voldoende voor een “sprekende gelijkenis”……
In de kerkkluis bevindt zich overigens een gepolychromeerd beeld van 36 centimeter hoog uit de achttiende eeuw, voorstellende Sint Blasius met op de borst een cartouche waarin vroeger een relikwie was geborgen. Een waarschijnlijk andere reliek van de parochiepatroon bevindt zich thans in een houder van geel koper, 46 centimeter hoog.

Een opmerkelijke bevinding brengt ons tot slot aan de Belgische kust. Daar treft men namelijk een situatie aan welke een frappante gelijkenis vertoont met Cadier en Keer. In de gemeente De Haan is de parochiekerk in de kern Wenduine toegewijd aan de Heilige Kruisverheffing en die in het kerkdorp Vlissegem aan de heilige Blasius. En laat de Koninklijke harmonie van Wenduine ook nog “Onder Ons” heten ….

 jrg3blz150
De kerk van de Heilige Kruisverheffing  in de kustplaats Wenduine.

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME