Noe briek miech de kloomp 
door Jo Purnot

Ter voorbereiding van de tentoonstelling die onze Kring op 5 en 6 november in het Keerhoes organiseert, hebben wij de duizenden foto s die inmiddels verzameld zijn, weer eens allemaal in handen gehad. Als je dan let op het kledingpatroon van vóór de Tweede Wereldoorlog dan valt op dat veel Keerdenaren in hun sjwerdigse (door-de-weekse) kleding op klompen liepen.

Klompen waren overal te koop
Er zullen weinig 'zeventigers' zijn die vroeger niet op klompen hebben gelopen, tenminste, als zij op het platteland zijn opgegroeid. Houten klompen waren tot de jaren zestig in elke dorpswinkel te krijgen. Ook kwam een paar keer per jaar een venter hier zijn waar slijten. Hij had eerst met veel moeite zijn handkar vol met klompen de Keerderberg op moeten duwen. Maar die moeite loonde; het was geen slechte kemersj (handel), want de dorpelingen konden niet zonder hun klompen.
Klompen passen was niet zo eenvoudig, want de rechter- en de linkerklomp zaten met een touwtje aan elkaar vast. En de klompenhandelaar weigerde beide klompen te scheiden, voordat ze verkocht waren.

 

Het nut van klompen
Grofweg verdeeld waren er twee soorten klompen: de blokke kloompe (kapklompen) en de lieg kloompe (riemklompen). De eerste soort werd veel door mannen en de tweede door vrouwen en kinderen gedragen. Vrouwen die veel zwarte kleding droegen, pasten de kleur van de klompen daarop aan en liepen vaak op lage zwarte klompen. Klompen waren uitstekend geschikt om zwaar, nat en, wat men nu noemt, vies werk te verrichten. Vooral op de boerderij was het dikwijls een modderige bedoening, zeker na een fikse regenbui. Ook bij het uitmesten van de stallen en het werken op de mesthoop kwam allerlei mestafval op de mestem (het erf) terecht. Die troep werd niet iedere keer bijeengeveegd, want op veel plaatsen kreeg de binnenplaats alleen op zaterdagmiddag een goede beurt. Klompen kwamen dus goed van pas; ze waren gemakkelijk aan en uit te doen en werden, als men het huis binnenging, aan de achterdeur gestald. Gebeurde dat een keer per ongeluk niet, dan reageerde moeder-de-vrouw direct met: 'Kloompe oet!!. Dan bleef in ieder geval haar keukenvloer schoon.

Op klompen naar school

Pierre Vaessens op de kloompe

De kinderen gingen op klompen naar school. Voordat ze de klas ingingen, moesten de klompen uit. Dat kon ook niet anders, want elke voetbeweging, variërend van geschuifel over de vloer tot geschop tegen de ijzeren stangen van de schoolbanken, gaf herrie. De onderwijzer kon dan het lesgeven wel vergeten. In de schoolgang stond naast de deur van de klas onder de lange kapstok een hele rij klompjes. Na de lessen was het dan een heel gedoe, voordat iedereen zijn eigen klompen aan had. Dat gaf nogal eens aanleiding tot wat duw- en trekwerk, zeker als een onverlaat iets in een klomp gestopt had. Dat kon variëren van een rotte pruim tot een dode muis. Alles was hiervoor bruikbaar, mits het maar de gewenste reactie teweeggbracht. Trouwens, op het schoolplein werd sowieso menige ruzie met een klomp als slagwapen uitgevochten. Dat zo een vechtpartij huutsje (builen) en blauwe plekken opleverde, hoeft verder geen uitleg.

Rennen op klompen was erg moeilijk, toch werd erop gevoetbald. Ze konden daar niet altijd goed tegen, waardoor een voetballertje welleens met een gebroken klomp naar huis moest. Hij had dan heel wat uit te leggen. Alleen een goede smoes kon hem voor een fikse uittbrander of 'n watsj (een mep) om zijn oren behoeden. Soms werd geprobeerd of zo een gebroken klomp, met behulp van een stukje ijzerdraad, nog te gebruiken was. Want onverwachts nieuwe klompen aanschaffen, paste in menig groot gezin niet altijd in het krappe huishoudbudget.

Met de klompen in de sneeuw of op de fiets
In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, leverden klompen bij vriesweer niet snel koude voeten op. Maar vroor het erg hard dan legde men wat stro in de klomp; dat liep niet gemakkelijk, maar het hield wel de voeten warm. Op klompen in de sneeuw lopen, vergde nogal wat handigheid. De sneeuw bleef onder de klompen plakken, en hoopte zich op. Op een gegeven ogenblik leek het wel of men op stelten Iiep. Vooral ouderen hadden daar last van, terwijl de jongeren er een hoop lol aan beleefden. Op het ijs kei-je (glijden) daarentegen ging voortreffelijk.
Fietsen op klompen was ook niet altijd even gemakkelijk, omdat de klompen breder waren dan de pedalen. Erg vervelend was het zogenaamde haar-eenkele, als met de linkerklomp de rechterenkel geraakt werd, of omgekeerd. Vele ouderen zullen zich herinneren dat dit een pijnlijke aangelegenheid was.

