Historie
In godsnaam geen gat
’t Rooth moest wijken
door Fons Meijers
De mergel die werd gewonnen op ’t Rooth was nodig voor het produceren van cement door de ENCI en voor meststoffen in de landbouw. Direct na de Tweede Wereldoorlog, maar ook in de daaropvolgende decennia werd het van landsbelang geacht dat er zoveel mogelijk in eigen land mergel werd gewonnen. Dat door die afgravingen de natuur en de leefbaarheid op ’t Rooth ernstig werden aangetast was een offer dat gebracht moest worden in het belang van de groei van de werkgelegenheid. ’t Rooth moest wijken voor de werkgelegenheid.
De mergelwinning op ’t Rooth heeft diep ingegrepen in het leven van de inwoners. Meer dan de helft van de woningen van deze buurtschap heeft moeten plaats maken voor een gat van 45 meter diep. En de bewoners hebben decennialang in grote onzekerheid verkeerd over de vraag of hun woning of misschien alle woningen op ‘t Rooth zouden moeten verdwijnen.
In de afwegingen die door provincie en rijk zijn gemaakt tussen werkgelegenheid en natuur zijn in de loop der jaren natuur en leefbaarheid zwaarder gaan meewegen. Maar toen was voor ‘t Rooth het kwaad al geschied.
’t Rooth vóór de afgravingen
Vóórdat het grote afgraven begon was ’t Rooth een idyllische woonplek. Niemand kon dat beter beoordelen dan de Amsterdamse dominee Jacobus Craandijk die tussen 1874 en 1888 niet minder dan 75 wandeltochten door Nederland heeft gemaakt en daarbij in 1878 ’t Rooth heeft aangedaan en daarover onder meer het volgende heeft geschreven:
Zoo bereiken wij een vriendelijke, boomrijke oase, het kleine, bevallige Rooth. Wat is het hier kalm en liefelijk….
Hoe geestig verschuilen zich de witte leemen muren der nederige huizen en schuren onder het frisch en krachtig loverdak der eiken, die op een kleine hoogte ter wederzij van den weg zich trotsch verheffen…. 't Is een echt Limburgsch landschapje, met den put en de vrouwen, met den waterplas en zijn grijze en witte ganzen, met zijn steenbrokken langs de graauwe stoffige heirbaan; en wat wij in dezen vergeten uithoek van het land van ’s-Hertogenrade hebben gezien, dat laat een' indruk van liefelijkheid en vrede na, die niet ligt zal worden uitgewischt.
Tekening van ’t Rooth door Piet Schipperus in het boek van Craandijk
In dit aantrekkelijke woonoord was het in de tijd vóór de afgravingen goed leven. Mede door de nogal geïsoleerde ligging was het weliswaar een wat gesloten gemeenschap maar wel een gemeenschap met een voorbeeldig sociaal leven.
De meeste inwoners verdienden de kost in de landbouw. De andere inwoners waren in feite ook boer omdat ze bijna allemaal een huiswei, een moestuin, een of twee koeien, een varken of wat kippen, konijnen en een paar schapen hadden.
‘t Rooth had een bloeiend verenigingsleven. Er was een dorpscafé met een zaaltje van madame Beuken. In het weekend werd in dit café gekaart en waren er optredens van de toneelvereniging Ons Genoegen die voor een amateurtoneel hoge kwaliteit bracht.
Ook de hanenkraaivereniging De Morgengroet, de carnavalsvereniging De Mosasaurussen en de zangvereniging hadden hier hun honk. Verder was er een actieve Jonkheid en zelfs een voetbalclub.
Links Sjeng en Hayke Gilissen en rechts Math en Giel Dupuits
Tegenover het café was er het kruidenierswinkeltje van Sjeng Franssen en zijn vrouw. Daar kochten de vrouwen wat ze niet uit hun eigen moestuin, fruitweide of stal konden halen.
Kleinschalige mergelwinning
In Zuid- Limburg wordt al sinds mensenheugenis mergel gewonnen. Soms, zoals in de Sint-Pietersberg, ondergronds en waar de mergel dicht aan de oppervlakte komt, in dagbouw. Zoals elk Zuid-Limburgs dorp had ook ’t Rooth al lang zijn mergelgroeve. De mergel werd gebruikt als bodemverbeteraar in de landbouw.
