Duits vliegtuig neergestort

Historie

Happy new year to the Boch (Mof)
Duits vliegtuig neergestort
door Leo (Lei) Bröcheler

Op 1 januari 1945, ruim drieënhalve maand na onze bevrijding, stortte in de kom van ons dorp een Duits vliegtuig neer. De piloot overleefde de crash niet. Hieronder het verhaal van ooggetuige Lei Bröcheler. Hij woonde in de Limburgerstraat tegenover de Beatrixstraat.

Amerikanen in Keer
Enkele weken na de bevrijding, zo rond half oktober 1944, werd het druk in Keer. Een hele compagnie, ruim honderd man, van de afdeling Aan- en Afvoertroepen, allen zwarte soldaten, compleet met 40 tot 45 zware legertrucs, kozen ons dorp als basis. Van hieruit gingen ze het front van voorraden voorzien. De wagens kregen een plaats in de Kerkstraat, vanaf de Rijksweg tot bijna aan de kerk, en deels in de Limburgerstraat bij de jongensschool (thans seniorenappartementen in de Pastoor Frissenstraat). De manschappen namen hun intrek in de lokalen van ’t Keerhoes en op de grote zolder en de onderwijzerskamer van de jongensschool. Als keuken werd een grote legertent neergezet links van de oude school (nu ‘t Keerhoes).

Inmiddels stond het zuidelijk rijwielpad langs de Rijksweg tot bovenaan de Keerderberg en van voorbij 't Indsje tot aan het huidige Amerikaanse Kerkhof vol met kisten munitie en andere goederen. Praktisch elke dag gingen de Amerikanen op weg naar het front in Duitsland om daar de soldaten van voorraden te voorzien. Om vijandelijke vliegtuigaanvallen te ontlopen gebeurde dat in de avond- en nachtelijke uren. De aanvoer vanaf de kust tot Cadier en Keer geschiedde door een andere groep. Nadat vanaf 28 november 1944 de haven van Antwerpen in gebruik kon worden genomen, moest de groep uit Keer ook regelmatig daar materiaal ophalen.

Contacten met de Amerikanen
In korte tijd voelden de Amerikanen zich thuis in Keer. Velen brachten wel eens een bezoek aan de inwoners, om gezellig een uurtje in huiselijke kring door te brengen. En wat ook belangrijk was: zij hadden sigaretten, chocolade, kauwgum en andere lekkernijen die de Keerdenaren tijdens de oorlogsjaren hadden moeten ontberen. Of zelfs niet kenden. De Amerikanen waren niet krenterig. Wij jongeren uit de buurt waren kind aan huis bij de soldaten en aten soms een hapje mee van de warme maaltijd. Wij genoten van de vreemde kost, zoals het volkomen onbekende chili con carne en met maïs klaargemaakt voedsel.
Speciaal met één soldaat hadden wij goede contacten. Hoe hij heette wisten wij niet. Omdat hij wel tientallen malen per dag lachend oelala riep, noemden wij hem zo. Hij gedroeg zich kinderlijk en speels, was steeds vrolijk tegen iedereen. Oelala was gewoon een nette en fatsoenlijke kindervriend. Zonder bijbedoelingen deelde hij regelmatig snoep uit aan de jongeren. De ouderen kregen sigaretten, maar ook menige jongen heeft zo leren roken. Als 15-jarige deed ik daar natuurlijk aan mee. Twee jaar intensieve Engelse les op school kwam mij in gesprekken met de Amerikanen goed van pas.

2010blz33

Rustpauze voor onze Amerikaanse bevrijders, 13 september 1944

Keer bevrijd, maar oorlog niet voorbij
Op 16 december 1944 gingen de Duitsers na een lang en zorgvuldig voorbereid plan, vanuit de achter de Duitse grens gelegen verdedigingslinie, de Westwall, tot de tegenaanval over. Het zogenaamde Ardennenoffensief had tot doel Antwerpen te bereiken om daar de enige grote aanvoerhaven van de geallieerden uit te schakelen. De Duitsers slaagden erin, begunstigd door het slechte weer, in korte tijd een diepe wig te drijven in het Amerikaanse front. Een laaghangend wolkendek belemmerde de geallieerde luchtmacht de aanval te stuiten.
Rond Kerstmis klaarde het weer op en door het helder vriesweer kon de geallieerde luchtmacht in actie komen. Met honderden vliegtuigen werden de Duitse troepen en hun benzine-opslagplaatsen aangevallen. Het gevolg was dat eind december veel Duitse tanks en voertuigen door gebrek aan brandstof moesten blijven staan en daardoor was de angel uit de aanval.

Inmiddels liep het jaar ten einde. Het Ardennenoffensief was weliswaar praktisch vastgelopen, maar de gevechten en de spanning waren echter nog niet ten einde. Alle troepeneenheden waren nog in opperste staat van paraatheid, omdat men nog steeds vijandelijke parachutisten kon verwachten.

Nieuwjaarsdag 1945
Op nieuwjaarsdag 1945 deed de Luftwaffe onder de codenaam Unternehmen Bodenplatte nog een vertwijfelde poging het tij te keren. Niet minder dan 1035 Duitse toestellen stegen op met het doel vliegvelden, vliegtuigen en benzine-oplagplaatsen te vernietigen en de Duitse grondtroepen bij te staan. Tevergeefs. Het was de laatste massale aanval van de Luftwaffe. 350 Vliegtuigen keerden niet terug naar hun basis. Een daarvan vond zijn einde in Cadier en Keer.
Op die bewuste nieuwjaarsdag rond 9.50 uur ging ik met mijn broers Sjeng en Juul en zus Irene via de achteruitgang van onze boerderij aan de Kerkstraat naar de Hoogmis. We waren nog maar een klein stuk op weg, toen er plotseling vanuit het zuiden (Gronsveld) een Duits vliegtuig verscheen. Van de overkant van de Rijksweg werd geschoten met een viermondig stuk zwaar luchtafweergeschut. Op sommige Amerikaanse vrachtwagens bevond zich boven de bijrijderszit een grote stalen ring, waarop een mitrailleur kon draaien. Van hieruit werd even later vanaf een of twee wagens eveneens gevuurd. Waarschijnlijk heeft het vliegtuig ook zelf een kort salvo afgegeven. Ofschoon van een der huizen aan het begin van de straat de schoorsteen op straat lag, kan dat niet met zekerheid worden gezegd. Over andere schade is verder niets bekend.

Toen we het vliegtuig zagen en salvo’s hoorden, zijn we eerst achter een vrachtwagen gekropen en daarna snel terug naar huis gerend. Op de binnenplaats van de boerderij hebben we, samen met onze vader, nog een broer en twee zussen en aanstaande schoonbroer Jeu Troisfontaine afgewacht.
Het vliegtuig vloog daarna hoog in de lucht weer terug, draaide buiten ons zicht om en kwam weer dezelfde route teruggevlogen. Toen het opnieuw zichtbaar werd, zagen we iets uit het vliegtuig vallen. Een van de ouderen riep: “Weg, hieë goeit ‘n bom”. We zijn naast een muur achter de straatpoort weggedoken. Mijn broer Bèr en Jeu bleven kijken en riepen: “’t Ès géin bom. De piloot is d’roèt gesjpronge”.
Ze liepen direct daarna via de openstaande schuur en ’t sjop (open overdekte ruimte) naar de achterzijde, gevolgd door de anderen, die echter onmiddellijk werden teruggestuurd. Immers de piloot was waarschijnlijk bewapend, en er kon van alles gebeuren.

2010blz35

Een Focke Wulf FW-190, een éénmotorig Duits jachtvliegtuig dat ook bij “Unternehmen Bodenplatte” werd ingezet

Beiden wilden zien waar die parachute ging landen. Toen zij het sjop verlieten, plofte op een meter of drie / vier vóór hen iets neer. Was het toch een bom? Tot hun ontsteltenis en schrik zagen ze dat het de piloot was, die daar tegen de hard bevroren grond was geslagen. Helemaal van streek en aangeslagen kwamen ze het ons vertellen.
Het vliegtuig, een Messerschmitt ME 109 of Focke Wulf FW-190 gevechtsvliegtuig was inmiddels neergestort in de Kerkstraat en daarna midden op straat bij het huis van de familie Broers (thans Kerkstraat 191) in brand gevlogen. Een stuk van de motor kwam tegen het huis terecht dat licht beschadigd raakte.

De verongelukte piloot
De, naar later bleek, twintig jarige piloot lag erbij als een verfomfaaide, samengedrukte pop. Armen en benen lagen in een vreemde houding. Je kon zien dat alles aan hem wat kon breken, gebroken was. Hij lag deels op zijn rechterzij, deels op zijn buik. Het gezicht was merkwaardig genoeg nog gaaf en herkenbaar. Een deel van zijn schedel en het gehele achterhoofd waren verdwenen. Iedereen was erg ontdaan. Ondertussen was vriend Oelala al langs gekomen. Met de karabijn op de heup en de vinger aan de trekker. Want voor hem gold nog altijd de waarschuwing voor een aanval van Duitse parachutisten. Hij gaf zijn verwondering te kennen met zijn bekende uitroep “Oelala”. Hij tilde met zijn voet de linker schouder van de piloot licht op en schoot toen een kogel in de buik van het dode lichaam. Daarna nam hij mij onder de arm en moest ik met hem een rondje maken rond de plek waar de ongelukkige terecht was gekomen, waarbij hij naar de intussen toegestroomde omstanders riep: happy new year to the Boch. Na de landing in juni 1944 was zijn compagnie enkele maanden in Frankrijk en Zuid-België gelegerd. Van daar had hij het Franse scheldwoord Boch (Mof) meegenomen.

In die periode woonde bij ons schuin tegenover (nu Limburgerstraat 45) de door het Militaire Gezag aangestelde nieuwe burgemeester Emiel Duijsens. Bij hem was een drietal hogere Amerikaanse verbindingsofficieren ingekwartierd die belast waren met de algehele organisatie en coördinatie van het Amerikaanse leger in deze streek.
In de namiddag kwamen twee van de verbindingsofficieren en namen de papieren, alsmede een pakje Belgisch en Nederlands geld mee. Volgens andere getuigen was daar ook het horloge van de verongelukte piloot bij. Daarna werd het stoffelijk overschot weggehaald. Waarheen het gebracht werd is niet bekend.

Over de oorzaak van de dodelijke val bestaat geen duidelijkheid. Was de parachute niet opengegaan? Of was de piloot bij zijn sprong uit het vliegtuig ergens achter blijven haken? Hij had immers maar één laars aan; de andere lag honderd meter terug in een wei aan de Limburgerstraat. Of had hij bij het verlaten van het vliegtuig een klap van de staartvleugel gekregen? Wie zal het zeggen.

2010blz37

Mei 1953, 40-jarig huwelijksfeest echtpaar Dionysius (Niès) Bröcheler en Tien Bessems.
Vanaf links 1ste rij: Agnes, het bruidspaar en Bèr.
2de rij: Jeanette, Annie, Trees, Irene en Marie.
3de rij Sjuul, Sjeng en Leo.
Foto gemaakt in de huisweide achter hun boerderij. Op de achtergrond de toenmalige loods van het landbouwbelang in de Kerkstraat

Oelala weg uit Keer
Toen ik enkele dagen later uit school kwam, vertelden mijn ouders dat Oelala weg was. Hij was langs gekomen, begeleid door een van de verbindingsofficieren, een Rode Kruissoldaat en twee M.P.-ers (Military Police). Oelala liep met gebogen hoofd, maar had toch nog verlegen glimlachend heel even met een hand gewenkt. Daarna is hij met een Rode Kruisauto afgevoerd.
 
George Brown, een van de (onder)officieren in de compagnie vertelde ons later wat er aan de hand was. Oelala was door de medische dienst van het leger opgehaald omdat hij sick was, sick in his head, a little bit crazy, he is back to the States (hij was ziek, ziek in zijn hoofd, een klein beetje gek, hij is terug naar Amerika). Zijn optreden had de verbindingsofficieren waarschijnlijk doen besluiten een onderzoek in te stellen naar zijn vreemd gedrag. Brown vertelde verder dat zij wel degelijk op de hoogte waren van de ietwat afwijkende manier van doen van Oelala.
Hij zou een moeilijke en armoedige jeugd hebben gehad en vrijwillig in dienst zijn getreden. Bij het onderdeel had hij zich prima op zijn gemak gevoeld. Hij reed niet meer op de vrachtwagen, maar hield zich voornamelijk bezig met keukenwerk, poetsen van de onderkomens, bijvullen van de benzinetanks, bewaking enz.
Zijn meerderen hielden hem gewoon de hand boven het hoofd, omdat zij wisten dat hij het in het leger zeer naar zijn zin had en verder geen moeilijkheden veroorzaakte.
Ontslag zou wel eens verkeerd kunnen uitpakken. Al met al vonden zijn kameraden het heel erg dat hij weg was. En zijn jeugdige vrienden in Keer misten hem evenzeer.

Ten slotte
De oorlog ging intussen verder. Ofschoon Aken al op 21 oktober 1944 werd veroverd, verliep het offensief nogal langzaam door de hevige Duitse tegenstand en zware gevechten bezuiden en oostelijk van Aken in het Hürtgenwald en obstakels zoals rivieren en vooral de Westwall.
Nadat de Rijn bereikt werd en op 7 maart 1945 de spoorbrug bij Remagen licht beschadigd maar bruikbaar in Amerikaanse handen viel, ging het in flinke vaart naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. De compagnie uit Keer verplaatste al ongeveer in februari 1945 zijn zetel naar een plaats dichter bij het front.
Het werd weer een stuk rustiger in ons dorp.

 

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME