Huisnamen en –tekens
door Lei Haesen
Ook in dit artikel komt nog een aantal namen voor waarvan de herkomst gezocht moet worden in oude veld- of perceelsnamen of kenmerken van het landschap.
Daarnaast komt een derde groep herkomstnamen aan bod, deze van oude huisnamen of uithangtekens. Door het ontbreken van huisnummers werd de woning aangeduid met de naam van de bewoner of eigenaar. Woningen waar een bedrijfje of nering gevestigd was, hadden vaak een uithangbord of gevelsteen om aan te geven welk beroep de bewoner er uitoefende, bijvoorbeeld een afbeelding van een schaar (kleermaker), laars (schoenmaker) of vijzel (apotheek). Herbergen, logementen en andere uitspanningen hadden vooral voorstellingen van dieren, bomen en bloemen. Wie door de binnenstad van Maastricht wandelt en iets hoger kijkt dan de etalages, kan hiervan tientallen prachtige voorbeelden zien. De naam van een woning of de afbeelding op zo’n huisteken werd vaak de (bij)naam van de bewoner.
Van den Berg |
De familienaam Van den Berg verschijnt in de parochie voor het eerst in de twintigste eeuw door de komst van Egidius Hubertus (Jules) van den Berg. Hij huwde met de in 1895 in Honthem geboren Maria Elisabeth (Lies) Jeukens.
Jules van den Berg en Lies Jeukens voor hun woning te Honthem (nu Honthem 32)
Blom(men) | blom = bloem |
Namen van bomen, vruchten en bloemen waren geliefd als huisteken. Ook in familiewapens komen ze veelvuldig voor. In de zeventiende en achttiende eeuw woonden in Honthem verschillende leden van het geslacht Blom, de meeste afkomstig uit Eckelrade en Sint Geertruid. De jongste tak zijn de nakomelingen van de in 1874 in Margraten geboren Joannes Blom. Hij vestigde zich na zijn huwelijk met Maria Hubertina Hochstenbach in 1906 in Honthem.
Gène Blom (rechts) en Wiel Blom eind jaren vijftig.
Van der Linden | lindelaan, bij een linde |
Vergaderden onze voorouders niet onder de machtige linde bij de kerk? Veel bewoners plantten bij hun woning een lindeboom tegen onweer en ander onheil. De oudste leden van het geslacht Van der Linden in Keer droegen zeer waarschijnlijk de familienaam Rutten. Wilhelmus, een zoon van Kerst (Christaan) Rutten, komen wij in de kerkregisters van Cadier tegen als Rutten alias Van der Linden. Dat geldt ook nog voor diens zoon Petrus, in 1652 bij de doop nog ingeschreven als Rutten. Na zijn huwelijk in 1686 met Joanna van Promeren verdwijnt de aliasnaam Rutten. Het geslacht van der Linden was tot de eerste helft van de negentiende eeuw met velen vertegenwoordigd in ons dorp en zelfs in het plaatselijk bestuur. Ook vervulden enkele leden het kostersambt, zoals dorpsmeester Egidius van der Linden (†1806) en zoon Joannes (†1841).
Peerboom, Perenboom |
De oudst bekende naamdrager in Cadier was Jacobus Perboums, in het begin van de 17e eeuw gehuwd met Johanna van Werst alias Oest (vermoedelijk familie van pastoor Henricus Oest). Latere naamgenoten waren afkomstig uit Gulpen en omgeving, zoals kapelaan Joannes Michael Peerboom die hier op 30-jarige leeftijd in 1829 overleed.
Dobbelsteijn |
Johannes Dobbelsteijn, afkomstig uit het Walenland, vestigde zich met zijn vrouw Anna Maria Vaessens en kinderen rond 1736 in Keer. Hier zouden nog twee kinderen geboren worden. Zoon Petrus, getrouwd met Maria Henneus, was pachter van de Meussenhof. Of er enige relatie bestaat tussen dit geslacht en de Dobbelsteinhoeve in Margraten is niet onderzocht.