Op de klompen naar de kerk
Grote gezinnen van kleine boeren of van dagloners hadden het vaak erg moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Er was niet altijd voor iedereen een paar schoenen voor handen om op zondag aan te trekken. Dan gebeurde het dat het ene gezinslid naar de Vroegmis ging en een ander op dezelfde schoenen naar de Hoogmis. Moest men samen naar de kerk, dan ging men op de klompen. Trouwens, veel Keerdenaren gingen in de winter liever op klompen dan met schoenen aan naar de kerk. Want op de koude stenen kerkvloer waren klompen veel warmer. Ze moesten de avond ervoor dan wel goed opgeschuurd worden,dat gebeurde met mergel.

Hubert Schreurs op klompen

Hubert Schreurs op kLompen ter hoogte van de kerk
(op de achtergrond: de oude Linde) 

Het tweede leven van de klomp
Zoals eerder al vermeld, probeerde men een gespleten klomp provisorisch te herstellen met een stuk ijzerdraad. Ook poogde men een kapotte kJomp op te lappen met een stuk versleten buitenband van een fiets. Het rubber werd dan met kloompenieëgelkes aan de klomp vastgemaakt. Was een klomp niet meer bruikbaar dan werd de goede kJomp bewaard, voor het geval die nog eens samen met een andere gebruikt kon worden.
In de tijd dat nog iedereen vuur stookte om te koken of om het huis warm te houden, kon het gebeuren dat door onoplettendheid de kachel uitging. Niet iedereen had toen al lucifers bij de hand. De gewoonte was dan om bij de buren wat hete aomere (houtskool) te halen, het vervoer hiervan gebeurde in een klomp. Een ander gebruik was om kapotte klompen te vullen met planten (geraniums) en die naast de buitendeur aan de muur op te hang en of om ze als nestkastjes te gebruiken.

En ten slotte de trei-jplaanke. Het tuingereedschap was vroeger niet zoals dat tegenwoordig is. Toch wisten de dorpelingen zich te behelpen. Trei-jplaanke waren hier een voorbeeld van. Wanneer iets ingezaaid of geplant was dan moest de grond goed aangedrukt worden. Met een vastgenageld plankje onder een versleten klomp ging dat prima.

De laatste klompenmaker

In de negentiende eeuw had elk dorp zijn klompenmaker. Het materiaal hiervoor, kanadasse (populier) of wei-je (wilgen) hout, was volop voorhanden.
De laatste echte klompenmaker in Keer, althans degene die het als beroep opgaf, was Johannes Hubertus Bessems (1837-1906). Toen hij werd gekeurd voor militaire dienst, zei hij klompenmaker te zijn. In zijn latere leven gaf hij landbouwer op als beroep. Zjeng, zoals hij waarschijnlijk genoemd is, huwde in 1862 met Maria Gertruida Huiinen afkomstig van Gulpen. Zij gingen wonen op de hoek Dorpsstraat-Rijksweg (later bewoond door Spronck-Daemen). Waarschijnlijk hebben zij dat huis ook gebouwd. Het echtpaar kreeg twee zonen:
De oudste Petrus Joseph huwde met Aleida Vliegen. Hij was een flink aantal jaren hier gemeenteontvanger en gemeentesecretaris. Toen hij tot ontvanger benoemd werd, moest zijn vader (de klompenmaker) voor 800 gulden borg staan. Want zou zijn zoon er ooit met de gemeentekas vandoor gaan, dan bleef de schade voor de gemeente in ieder geval beperkt.
De tweede zoon was Zjaak Bessems (Jacobus Hubertus). Hij trouwde met Mei-j Lassouw. Aan beiden is het te danken dat nog een flink aantal nazaten van de klompenmaker in ons dorp rondlopen.

Buiten de beroepsmatige klompenmakers, werden door menig huisvader zelf de klompen voor het eigen gezin gesneden. In ieder geval maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog Teun Neederlants van in de Peen ( 't Rooth) nog klompen om een centje bij te verdienen.

Dae is 't dörrep in komme op 'ne sjloe! en 'ne kloomp.
Letterlijk: Die (persoon) is in het dorp gekomen op een pantoffel en een klomp.
Betekenis: Hij was straatarm.

De geis neet mèt de kloompe din hiemel in.
Letterlijk: Je gaat niet op de klompen de hemel naar binnen.
Betekenis: Je moet je wel weten te gedragen.

Ze höbbe häör de kloompe weggezat.
Letterlijk: Zij hebben haar de klompen weggezet.
Betekenis: Zij is overleden.

Hieë deit in kloornpenieëgelkes.
Letterlijk: Hij doet in klompenspijkertjes.
Betekenis: Wat hij doet, stelt niet veel voor.

Gebruikers
5
Artikelen
2075
Artikelen bekeken hits
9760832

Today 20

Yesterday 47

Week 169

Month 872

All 187669

Currently are 57 guests and no members online

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME