Afstammelingen van Sjeng Gilissen
door Jo Purnot
Begin 2002 kregen wij van Marijke van de Berg uit Australië de vraag of wij haar wilden abonneren op de Keerder Kroniek. Zij was op zoek naar informatie over haar grootvader Sjeng Gilissen die in Keer geboren was op 2 maart 1863 en hier overleden op 20 April 1922. Haar moeder, Lène van de Berg-Gilissen, een dochter van Sjeng leeft nog, maar heeft geen herinneringen aan hem, omdat zij pas vier jaar was toen haar vader stierf.
Vorig jaar is Marijke ruim een maand overgekomen naar haar geboorteland. In die periode zijn wij een dag samen naar het archief gegaan om gegevens over haar familie te zoeken, maar de tijd was te kort. Dus ook na terugkeer in haar huidige vaderland hebben wij de speurtocht naar haar grootvader, Sjeng Gilissen, voortgezet. Omdat zijn levensgeschiedenis ons heel wat vertelt over het reilen en zeilen en leefcultuur in ons dorp een kleine eeuw geleden, vinden wij het boeiend genoeg om een gedeelte van het onderzoeksresultaat in de Kroniek op te nemen.
De grootouders van Sjeng
(zie ook het schema hieronder).
De grootvader van Sjeng, Toussaint Gilissen werd in 1802 in Berneau (Bieën) geboren. Hij huwde in 1830 in de kerk van Bemelen met Maria Helena Ackermans, afkomstig van 't Wolfshuis (Sjwoses) onder Bemelen. De grootouders gingen nog enige jaren in Bemeau wonen, waar een dochter, Anna Maria (1831) en twee zoontjes (1832 en 1833) werden geboren. Beide laatsten stierven daar ook. In 1834 vestigde het gezin Gilissen-Ackermans zich op 't Plateau. Daar op Sjwoses werd de vader van Sjeng, Joannes Joseph, in 1834 geboren en weer twee jaar later Maria Elisabeth Hubertina. In 1837 overleed de grootmoeder van Sjeng, Helena Ackermans. Zijn grootvader, Toussaint, trouwde vijf jaar later met de dertien jaar oudere Maria Helena Brouwers. Later gingen zij op 't Rooth, in of nabij de ouderlijke woning van zijn tweede echtgenote, wonen. Het tweede huwelijk bleef kinderloos, want Helena was immers bij haar huwelijk al de vijftig gepasseerd. In 1874 werd grootvader,Toussaint, opnieuw weduwnaar.
De laatste jaren van zijn leven sleet hij bij zijn jongste dochter in Bocholtz, waar hij in 1888 overleed. Toussaint had tijdens zijn leven niet slecht 'geboerd' (of geërfd), want zijn nalatenschap bestond uit een boerderij op 't Rooth met zes hectare grond, tezamen geschat op ruim tienduizend gulden. Voor die tijd een aardig bedrag.
Stamreeks | |
I | Toussaint Gilissen (1802-1888) trouwde 1) 1830 Maria Helena Ackermans (1806-1837) trouwde 2) 1842 Maria Helena Brouwers (1815-1874) Kinderen uit het eerste huwelijk (naast twee overleden jongetjes): 1. Anna Maria (1831) 2. Joannes Joseph (1834). Volgt II 3. Maria Elisabeth Hubertina (1836) |
II | Joannes Joseph Gilissen (1834-1925) trouwde 1) 1856 Helena van der Linden (1832-1866) trouwde 2) 1866 Anna Maria Hubertina Rocks (1841-1921) Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Tossanus Hubertus (1857) 2. Maria Helena Hubertina (1859) 3. Johannes Hubertus (1861) 4. Johannes Hubertus (Sjeng). Volgt III |
III | Johannes Hubertus (Sjeng) Gilissen (1863-1922) trouwde 1) 1884 Maria Eva Spronck (1838-1913) trouwde 2) 1915 Maria Elisabeth Moonen (1896-1970) Kinderen uit het tweede huwelijk: 1. Joseph (1916) 2. Maria Helena (1918) 3. Johannes Toussaint (1919) |
De ouders van Sjeng
De vader van Sjeng, Joannes Joseph, huwde in 1856 met Helena van der Linden. Zij was geboren op 10 mei 1832 uit Keerse ouders (Gerardus van der Linden en Maria Daemen). Haar vader was dagloner en schaapherder. Het gezin van Sjengs moeder woonde in de Oondersjtraot (tegenwoordig Dorpsstraat 34) en telde vijf kinderen, van wie er één jong overleed. Een broer van zijn moeder (Johannes van de Linden) was in 1855 getrouwd met een zuster van zijn vader, de eerder genoemde Maria Elisabeth Hubertina Gilissen. Wellicht dat zijn ouders zich door de verkering of het huwelijk van hen hadden leren kennen? Voor zover wij de situatie kunnen reconstrueren bleef de moeder van Sjeng na haar huwelijk bij haar ouders wonen. Hier werden ook de kinderen geboren, terwijl zijn vader zijn domicilie op 't Rooth had. Een situatie die vroeger vaker voorkwam, omdat de looptijd tussen het werk en waar het gezin woonde te groot was. Tijd was erg kostbaar, vooral in een agrarische gemeenschap. De kostwinners kwamen dan alleen op zondag en misschien een keertje halfweek over.
Het geboortehuis van Sjeng Gilissen (nu Dorpsstraat 34)
Volgens het bevolkingsregister volgde toch in november 1865 de moeder van Sjeng haar man en verhuisde zij naar 't Rooth, waar zij vier maanden later overleed. Was ze al ziek toen zij bij haar man ging wonen? Gingen de kinderen met haar mee of bleven die bij hun grootmoeder Maria van der Linden-Daemen achter? Wij weten het niet met zekerheid. Wel wonen Sjeng en zijn broer en zus ná het overlijden van hun moeder (weer) in de Oondersjtraot bij hun oma. Na haar overlijden (1878) bleven zij bij de inwonende oom (Johannes Wilhelmus Schreurs) en tante (Anna Catharina van der Linden) wonen. Dit echtpaar was, na het overlijden van hun pas geboren dochtertje en een doodgeboren zoontje, kinderloos. Trouwens dat kinderen bij ooms en tantes opgroeiden, was vroeger niet ongebruikelijk. Vooral in grote gezinnen werden kinderen nog wel eens uitbesteed aan de grootouders of ooms en tantes. Voor deze laatsten was het vaak ook eigen belang, want als zijzelf geen kinderen hadden, waren zij op die manier toch verzekerd van een oude-dag-oppas.
De vader van Sjeng hertrouwde een jaar na het overlijden van hun moeder (Helena van der Linden) met Anna Maria Hubertina Rocks. Zij werkte in die tijd op 't Rooth als deensmaedsje (dienstmeid). Dit tweede huwelijk werd nog eens gezegend met negen kinderen, van wie er vier vrij kort na hun geboorte overleden.
Sjengs huwelijk met Eva Spronck
Het zal wel een schok te weeg gebracht hebben in het dorp als de 21-jarige Sjeng aankondigt met de 46-jarige weduwe Eva Spronck te gaan trouwen, alhoewel in die tijd grote leeftijdsverschillen vaker voorkomen. Eva woont in de Väörsjtraot (tegenwoordig Kerkstraat nr. 23, kunstgalerie Hommel). Dit huis is volgens de gevelsteen gebouwd in 1830 door de uit Margraten afkomstige landbouwer Nicolaas Willems en zijn echtgenote Elisabeth Lemmens. Dit echtpaar is kinderloos als Elisabeth in 1865 sterft. Na haar overlijden komt een neef (oomzegger), die ook Nicolaas Willems heet, bij de weduwnaar wonen. Deze Nicolaas jr. huwt in 1870 met Maria Eva Spronck. Wanneer Nicolaas jr. in 1882 overlijdt, blijft Eva bij de oom van haar overleden man wonen. Twee jaar later trouwt zij dan met de 25 jaar jongere Sjeng Gilissen. Zij blijven bij Nicolaas Willems sr. wonen en later voegen zich ook de broer van Sjeng, Toussaint (in 1885) en zijn zus Helena (in 1887) bij hen, wanneer zij terugkeren uit Frankrijk, waar zij een
tijdje gewerkt hebben. Als Helena eind 1889 met Franciscus Mingels trouwt en Toussaint een paar maanden later met Maria Rosalie Henrietta Schijns wordt het wat minder druk in huis.