Ro(de)ebroeks | broek = moerassig land, langs rivieren of beken gelegen |
Ook dit oud Zuidlimburgs geslacht dankt waarschijnlijk zijn naam aan een kasteel of bouwhoeve. In Heerlerheide stond een oude waterburcht met deze naam. De eerste naamdrager in Cadier en Keer was Petrus Roebroeks uit Terblijt. Hij huwde hier in 1831 met de Keerse Gertrudis Schijns. De huidige naamdragers zijn alles nakomelingen van dit ouderpaar.
Rouschop | rou-schop = oude stal |
De eerste Rouschop in ons dorp was de in 1837 in Eckelrade geboren Egidius Hubertus Rouschop, koetsier en dagloner, in 1862 hier gehuwd met Anna Maria Antoni, geboren in Wiesenbach (St.Vith). Hij overleed in 1905 in Meerssen en zijn echtgenote in 1925 in Boxtel.
Sluijsmans | lues = een moerassige weide |
Het ligt voor de hand bij Sluijsmans te denken aan sluiswachter of iemand die bij een sluis woonde. Waarschijnlijker is de naam ontstaan uit ’s luesman (des luesman), een zoon van iemand die woonde bij een moerassige weide. Joannes Petrus Sluijsmans uit Margraten kwam na zijn huwelijk in 1843 met Maria Elisabeth Schreurs in Cdier en Keer wonen.
Speetjens | speet = opgespitte, voor bebouwing geschikt gemaakte grond |
Martinus Speetjens, geboren in 1823 in Schimmert, trouwde in 1850 met zijn dorpsgenote Maria Catharina Frissen. Kort na 1861 vestigde het gezin zich in Sint Antoniusbank. ’t Rooth werd de nieuwe verblijfplaats voor zijn nakomelingen.
Van Hoven | op de hof geboren of wonende |
In 1866 werd Hendrik van Hoven, geboren in Mesch en gehuwd met Bertha Pinckaerts, pachter op Blankenberg. Zoon Peter emigreerde, na een eerder mislukt avontuur, samen met twee zussen in 1876 naar Amerika en vestigde zich in St. Paul in de staat Minnesota. Twee en een half jaar later volgden de andere gezinsleden. Het gezin ‘boerde’ in hun nieuwe vaderland met succes. Zo werd zoon Pieter tot senator van de staat Minnesota gekozen en zelfs aangewezen tot één van de kiesmannen die uiteindelijk bepaalden welke kandidaat president van Amerika zou worden.
Bijna 45 jaar na het vertrek van Hendrik van Hoven naar Amerika betrok Gerard Pierre Hubert van Hoven de hoeve Blankenberg. Hij was een zoon van een broer van Hendrik. Momenteel (2000) woont een kleinzoon met zijn gezin er nog steeds (klik hier voor meer informatie).
Van de Ven | ven = drassige grond |
De huidige naamdragers zijn nakomelingen van de in 1848 in Aalst geboren Petrus Sebastiaan van de Ven, in 1888 getrouwd met de Keerse Clara Hubertina Mingels. Petrus Sebastiaan was tussen 1886 en 1900 hier hoofd van de lagere school. Na zijn loopbaan in het onderwijs werd hij textielhandelaar.
Van de Weerdt | weerde, werde = land gelegen aan een rivier |
Landbouwer Wijnandus Hubertus van de Weerdt uit Gronsveld huwde in 1891 met Maria Anna Dobbelsteijn. Uit het huwelijk werden elf kinderen geboren, waaronder tien meisjes. Zeven meisjes trouwden hier in de kerk, de overige kinderen overleden op jonge leeftijd.
(wordt vervolgd)
Noot: De foto op pagina 82 is overgenomen uit ‘Limburgs Tijdschrift voor Genealogie’, jaargang 25, nummer 2, 1997.