Na 120 jaar “herontdekt”
door Servé Overhof
Een wonderlijke zaak... Bijna 120 jaar geleden werden op de flank van de Keerderberg resten aangetroffen van een Romeins landgoed (villa) en pas nu wordt aan deze archeologische vondst serieus aandacht besteed. Nog wonderlijker is de aanleiding tot deze hernieuwde belangstelling. Een stichting die luistert naar de plaatselijke benaming Bakkerbosch wil op bedoeld terrein een golfbaan aanleggen. Plots beseffen archeologen en andere geïnteresseerden dat hier enkele historische waardevolle hectaren in het geding zijn. En dat levert, anno 1998, overmatige stof tot discussiëren op.
Romeins golf op Bakkerbosch?
Onder leiding van de priesterhistoricus Jos Habets, die in 1881 zou worden benoemd tot Rijksarchivaris in Limburg, werd in de jaren 1879-1880 archeologisch bodemonderzoek verricht “in een terrein genaamd Het Pannestuk, gelegen op de helling van de heuvel tussen Bemelen en de straatweg naar Maastricht”. Het betreft hier het terrein tussen het huidige Missiehuis en de grens van Heer en Cadier en Keer. Men trof er de contouren aan van een aantal onderkomens met een hoofdgebouw, dat een lengte moet hebben gehad van 87,50 meter: Fundamenten van kiezel vormden de onderlaag voor zware houten steunen, die houvast moesten geven aan wanden van vlechtwerk, bepleisterd met leem en doorschoten met houten balken. In de grondvesten was ook mergel verwerkt, van binnen met kalk bepleisterd en voorzien van schilderwerk. Rook- en verwarmingskanalen waren opgebouwd uit bakstenen met een standaardafmeting van 40x30x6 centimeter, plavuizen dus. In de plattegrond tekenden zich kleine slaapkamers, een badkamer met bijbehorende kleedhokjes, een eetzaal en een soort portiersloge af.
Bijzonder interessant was de manier waarop Romeinse huizen van het type Bakkerbosch werden verwarmd. Dat gebeurde vanuit een installatie die hypocaustum werd genoemd. Onder de vloer van enkele vertrekken bevond zich een open ruimte met kolommetjes van 60 centimeter hoog. De ruimte was aangesloten op een stookplaats, waarop een houtvuur brandde. Vlammen en rook verspreidden zich onder de vloer en trokken ook naar in de muur gemetselde rookbuizen. Zo werden vanuit het hypocaustum vloer en wanden verwarmd. Op basis van deze methode functioneerde ook de warmwatervoorziening in de badkamer.
Villa urbana
Professor dr. W. Jappe Alberts meent de op Bakkerbosch blootgelegde resten te mogen toerekenen aan een villa urbana, het luxueus landhuis van een welgestelde stedeling of grootgrondbezitter. Volgens hem is dit bouwtype nog slechts op één andere plaats in Limburg aangetroffen, namelijk op de Kloosterberg bij Plasmolen in Mook. Talrijker zijn de villae rusticae in deze streek. Zij kunnen beschouwd worden als voorname hofsteden. In Voerendaal is ooit een dergelijke villa blootgelegd met een totale lengte van 190 meter.
Bij de opgravingen op het terrein van Bakkerbosch zijn in 1880 duidelijke sporen van brand aangetroffen. Habets leidde daaruit af, dat deze villa, zoals vele andere, door de Barbaren in de tweede helft van de derde eeuw in brand is gestoken en verwoest. Veelal worden villae en hoeven tevoren grondig geplunderd. In Villa Bakkerbosch is dat slechts ten dele het geval geweest. Naast dakpannen, aarden potten en scherven, sleutels, haarspelden, schrijfstiften en een zilveren munt met de beeldenaar van keizer Septimius Severus (146-211) werden ook een gebroken beeldje van pijpaarde, vermoedelijk een huisgod voorstellend, en een vaasje van verzilverd koper met bronzen drievoet gevonden. In de drievoet zijn versieringen gegraveerd. Het geheel wordt gedragen door poten die uitmonden in leeuwenklauwen. De hoogte van het voorwerp is 13,5 centimeter en het gewicht bedraagt iets meer dan een kilogram. Een dergelijk pronkstuk pleegt bij opgravingen slechts hoogst zelden op te duiken. Habets was er enthousiast over, zo blijkt uit zijn beschrijving van de vondsten. De op Bakkerbosch opgegraven kostbaarheden bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Een eeuw geleden bestond nog geen Bonnefantenmuseum!
Naar alle waarschijnlijkheid worden de overblijfselen van de voormalige Villa Bakkerbosch binnenkort opnieuw blootgelegd. Aanleiding daartoe vormt het plan van de Stichting Openbare Golfbaan Bakkerbosch om nabij de vindplaats een golfbaan met achttien holes aan te leggen. De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort is door dit plan op Bakkerbosch geattendeerd en wil het terrein nu in zijn geheel onder de loep nemen. Daarmee wil men voorkomen, dat bij toekomstige grondwerkzaamheden waardevolle archeologische resten worden beschadigd. Dat vindt men zonde, 120 jaar na de eerste rapportage…