Verweerde grafstenen schrijven geschiedenis
Door Lei Haesen

 

Wanneer je het kerkhof betreedt met de bedoeling even stil te staan bij het graf van een familielid of vriend, wordt je telkens opnieuw getroffen door de eenvoud en uniformiteit van de grafkruisjes. Op de begraafplaatsen van de omliggende parochies heb je moeite in de juiste stemming te komen door de veelsoortigheid in grafstenen en -zerken, de bonte mengelmoes in kleur van bij of op het graf geplaatste bloemen. Bloemstukken en planten en de vele variaties van grafornamenten. Complimenten voor het voormalig kerkbestuur, dat bij de aanleg van de huidige begraafplaats gekozen heeft voor dezelfde eenvoudige stenen kruisjes.
Op het oude kerkhof, tussen de kerk en de Meussenhof, liggen nog enkele oude grafstenen en staan nog twaalf oude hardstenen kruisen, de meeste uit de zeventiende eeuw. In deze bijdrage willen we op zoek gaan naar de personen die schuil gaan achter de in steen gehouwen namen op deze grafmonumentjes. Maar eerst nog enkele wetenswaardigheden.

Wanneer je via de Kerkstraat het pad oploopt richting kerkhof, zie je gelijk aan je rechterhand een ogenschijnlijk niet op een oude begraafplaats thuishorende, ronde, uitgekapte steen liggen. Deze steen, in de zomertijd in gebruik als bloembak, heeft een doorsnede van ongeveer 75 cm. We hebben hier te maken met de hardstenen kuip van een doopvont, waarschijnlijk vervaardigd in of kort na 1266. In dat jaar wordt Cadier een zelfstandige parochie door afscheiding van de moederkerk van Heugem. Cadier krijgt dan een eigen pastoor. In het artikel over gebruiken rond geboorte en doop is een tekening van deze oude doopvont opgenomen. Het doopvont is door de Jonkheid in zijn oude luister hersteld en in de parochiekerk teruggeplaatst.

Grafkruisen zonder opschrift
Op bovenstaande tekening is de ligging van de stenen aangeduid met een cijfer. Dit cijfer is in de tekst terug te vinden. Een aantal van de kruisjes kent geen opschrift of de tekst is door weersinvloeden geheel afgesleten (nr. 1, 2, 11 en 12). Eén van de stenen zonder opschrift (nr. 2) is enige jaren geleden door een aantal inwoners ontdekt en uitgegraven bij een perceel aan de kruising Kerkstraat-Rijksweg. Daar deed het, samen met andere, dienst als grensmarkering. Het kruis was op zijn kop in de bodem geplaatst. Alleen de onderkant van de steen, overigens keurig wit gekalkt, stak boven de grond uit. Een tweetal "paaltjes" is toen uitgegraven. Overigens is het zeer wel mogelijk, dat bij verdere graafwerkzaamheden aldaar nog een "paaltje" een oud grafkruis zal blijken te zijn. Eén van de uitgegraven stenen staat nu in Gronsveld en dient als wegkruis. De andere steen hebben de vinders, medeoprichters van de Historische Kring, teruggeplaatst op het oude kerkhof. Het bijzondere van dit kruis is, dat het ouder moet zijn dan de stenen met opschrift. Vermoedelijk dateert de steen uit de vijftiende of zestiende eeuw. Een opschrift was toen niet nodig, omdat en de naaste familie toch wist waar de dierbare precies begraven lag en omdat in die tijd de meeste dorpelingen nog niet lezen konden.
kerkhof_2
Verdwenen stenen
De bovengenoemde steen zonder opschrift (en vele andere) is waarschijnlijk bij de sloop van de voormalige kerk (1958) en het ruimen van het oude kerkhof met het puin van de afbraak "meegenomen". Ook van de in de voormalige kerk begraven personen is slechts een enkele steen bewaard gebleven door herplaatsing buiten, zoals deze van pastoor Theodoor van Bracht (nr. 14). Jammer is,dat dit niet gebeurd is met de grafsteen van pastoor Wijnand Kikken, begraven bij het altaar. Alleen de Pastoor Kikkenweg herinnert nog aan onze misschien wel bekendste parochieherder. De mogelijkheid om in de kerk begraven te worden - doorgaans voorbehouden aan de "notabelen" of kapitaalkrachtige inwoners - werd door Napoleon om hygiënische redenen voortaan verboden.

De vraag waarom na de bouw van de nieuwe kerk opnieuw enkele oude grafstenen verdwenen zijn, hebben we nog niet kunnen beantwoorden. Dr. J. Belonje beschrijft in zijn in 1961 uitgegeven werk "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg" nog zes andere stenen, onder meer van de pastoors Joannes Jaspars (1809) en Godefridus Gilissen (1821), van burgemeester Gerardus Ruth (1818) met zijn echtgenote, en van Salomon Reinier Marius Pichot du Plessis (1840), bouwer van het huidige Blankenberg. Oudere lezers van ons periodiek kunnen ons mogelijk helpen deze vraag wel te beantwoorden. We beschikken gelukkig nog over tekeningen van deze stenen. Dit hebben we te danken aan oud-veearts Jaak Nyssen uit Voeren, die al 50 jaar onderzoek doet naar eeuwenoude grafmonumentjes. In een krantenartikel zegt hij de verloren gegane kruisen van Cadier en Keer als de waardevolste van heel Limburg te beschouwen. Hij noemt de verdwijning van een deel van dit stukje historisch erfgoed zelfs "de catastrofe van Cadier en Keer".

De overige grafstenen
Van de nog aanwezige stenen geven we eerst een beschrijving en vervolgens, indien het Keerse families betreft, enige genealogische aantekeningen. Bij een enkele steen is een deel van de tekst door de tand des tijds zo afgesleten, dat we helaas (nog) niet in staat zijn de bedoelde persoon te identificeren (nr.7). Van enkele andere beschikken we nog over onvoldoende gegevens om over de genoemde overledenen nadere bijzonderheden te vermelden. Een belangrijke reden hiervoor is, dat het oudste overlijdensregister van de parochie eerst begint in 1661 (de doop- en huwelijksregisters beginnen bijna 50 jaar eerder).

•1. Steen zonder opschrift.

•2. Steen zonder opschrift.

•3. Een eg. Hier ligt begraven Pieter Mertens sterf 1632 den 28 juny ende synen soene Merten Mertens - beide schepens tot Kadier - sterf 1645 den 5 july. Bidt Godt voor de zielen.

Zoon Merten Mertens huwde 8 januari 1617 in Cadier met Petronella Meusens alias Thomissen. Uit dit huwelijk onder meer Maria, trouwde met Jan Kikken (de ouders van pastoor Wynand Kikken) en Martinus, huwde met Ida Grouwels. Een dochter uit dit laatste huwelijk, Elisabeth, trouwde met Matthijs Coninx. Van dit echtpaar leven momenteel nog nakomelingen in Cadier en Keer.

 

1903_2

  • 4. In een medaillon: † I.H.S. Hier licht begraven Katharina Nelissen, de huisvrouw van Giels Rondach, starff den 9 augusti 1660. Bitt Godt voor de ziele.

Dochter Maria, gehuwd met Ernestus Bessems, zorgde voor een talrijk nageslacht. Verschillende Keerse families hebben dit echtpaar als voorouders.

•5. In een krans: † I.H.S.- Hier ligt begraven den eersaemen Rans Rondachs sterf den 4 augusti

1617 ende Gerard van Promeren ende syne huisvrouwe Catharyn van Homerich. Beyde gestorven den 24 juny 1699. Ende Joannes van Proumeren starf den 17 den. Bidt Got voor die zielen.

Het echtpaar Hommerich(s) werd dood in bed gevonden. De kinderen van zoon Joannes, gehuwd met Elisabeth de Bije, zorgden voor talrijke nakomelingen. De van Proemerens uit Honthem zijn bijvoorbeeld afstammelingen van dit ouderpaar.

•6. Steen met I.H.S.-monogram - Hier ligge begraven de eersame Judich Canen ende haeren soen Christiaen Tiessen gewese huisvrou van deersaë Lambricht Tiessen sijn gesorven den 28 augustus 1676. Bidt Godt voor de zielen.

De familie Thijs(sen) was zeker al rond 1500 gesetteld in Honthem. Nakomelingen vestigden zich in Keer en Cadier. De op de grafstenen vermelde Lambertus was landbouwer en schepen. Hij was op 31 maart 1643 in Cadier gedoopt als zoon van Lambertus en Maria Sme(e)ts en trouwde voor pastoor Gillis Rutten op 3 mei 1666 in Cadier met de uit Margraten afkomstige Judith Caenen. Uit het huwelijk werden vijf kinderen geboren. De op de steen vermelde Christianus was ruim 6 jaar oud toen hij op dezelfde dag als zijn moeder overleed. Een jaar later, op 9 mei 1677, hertrouwde Lambertus met Petronella Mertens, een dochter van Martinus Mertens en Ida Grouwels (zie onder 3). Uit dit huwelijk ontsproten nog eens zeven kinderen. Van deze totaal twaalf nakomelingen stierf de helft op jonge leeftijd. De andere zes kinderen zouden huwen met zonen en dochters van in die tijd eveneens bekende families: Frederix (2x), Sleijpen, De Bije (2x) en Kicken

•7. Hyer liggen begraven Lemmen ..e.elis is doot geslagen A˚ 1624 ende Peter Peters staerf den 16 jary 1636. Godt verblyde hunne zielen. Amen.

•8. In een medaillon † I.H.S. -Ano 1651 den 7 aprilis ist in God entschlafen Marie van den Wijer die huusfrow van Peter Flippens. Bitt Gott vor die seel. Amen.

•9. Onder het I.H.S.-monogram: Hier licht begraven den eersamen Willem Frederix - in syne leven halfijn op de Sangerye - starf den 18 augustus 1676 ende Angees Smets syn huisvrou - starf den 12 january 1691. Bydt Godt voor hare siele.