Sjeng Gilissen (1863-1922)
Gelet op de leeftijd van Eva was kinderen krijgen er niet meer bij.Toch wordt maart 1894 in hun huis een baby geboren, het onwettig zoontje van een halfzuster van Sjeng, Maria Elisabeth (geboren 1871), die, als zij vijf maanden in verwachting is, bij hen is komen wonen. In een tijd dat een onecht kind vaak gezien wordt als een schande voor de familie, was Sjeng zijn tijd vooruit en ging daar blijkbaar ruimhartiger mee om. Want hij deed niet alleen aangifte bij de burgerlijke stand van de jongen, die waarschijnlijk als dank zijn voornamen meekreeg, maar hij fungeerde ook samen met zijn vrouw Eva als peetouders van de baby. Helaas, de vreugde voor het nieuwe gezinslid was van korte duur, twee maanden na de geboorte overleed het kind.
In 1902, in de gezegende leeftijd van 95 jaar overlijdt Nicolaas Willems sr. Sjeng en Eva hebben hem niet voor niets nog tien jaar 'opgepast', want het huis en andere onroerend goed zaken worden hun eigendom.
In 1913 op 75-jarige leeftijd overlijdt Eva Spronck. Kort na haar huwelijk met Sjeng had zij hem al notarieel als enige erfgenaam aangewezen. Dat was in Sjengs belang, want had zij dat niet gedaan, dan was, omdat Eva geen kinderen had, haar nalatenschap naar de Spronck-familie (haar broer en zus) gegaan. Na het overlijden van Eva werd het bezit van Sjeng en Eva, boerderij en ander onroerend goed (ruim drie hectaren), na aftrek van allerlei lasten, geschat op bijna acht duizend gulden.
De kelk van de bisschop
Verdere naspeuringen naar het leven van Sjeng Gilissen bij de huidige Keerdenaren leverden weinig op. Jongere familieleden weten nog wel het een en ander te vertellen van 'horen zeggen', maar er leeft in ons dorp niemand meer die Sjeng zelf nog echt gekend heeft. Echter van zijn kleindochter in Australië kregen wij enkele foto's en een kopie van een brief van de missiebisschop Mgr. H.Paulissen sma., die deze in 1953 stuurde naar de dochter van Sjeng, Lène. Hij schreef daarin dat hij na de begrafenis van Maria Agnes Hubertina Vliegen-Spronck met een broer van de overledene, de hoofdonderwijzer Wöllem Spronck, een lang gesprek gevoerd had en dat daarin ook de naam van haar vader was gevallen. De bisschop liet in de brief weten dat de eerste vrouw van Sjeng, Eva Spronck, een nicht van zijn moeder was en dat hij daardoor een goede relatie met Sjeng had. Die relatie was zelfs zo dat hij bij zijn priesterwijding in 1904 een kelk van Sjeng cadeau kreeg. Die kelk had hij bijna vijftig jaar later nog altijd in gebruik. Zodoende kreeg hij de naam Sjeng Gilissen, die in de kelk gegraveerd was, dagelijks onder ogen. Het deed hem groot genoegen dat twee van de kinderen van Sjeng nog in leven waren. Verder schreef hij dat hij nu in het Missiehuis Bakkerbösj woonde, waar hij na 35 missiejaren 'rustende' was, en dat hij spoedig met haar wenste kennis te maken.Natuurlijk hebben wij de kelk proberen op te sporen, alhoewel wij daar niet veel fiducie in hadden, omdat de kelken van overleden geestelijken meestal cadeau worden gegeven aan priesters die het niet te breed hebben. Maar, warempel, de kelk van Mgr. Paulissen wordt nog in de kluis van het Missiehuis bewaard. Aan de kelk was te zien dat hij vele jaren intensief was gebruikt.Terug naar het leven van Sjeng.
De woning van Sjeng Gilissen en Eva Spronck (nu Kerkstraat 23)
Sjengs tweede huwelijk
Na de dood van zijn vrouw Eva Spronck is Sjeng nog vitaal genoeg om opnieuw te beginnen. Dat doet hij dan ook, en hoe. Op 9 november 1915 trouwt hij, 52 jaar oud, in de kerk van Keer met Maria Elisabeth (Lieske) Moonen. Zij is geboren op 24 mei 1896 in Keer als dochter van Johannes Hubertus Moonen en Helena Hubertina Huijnen. Zij was dus 33 jaar jonger. Het kan niet tegengesproken worden: Sjeng was een man van uitersten.
Over hun huwelijk werd zelfs door de Limburger Koerier melding gemaakt, niet over het leeftijdsverschil maar wel over het houwe (ketelmuziek maken) dat had plaatsgevonden. Ketelmuziek maken door de Jonkheid was een gebruikelijk ritueel wanneer een weduwnaar of weduwe opnieuw trouwde. De krant meldde dat in korte tijd de hele jeugd van Keer zich voor het huis van de toekomstige bruidegom verzameld had met blaas en slaginstrumenten, oude emmers en potten, alles kwam van pas als het maar 'n hêl (hard) en lelijk geluid gaf. Ook maakte men gebruik van ijzeren banden van karraderen. Meer informatie over ketelmuziek en over het artikel in de Limburger Koerier vindt u in de Keerder Kroniek, jrg 5, pag. 101-104.Omdat zijn tweede echtgenote veel jonger was, kon Sjeng deze keer wel voor nazaten zorgen. Het gezin werd uitgebreid met drie kinderen:
1. Joseph, geboren op 5 december 1916, overleed drie weken later.
2. Maria Helena (Lène), geboren op 20 januari 1918, in 1961 naar Australië geëmigreerd.
3. Johannes Toussaint, geboren op 25 januari 1919.
Echter, Sjeng zou zijn kinderen niet meer zien opgroeien, want hij overleed op 20 april 1922. Hij liet zijn gezin niet helemaal onverzorgd na, de waarde van zijn nalatenschap werd geschat op bijna elf duizend gulden.
Uit dit citaat blijkt dat in een tijd dat de interesses van veel Keerdenaren niet verder gingen dan de dorpsgrenzen, Sjeng een man was met een flinke dosis algemene ontwikkeling.
Lieske Moonen en haar tweede echtgenoot Leo Heusschen een jaar voor hun overlijden.
In het midden kleindochter Marijke van de Berg.
Hoe is het verder met Lieske van de Moen gegaan?
Anderhalf jaar na de dood van haar man huwde Lieske Moonen met Leo Heusschen die op de Staatsmijnen in Geleen werkte. Leonard was eerder gehuwd met Maria Helena Vanderheijden. Hij nam uit dit huwelijk een zoontje, Jan Machiel, mee, dat een aantal maanden na het huwelijk met Lieske op 21/2-jarige leeftijd in Keer overleed. Ruim een maand later wordt Elisabeth Helena Josephina Heusschen geboren. Ook zij overleed kort daarna. Nog weer een jaar later, op 24 juli 1925, werd weer een dochtertje geboren dat dezelfde namen kreeg als haar overleden zusje. Na vier maanden verhuisde het gezin Heusschen-Moonen naar Geleen. Via Beek kwamen zij uiteindelijk in Nieuwstadt terecht.
Zij begonnen daar vol goede moed met een winkelbedrijf, zodat Leo niet meer in de mijn hoefde te werken. Maar het was crisistijd, de zaken liepen niet zoals zij dat verwacht hadden, dat leidde tot een faillissement. Zij verloren hierbij al hun bezittingen en waren gedwongen weer naar Geleen terug te keren, waar Lieske en Leo in 1970 overleden.
Lène, de dochter van Sjeng, trouwde met de uit Uden afkomstige Leonardus Nicolaas van de Berg. Zij emigreerden naar Australië en één van de kinderen uit dit gezin is de in de aanhef van dit artikel de genoemde Marijke van de Berg. Graag wil zij contact hebben met haar familieleden in Keer. Zij kunnen haar schrijven of mailen. Haar E-mail is:Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Informatie:
- Limburger Courier, 5-11-1915
- Van de Ven, niet uitgegeven.
- Leike Schreurs, Margraten.
- Bevolkingsregister Cadier en Keer.