In de jaren dertig van de vorige eeuw was er een ondergrondse groeve bij ’t Sjoer en een kleine bovengrondse winning van Sjeng Franssen uit ’t Rooth en Joep Nelissen uit Klein Welsden.
De mergelwinning was in die tijd nog zeer bescheiden van opzet. Dat blijkt ook uit het feit dat Franssen niet alleen van de mergelwinning kon leven maar samen met zijn vrouw ook nog een kruidenierswinkeltje dreef.
Grootschaliger aanpak
Vanaf eind jaren dertig van de vorige eeuw nam de vraag naar mergel toe doordat mergel tevens gebruikt ging worden als kalkmeststof en veevoederkrijt. Het was voor de uit Groningen afkomstige ondernemer Hamming voldoende reden om in 1938 naar het zuiden af te zakken om mergel te gaan winnen in een groeve vlak bij de groeve van Franssen en Nelissen. Omdat hij het vanaf het begin groter wilde aanpakken bouwde hij in Maastricht tevens een fabriek voor het branden en blussen van de mergel.
Wederopbouw
Tijdens de beide Wereldoorlogen was gebleken dat Nederland voor de mergelvoorziening te sterk afhankelijk was van de importen uit België en Duitsland. Alleen al daarom was het nodig de eigen mergelwinning op te voeren. Een ander belangrijke reden was de wederopbouw van ons land na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. Die bracht een veel grotere behoefte aan mergel met zich mee voor zowel de landbouw als voor de cementindustrie en de chemische berdrijven die de mergel verwerkten tot kunstmest.
De groei van de mergelproductie die nodig was om in deze nieuwe behoeften te voorzien was zo groot dat deze niet meer was op te brengen door de bestaande locaties; ’t Rooth en de Sint Pietersberg in Maastricht. Daarom vonden rijk en provincie het tijd worden voor een locatie die zo grootschalig was dat die tot in lengte van jaren zekerheid zou bieden voor de mergelvoorziening.
Het valt op dat toen al, zo kort na de Tweede Wereldoorlog, bij het zoeken naar een geschikte locatie met het belang van de natuur is rekening gehouden. Om die natuur zo veel mogelijk te ontzien zouden de mergelwinning en ook de cementindustrie tot één locatie beperkt moeten worden. En met het oog op de waarde van de natuur op de Sint Pietersberg zou die locatie niet daar moeten worden gezocht.
Ingang mergelgroeve ’t Rooth
De Rijksdienst voor het Nationaal Plan, een voorloper van de Rijksplanologische Dienst, die was ingeschakeld voor advies, sprak in het zogenaamd voorkeur uit voor een gigantisch terrein van honderden hectares groot op het plateau van Margraten; een terrein dat zich uitstrekte van Maastricht tot Margraten.Dat tussen Maastricht en Margraten het plateau zou moeten worden afgegraven waardoor hele woonkernen en veel schitterende natuur zou verdwijnen woog duidelijk minder zwaar dan de natuurwaarden van de Sint-Pietersberg. Gelukkig voor het plateau van Margraten heeft het de eindstreep niet gehaald omdat de ENCI haar cementindustrie niet wilde verplaatsen naar het plateau.
Rasberg Berg en Terblijt
Nadat het Dalplan in de prullenmand was beland moesten de mergelproducenten naar een andere oplossing zoeken om de dringend noodzakelijke verhoging van de mergelproductie te realiseren. Zij richtten hierbij hun vizier op de Rasberg bij Berg en Terblijt. Maar ook dit ‘plan’ was geen lang leven beschoren. De provincie was tegen de Rasberg als locatie voor mergelwinning omdat onderzoek had uitgewezen dat er te weinig goede mergel in de grond zat. Zij sprak haar voorkeur uit voor ’t Rooth; ook omdat dit minder bezwaarlijk zou zijn voor de natuur. En tegenover het bezwaar dat het woongenot van de bewoners van ’t Rooth zou worden aangetast, bracht de provincie in dat dit wel zou meevallen omdat om die woningen heen zou kunnen worden gegraven. Opnieuw werd door de provincie de aantasting van de natuur en het leefklimaat van het ‘bevallige en liefelijke’ ’t Rooth (Craandijk) niet als een reëel bezwaar gezien.
In de jaren vijftig bouwde Hamming een kalkoven nabij de groeve om kalkpoeder te produceren dat werd gebruikt in de bouw als bindmiddel in mortels. De groeve en de kalkoven vormden samen het groevebedrijf dat de Nederlandse Kalk en Mergel Industrie werd genoemd; afgekort Nekami.
’ t Rooth van de kaart
In 1959 kwam Nekami alweer met een nieuw plan. Het bedrijf wilde de groeve ’t Rooth uitbreiden in het gebied tussen ’t Rooth en Klein Welsden.
Maar ook dit plan stierf een snelle dood. En deze keer waren, anders dan bij vorige plannen, de gevolgen voor ’t Rooth reden om het onuitvoerbaar uit te spreken. Volgens zowel de Limburgse Land- en Tuinbouwbond als de Planologische Dienst van de provincie zou het onaanvaardbare gevolgen hebben voor de woningen van ’t Rooth. De inwoners van ’t Rooth zouden hun gebouwen en gronden moeten verkopen en elders een bestaan moeten vinden. De buurtschap ‘t Rooth zou van de kaart verdwijnen.
’t Rooth gehalveerd
Begin jaren ‘70 was de behoefte aan mergel zo sterk gestegen dat Nekami bij de provincie het verzoek deed een concessie te krijgen voor afgravingen van nog eens zeventig hectare. De provincie stond hier niet negatief tegenover maar sprak met Nekami af die afgravingen gefaseerd te doen. De bewoners die overigens alleen weet hadden van de eerste fase van twaalf hectare, kwamen voor het eerst in de geschiedenis van de afgravingen op ’t Rooth met een protest. Zij accepteerden niet dat door deze afgraving met twaalf hectare ’t Rooth gehalveerd zou worden.
De protestactie werd aangevoerd door de uit Maastricht afkomstige Theo Korn, commandant van de Bescherming Bevolking (BB) die in 1971 in ’t Rooth was komen wonen in de monumentale boerderij ’t Rooth 6. Theo Korn kreeg in 1972 appelboer Jef Gorissen op bezoek, die wist van de nieuwe vergunning die Nekami bij de provincie had gevraagd voor uitbreiding van de groeve. Jef vond de tijd gekomen voor protest en achtte Theo Korn de aangewezen man om daarin het voortouw te nemen. Korn heeft die taak op zich genomen en zijn eerste actie was het aantekenen van beroep tegen de voorgenomen uitbreiding van de groeve met twaalf hectare.
Theo Korn
Toch waren er ook boeren op ’t Rooth die eieren voor hun geld kozen en hun woningen aan Nekami voor een goede prijs verkochten. Nekami vond in de positieve opstelling van de provincie ten aanzien van de gevraagde concessie van zeventig hectare voldoende houvast om woningen op te kopen ter voorbereiding van de afgravingen.
Teun Neederlants die aan de Pinweg (De Peen) in zijn ouderlijk huis woonde, was de eerste die, al in 1959, het veld moest ruimen.
In de jaren zestig gingen meer boeren aan Nekami hun landbouwgrond verkopen. Zij lieten zich daarvoor overhalen omdat ze hun verkochte grond gecompenseerd kregen met stukken land elders. Op die manier werkten ze intussen wel mee aan de afgravingen die in hun ogen toch onvermijdelijk waren.
Vanaf begin jaren zeventig ging Nekami serieus aan de slag met het opkopen van huizen in ’t Rooth beneden (bij wegkruis Keerder- en Rootherweg). Deze huizen werden dan, in afwachting van de afgraving, bewoond door arbeiders van de Nekami en vervolgens gesloopt. De grootste boerderij van het dorp de 18e eeuwse Rootherhoeve en het 19e eeuwse ‘t Hieregood kwamen ook onder de slopershamer hoewel het rijksmonumenten waren.
Het huis van Teun Neederlants in de Peen (voorjaar 1952). Afgebroken 1965
Met de afgraving verdwenen eveneens de boomgaarden en de weilanden rondom de gesloopte boerderijen. Tussen 1965 en 1975 werd een achttiental boerderijen en woningen ten behoeve van de mergelexploitatie afgebroken.
Mariakapel
Uit het afbraakmateriaal van het gesloopte Hieregood is in 1970, bij de kruising ‘t Rooth en de weg Gasthuis-Cadier en Keer, een grote Mariakapel gebouwd. Die kapel was een vrome wens van de Vriendenkring ’t Rooth (Hub Bessems, Pierre George, Jan Gilissen, gesteund door Lies van Proemeren).
Enorme kuil
In 1976 had de ENCI genoeg van de stapsgewijze vergunningverlening voor de mergelwinning door de provincie. Na de oliecrisis in 1973 vroeg de economische situatie in ons land om zekerheid op lange termijn over de productie van cement die ENCI kon leveren. Het bedrijf vroeg daarom een vergunning voor het afgraven van niet minder dan 433 ha van het plateau van Margraten. Dat was tien keer zoveel als de bestaande groeve ’t Rooth. Bij realisatie van dit plan zouden ’t Rooth, Groot Welsden, Klein Welsden, IJzeren, Sibbe, Vilt, Terblijt, Gasthuis en Wolfshuis van elkaar gescheiden worden door een enorme kuil van veertig tot tachtig meter diep.
t Hieregood, gesloopt, opname is van 1963
De bewoners van ’t Rooth hadden zich tot de jaren zeventig lijdzaam opgesteld ten aanzien van de mergelwinning. Dat kwam voor een deel omdat ze slecht geïnformeerd waren, maar ook omdat zij zich realiseerden dat het bij de mergelwinning om het landsbelang ging waar toch niet tegen te vechten viel. Het offer voor het landsbelang dat bij realisatie van het ENCI-plan zou worden gevraagd ging zowel de bewoners van ’t Rooth als van de andere bedreigde buurtschappen echter veel te ver. Dit plan sloeg op het plateau in als een bom.
Als eersten kwamen Theo Korn en Jef Gorissen weer in actie. Theo schreef in 1977 een beroepschrift aan de Raad van State van meer dan tweehonderd pagina’s en Jef nam op zich dat voor de Raad met een krachtig betoog te verdedigen.
Het veldkruis op Wolfshuis.
Op 20 mei 1978 volgde een grote protestdemonstratie vanuit Cadier en Keer naar het plateau, waaraan duizenden mensen uit de regio, maar ook talrijke natuurliefhebbers en milieuactivisten uit het hele land deelnamen. Overal in het gebied stonden borden met teksten als ‘In godsnaam geen gat’ en ‘Wie zijn grond verwoest, verwoest zichzelf’. Ook werd aan een veldkruis de tekst bevestigd: “De Sint Pietersberg kon ik niet beschermen maar over het plateau zal ik me ontfermen” (zie afbeelding).
De omvangrijke demonstratie was voor de inwoners van ’t Rooth en omliggende plaatsen een spannende gebeurtenis. Voor een inwoner uit de Julianastraat in Keer was het een extra spannende dag. Hij had verwacht dat veel van de duizenden demonstranten wel trek zouden hebben in een lekker belegd broodje en had daarom enkele honderden broodjes op voorhand gesmeerd. Maar daarin had hij zich ernstig vergist, want hij verkocht er slechts een paar, met als gevolg dat de volgende dag alle diepvriezers in de Julianastraat vol werden gestopt met belegde broodjes.
Deze acties maakten op de provincie geen indruk, want op 2 juni 1978 schreef gouverneur Kremers een brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat dat in het belang van de werkgelegenheid die grootscheepse afgraving moest doorgaan. De werkgelegenheid ging in die tijd, toen Zuid-Limburg kampte met de gevolgen van de mijnsluitingen, voor alles.
In 1980 werd de exploitatie van de Nekamigroeve overgenomen door de firma Ankersmit, die later fuseerde tot Ankerpoort.
Massaal verzet
In de daaropvolgende jaren werd het verzet steeds massaler. Omdat Sibbe eveneens gevaar liep, nam daar Herman Baake, gepensioneerd jurist van Shell, het initiatief om in actie te komen. Hij had er ook persoonlijk belang bij omdat in het plan van ENCI de groeve op zo een honderd meter van zijn woning zou komen; een monumentaal kasteeltje even buiten Sibbe (het Sibber Huuske). Baake mobiliseerde naast Theo Korn en Jef Gorissen ook Henk Vijverberg van de Milieufederatie, de pastoor van Sibbe, een plaatselijk boer en nog wat anderen uit het dorp voor protestacties.
De grootste ‘verzetsheld’ was intussen Sjang Heuts die bij Nekami had gewerkt maar zijn werkgever met de riek van zijn erf had gejaagd toen die kwam vragen welke prijs hij voor zijn woning wilde hebben. Hij wilde voor geen enkele prijs uit zijn woning in ’t Rooth beneden. En hij kreeg zijn zin. Ankersmit heeft om het mogelijk te maken dat Sjang kon blijven wonen een weg moeten aanleggen speciaal naar zijn woning, compleet met lantaarnpalen, waterleiding en elektriciteit. Toen Sjang in 1987 kinderloos stierf is zijn woning direct met de grond gelijk gemaakt.
Het uiteindelijke resultaat van de acties van de inwoners was dat de Raad van State bepaalde dat het plan eerst door de minister nog een keer goed moest worden doorgenomen.
De gemeente Margraten, die eerst nog voorstander was van afgravingen, verzette zich eveneens tegen het plan van de ENCI, omdat een groot gedeelte van de gemeente in de groeve zou verdwijnen. De toenmalige burgemeester Kaiser nodigde minister Neelie Smit-Kroes uit voor een bezoek aan het Plateau van Margraten. De bewindsvrouw bekeek de omgeving met eigen ogen en stelde in 1989 vast dat verdere afgravingen niet wenselijk waren.
Minister Smit-Kroes op bezoek. Vanaf links: de minister, burgemeester Herman Kaiser en Sjef Gorissen.
De actiegroep van Theo Korn en Jef Gorissen zag hiermee haar taak volbracht en hief zich op.
Afgraven nooit
Ankersmit was niet van plan zich zonder meer bij het besluit van de minister neer te leggen. Een maand nadat het grootscheepse plan van 433 hectare van de baan was, kwam dit bedrijf alweer met een nieuw plan. Er werd een aanvraag ingediend voor een uitbreiding van de concessie voor afgraving met 48 hectare. De provincie stelde zich achter dit verzoek en haalde minister Smit-Kroes over om gedeeltelijk terug te komen op haar besluit van 1989 en toch ruimte te maken voor deze ‘beperkte’ uitbreiding bij 't Rooth.
De onverzettelijke Sjang Heuts
Maar de gevolgen van deze ‘beperkte’ uitbreiding waren niet bepaald beperkt. De buurtschappen 't Rooth en Gasthuis zouden door een groeve van veertig meter diep van elkaar gescheiden worden. De bewoners van beide buurtschappen die zich in 1989 hadden verenigd in de en ‘Ankerpoort stelde daar tegenover dat de werkgelegenheid van 175 medewerkers in gevaar zou komen als het bedrijf die 48 hectare niet mocht afgraven.
Handtekeningactie
De protesten van de inwoners hadden de provincie niet koud gelaten. Die stelde daarom in 1991 voor de uitbreiding van de afgravingen te beperken tot dertig hectare. Maar de Stichting Verontruste plateaubewoners had het sterke vermoeden dat er beweging was te krijgen in het standpunt van de provincie en zette een handtekeningenactie op. Die leverde in januari 1992 niet minder dan vijfduizend handtekeningen op van tegenstanders van deze uitbreiding die in het Provinciehuis werden aangeboden.
De oude kalkoven bij de ingang van groeve ’t Rooth vóór de restauratie in 2003
Voor de provincie was dit aanleiding om de inwoners nog verder tegemoet te komen en de uitbreiding terug te brengen tot zeventien hectare. Dat was minder dan de door Ankersmit gevraagde 48 hectare, maar het betekende wel dat de bewoners van ’t Rooth niet hoefden te verhuizen. Bovendien had dit bescheidener plan ook minder nadelige gevolgen voor de natuur.
Niemand blij
De provincie had verwacht dat met dit voornemen tot afgraving met zeventien hectare zowel Ankersmit als de bewoners tevreden zouden zijn. Maar het tegendeel was het geval. Ankersmit was ontstemd omdat de provincie eerder zou hebben ingestemd met 48 hectare. De provincie had volgens Ankersmit in het verleden verwachtingen gewekt, die nu niet werden nagekomen.
De bewoners waren niet minder boos omdat 't Rooth weliswaar zou blijven bestaan, maar dan wél aan de rand van een steile afgrond. De Roothenaren hadden gehoopt dat na vele decennia de strijd eindelijk beëindigd zou worden. ’t Rooth kreeg nu echter nog jaren last van de mergelwinning en de huizen zouden onverkoopbaar worden. De inwoners hadden verwacht dat Ankersmit hun huizen zou opkopen, maar nu kon echter naar een deal gefloten worden.
De provincie liet zich vooralsnog door de bezwaren van zowel Ankersmit als de bewoners niet weerhouden om in 2003 met een plan te komen dat de uitvoering van de uitbreiding met zeventien hectare mogelijk moest maken.
De laatste
Waar de bewoners van ’t Rooth zich aanvankelijk lijdzaam opstelden, heeft de provincie in de loop van de tijd eerst in de actiegroep Korn/ Gorissen en daarna in de Stichting Verontruste Plateaubewoners tegenspelers gekregen die de provincie in geen geval kon passeren.
Zo is de Stichting Verontruste Plateaubewoners ook tegen dit plan van de uitbreiding met zeventien hectare niet tevergeefs in beroep gegaan. Zij kreeg bij de Raad van State haar gelijk dat in het plan van de provincie onvoldoende was rekening gehouden met de ‘landschaps- en natuurwaarden’. Daarmee is bereikt dat de provincie in 2006 de geplande uitbreiding van zeventien hectaren moest terugbrengen tot 5,8 hectare. Op 22 augustus 2006 kwam de provincie met Ankerpoort tot een overeenkomst over deze afgraving van 5,8 hectare. Daarbij werd bovendien afgesproken dat deze afgraving de laatste zou zijn en dat ze uiterlijk in 2017 zou moeten zijn afgerond. Ankerpoort zou de tijd tot 2017 kunnen benutten om over te schakelen op nieuwe producten.
Gemeente Margraten
Waarschijnlijk met het aanvankelijk besluit van minister Smit-Kroes
in het achterhoofd heeft burgemeester Van Beers van Margraten nog een poging gedaan de provincie zo ver te brengen dat ze zou besluiten helemaal te stoppen met de afgravingen op ’t Rooth. Hij riep Provinciale Staten op ‘een moedig besluit’ te nemen en te stoppen. Maar de provincie legde deze oproep naast zich neer en zette haar plan door. Begin 2009 verleende zij Ankerpoort de vergunning voor de afgraving van 5,8 hectare.
Het huisje van Sjang Heuts bovenaan ’t Sjoer is gesloopt.
Maar de oude leilinde voor het huisje staat er tegenwoordig nog en is een gemeentelijk monument.
Ten slotte
Niet alleen de mijnstreek in Zuid-Limburg maar, op kleinere schaal ook ’t Rooth, heeft grote offers gebracht voor de wederopbouw van ons land na de Tweede Wereldoorlog en voor de groei van de werkgelegenheid in de afgelopen decennia. Het liefelijke (Craandijk) heeft moeten plaats maken voor een diep gat. Wat nog van ‘t Rooth resteert ligt volkomen geïsoleerd; je kunt erlangs rijden zonder te merken dat het bestaat. Van de 33 huizen die de buurtschap vóór de afgravingen telde zijn er nog maar 15 over; en van de paar honderd inwoners nog circa 40. De enige objecten die nog herinneren aan het verdwenen deel van het dorp zijn een wegkruis op de kruising van de Keerder- en Rootherweg en een oude leilinde die voor het huis van Sjang Heuts stond.De natuur die is verdwenen, heeft in het ‘afgewerkte’ deel van vijftig hectare weliswaar intussen plaats gemaakt voor nieuwe natuur. Maar dat is, omdat het tot Beschermd Natuurmonument is verklaard en in eigendom is van de Stichting het Limburgs Landschap nog maar beperkt geopend is.Uit het in de opgenomen overzicht van plannen, acties en besluiten blijkt nog eens duidelijk hoe veel tijd en moeite het heeft gekost om tot het besluit te komen dat vroeg of laat toch genomen moest worden: de mergel importeren uit het buitenland. Voor ’t Rooth is het heel spijtig dat dit zo lang heeft moeten duren.
Geraadpleegde Literatuur
• Dorren, Nanne: De duivel groef een paradijs, 2005.
• Craandijk, Jacobus: Wandelingen door Nederland, Deel 3 Over de bergen. In het Limburgsche,1878.
• Provincie Limburg: POL-aanvulling ’t Rooth, 21 februari 2003.
• Raad van State: Uitspraak inzake POL-aanvulling ’t Rooth 2003, 28 april 2004.
• Provincie Limburg: POL-aanvulling groeve ’t Rooth, 30 juni 2006.
• Raad van State: Uitspraak inzake POL-aanvulling groeve ‘t Rooth 2006, 21 januari 2009.
• Digibron: Bewonersprotest tegen uitbreiding mergelgroeve, 25 januari 1992.
• Trouw: ’t Rooth gespaard, maar niemand blij, 28 mei 1994.
• NRC: Afgravingen in Limburg toegestaan, 13 oktober 1994.
• De Limburger: ’t Rooth is een zaak geworden, 30 juni 2004.
• NRC: Ze begraven ons dorp, 17 juni 2005.
• Binnenlands bestuur: Uitgemergeld, 16 april 2010.
• ’t Rooth Plaatsengids.nl.
Bijlage: Overzicht plannen, acties en besluiten afgravingen ‘t Rooth
1938:
• Groningse ondernemer Hamming begint groeve in ’t Rooth.
• Begin grootschaliger aanpak mergelwinning.
1946:
• Dalplan van rijk en provincie tot afgraving honderden hectares tussen Maastricht en Margraten.
• Dit plan ketst af omdat ENCI niet wil verhuizen van Maastricht naar het plateau.
1954:
• Plan van Hamming (intussen Nekami) voor mergelgroeve op Rasberg.
• Stuit op veto van provincie.
1959:
• Nekami wil groeve ’t Rooth uitbreiden in het gebied tussen ’t Rooth en Klein Welsden.
• Provincie wijst dit plan af, omdat daardoor ’t Rooth van de kaart zou verdwijnen.
1973:
• Nekami vraagt concessie voor uitbreiding groeve ‘t Rooth met 70 hectare.
• Provincie: akkoord maar wel in fases met als eerste fase 12 hectare.
• De in 1972 opgerichte actiegroep Korn/Gorissen tekent beroep aan.
• Nekami koopt tussen 1965 en 1975 in totaal 18 boerderijen en woningen op in ’t Rooth-beneden.
1976:
• ENCI vraagt vergunning voor het afgraven van 433 hectare.
1977:
• Beroepschrift actiegroep Korn/Gorissen tegen dit plan van 433 hectare.
20 mei 1978:
• Enkele duizenden mensen uit de omtrek en natuurliefhebbers en milieuactivisten uit het hele land demonstreren tegen dit plan.
2 juni 1978:
• Brief gouverneur Kremers aan minister van Verkeer en Waterstaat: afgraving 433 hectare moet doorgaan in belang van werkgelegenheid.
19 juni 1985:
• Koninklijk besluit: ENCI mag 433 hectare niet afgraven.
Januari 1989:
• Minister Smit-Kroes, na bezoek aan groeve ’t Rooth: verdere afgravingen niet wenselijk en niet noodzakelijk.
• Actiegroep Korn/Gorissen heft zich op.
Februari 1989:
• Nieuw voorstel Ankersmit (nieuwe exploitant van Nekamigroeve); ‘beperkte’ uitbreiding met 48 hectare’.
• Provincie haalt minister Smit-Kroes over met deze ’beperkte’ uitbreiding akkoord te gaan.
1989:
• Omdat ’t Rooth en Gasthuis door deze uitbreiding met 48 hectare van elkaar gescheiden zouden worden door een groeve van 40 meter diep protesteert Stichting Verontruste Plateaubewoners (opvolger actiegroep Korn/Gorissen) ongewoon fel.
1991:
• Om verontruste bewoners gedeeltelijk tegemoet te komen wil Provincie Limburg Ankersmit toestemming geven zijn mergelgroeve met dertig hectare uit te breiden.
Januari 1992:• De Stichting Verontruste Plateaubewoners heeft vijfduizend handtekeningen van tegenstanders van uitbreiding met 30 hectare aan de provincie laten aanbieden.1994:• De provincie komt bezwaarmakers verder tegemoet in Deelplan Kalksteen; geen 48 hectare, maar slechts 17 hectare afgraven.2003: • Provincie stelt plan op om uitbreiding met 17 hectare mogelijk te maken.• De gemeente Margraten, de Stichting Verontruste Plateaubewoners en milieugroepen tekenen beroep aan.2004:• Raad van State vernietigt dit plan, omdat landschaps-en natuurwaarden onvoldoende zijn meegewogen.
30 juni 2006:• Provincie maakt plan om uitbreiding van groeve ’t Rooth met 5,8 hectare mogelijk te maken.22 augustus 2006:• Provincie komt met Ankerpoort tot een overeenkomst over afgraving van 5,8 hectare.
Begin 2009: • Provincie verleent Ankerpoort een vergunning voor deze uitbreiding met 5,8 ha van de groeve.