Willem Frederix was, evenals voorheen zijn vader en nadien zijn zoon Gerard, halfwin op de Sangerij (een pachtboer die ongeveer de helft van de oogst aan de Heer moest afstaan werd halfwin genoemd, de pachthoeve zelf vaak winhof). Hij was een zoon van Gerard en Maria Brouwers. Het grafkruis van zijn vader behoort overigens ook tot de verdwenen stenen. Zoon Gerard uit het huwelijk van Willem (weduwnaar van Anna Maria Hustin) en Agnes Smeets (zij zou later hertrouwen met Willem Coemans) trouwde met Elisabeth Thijssen (zie nummer 6).

 

1915_2

•10. Hier ligt begraven Lemmen Ians sterf ..... ende Margariet Aussens zijn huysvroue sterf den 10 december 1631. Bidt Godt voer de ziele.

•11. Kruis zonder opschrift.

•12. Deze steen zonder opschrift staat enigszins verloren pal achter de muur van het H. Hartbeeld bij de ingang van het kerkhof.

•13. Bidt voor de ziel van zaliger den edelachtbaren heer Joannes Petrus Brouwers, burgemeester der gemeente Cadier en Keer, overleden 17 maart 1879 in den ouderdom van bijna 65 jaren, en van zijne huisvrouw mejuffrouw Cath. Houbiers, overleden 20 februari 1886 in den ouderdom van bijna 72 jaren.

Landbouwer Joannes Petrus, geboren 7 mei 1814 in Cadier uit het huwelijk van Jan Brouwers en Judith Geelen, was wethouder van 1850 tot 1855 en burgemeester van 1855 tot zijn overlijden in 1879. Hij trouwde 3 juni 1843 in Eijsden met de aldaar op 27 oktober 1814 geboren Anna Catharina Houbiers. Van hun dertien kinderen zouden er acht in het huwelijksbootje stappen:

•a. Judith Hubertina, geb. 31.03.1842, tr. 1) Joseph Reinier Heusschen en tr. 2) Pieter Joseph Heusschen, een broer van haar eerste echtgenoot.

•b. Johannes Hubertus, geb. 13.02.1843, tr. Anna Elisabeth Brouwers

•c. Anna Catharina Hubertina, geb. 21.03.1844 tr. Egidius Vliegen

•d. Maria Cornelia Hubertina, geb. 14.09.1847 tr. Wilhelmus Geelen

•e. Hubertus Petrus, geb. 11.06.1851, tr. Maria Elisabeth Bemelmans

•f. Maria Lucia, geb. 08.08.1852, tr. Johannes Hubertus Ruwet

•g. Maria Elisabeth Hubertina, geb. 26.11.1854, tr. Johannes Hubertus Vaassens

•h. Maria Aleida Hubertina, geb. 17.02.1856, tr. Nicolaes Winandus Spronck

Van deze kinderen zijn nog vele nakomelingen in Cadier en Keer woonachtig.

•14. In een cirkel met gotische karakters: A - MVCXXI - d - thea - de- bracht - pas - h' - ob - XV - feben.

Theodoor Bracht is de oudst bekende pastoor na de afscheiding van de parochie Heugem in 1266. Hij overleed volgens het grafschrift op 15 februari 1621.

•15. A la mémoire de monsieur Abraham Gadiot de Maestricht décédé le 25 juin 1835 et de son épouse Anne Marguérite van Caubergh décédé le 20 juillet 1852.

•16. Et à la mémoire de Guillaume Mathieu François Baron de Crassier, Membre du Corps Equestre du Limbourg en de son épouse Marie Guillemine Gadiot, nes à Maestricht le 16 avril 1786 et le 12 aout 1801, y décédés le 19 decbre 1862 et le 19 mars 1872.

De stenen 15 en 16 vormden aanvankelijk het middelste en onderste gedeelte van één rechtop geplaatst monument. Het bovenstuk van deze gedenksteen staat naast 16 rechtop tegen de muur geplaatst. Abraham Gadiot (nr. 15) was eigenaar van de Meussenhof. Op 14 juli 1808 had hij deze hof met de bijbehorende landerijen in Heer, Keer, Cadier en Gronsveld gekocht voor 55.000 francs van Toussaint Ruth. Dochter Marie Guillemine (nr. 16) erfde de Meussenhof. Uit haar huwelijk met Baron de Crassier werd een dochter geboren: Marie Guillemine Pauline Sophie. Zij huwde met Jhr. Mr. Pieter Joseph August Marie van der Does de Willebord, gouverneur van Limburg. Petrus Regout schijnt hierbij een soort postillion d'amour gefungeerd te hebben. Het is niet onwaarschijnlijk dat het fortuin van Guillemine een rol gespeeld heeft bij het tot stand komen van het huwelijk. Volgens overlevering had Guillemine een zeer onaantrekkelijk uiterlijk. In de oude kerk bevond zich een glasraam met de wapens van dit echtpaar. Na afbraak zijn deze ramen niet teruggeplaatst in de nieuwe kerk. Ze zijn echter niet verloren gegaan, maar bevinden zich nog in een (particuliere) woning in ons dorp.

 

Met dank aan Jo Purnot voor aanvullende gegevens.

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME