Pèj (Piet) Weusten
door Jean Janssen
Vóór de Tweede Wereldoorlog was de Sjtieëwieëg (Rijksweg), zeker als wlj dat vergelijken met tegenwoordig, vrij rustig. De inval van de Duitsers op vrijdagmorgen voor Pinksteren in 1940 bracht daar verandering in. Een stroom van tanks, vrachtwagens, kanonnen en andere voertuigen trok dag en nacht voorbij.
Wensten i.p. v. Weusten!
Boven aan de Rijksweg richting Margraten, in een van de laatste huizen rechts, woonde Pèj Weusten met zijn vrouw Barbara Franssen. Wanneer hij in zijn groentetuin, die aan de overkant van de weg lag, ging werken, had hij de slechte gewoonte, met zijn schoffel of hak over zijn schouder, zonder uit te kijken plotsklaps de weg over te steken. Honderden keren had hij dat al gedaan en ook vele malen had men hem gewaarschuwd: Pèj loor oet, húi-j of muerige vare ze diech 't d'eunderste boeëve. Hij antwoordde dan steevast: Aw wiever kaal (oude wijvenpraat). Maar dan, nog geen maand na de inval, gebeurde waar vele buurtgenoten al voor vreesden: Péj werd aangereden door een Duits legervoertuig. De legercolonne werd enkele minuten opgehouden. Péj werd aan de kant van de weg gelegd en enige tijd later naar 'Klevarie' overgebracht. Te laat, hij was niet meer te redden. Hij was, zonder dat er een schot gelost was, het eerste oorlogsslachtoffer in ons dorp.