De Fatimakapel

Keer in oude ansichten

Wegkruis moest plaatsmaken voor Fatimakapel

De Fatimakapel
door drs. Harry H.M. Beckers

Dit is het tiende artikel in onze Keerder Kroniek uit de reeks over ansichtkaarten van ons dorp die in de loop der jaren zijn uitgegeven. Het zijn twee kaarten waarop de Fatimakapel aan de Keunestraat is afgebeeld na de bouw in 1950. Naast deze kapel en de Blasiuskapel aan de Rijksweg nabij Blankenberg kennen wij nog twee kapellen. Dat zijn de kapellen behorend bij de kloosters van respectievelijk Blankenberg en het Missiehuis. De Fatimakapel is een van de vele blijken van dankbaarheid voor de herkregen vrede, zoals die tussen 1945 en 1960 blijvend vorm kreeg. Wanneer tijdens de Sacramentsprocessie de kapel wordt aangedaan, fungeert zij als heiligenhuisje.
Honthem en ’t Rooth kennen ook een kapel; deze twee vervullen een belangrijke functie tijdens de processies. Sedert enkele jaren is het gebruikelijk om wanneer de processie Honthem of ’t Rooth aandoet bij deze twee kapellen de H. Mis op te dragen.

De grondleggers
Op de weg naar ’t Rooth op de kruising met de Keunestraat, de Achterweg en de Kapelweg ligt de Fatimakapel. De kapel is gebouwd naar een ontwerp van Keerdenaar Sef va Wöllem (Spronck). De bouw van de Fatimakapel legde de kiem voor de latere samenwerking tussen pastoor Edmond Frissen (1895-1970) en Sef Spronck bij de bouw van de nieuwe parochiekerk in 1957/1958. Bouwpastoor Frissen had namelijk zoveel vertrouwen in Sef Spronck dat deze door het Kerkbestuur werd aangewezen als gevolmachtigde om met de architect van de nieuw te bouwen parochiekerk (Huysmans) overleg te voeren en de nodige beslissingen te nemen.

Architectonisch is de kapel een bijzonder gebouw vanwege de asymmetrische en vrije vorm bedoeld om grote zeggingskracht aan het kleine bouwwerk te geven. Het torentje wordt bekroond met een halfgesloten koepeltje, waarin een klokkenstoel is geplaatst. Hierin bevindt zich een klokje dat wordt geluid wanneer de Sacramentsprocessie de kapel (één keer in de vijf jaar) aandoet. De Fatimakapel is gebouwd met vuurstenen uit de vuursteenbank van de groeve van Wowskop (Wolfskop). Deze bank is liefst 2 1/2 meter dik. Het gebruik van deze stenen draagt bij aan het originele karakter van de kapel. De kapel zelf is 3.60 m breed en heeft een diepte van 5 m en ze is 4 m hoog; het torentje inclusief kruis meet 1.50 m.

2018blz109

De ansichtkaart 1
Tijdens de hoogtijperiode van het versturen van ansichtkaarten (na de Tweede Wereldoorlog) werd er naarstig gezocht naar karakteristieke plekken of objecten om op de kaart af te drukken. Veelal waren dat kerkgebouwen, boerderijen, een idyllisch straatje of plekje dan wel een vergezicht. De Fatimakapel was kennelijk zo’n object dat het op een ansichtkaart goed zou doen. Het was een op zichzelf karakteristiek gebouwtje en het beantwoordde daarnaast aan het beeld van een traditioneel Zuid-Limburgs katholiek dorp.
Op deze kaart vult de Fatimakapel nagenoeg de hele kaart. Dat het om een kapel gaat, is pas vermeld op de achterzijde van de kaart. Opvallend is verder dat nergens de naam van de kapel terug te vinden is, maar voor de ‘kenners’ van het dorp is dat ook zonder naamsvermelding duidelijk.

In de kapel flankeren twee gekalligrafeerde teksten het Mariabeeld. Die teksten betreffen gebedjes die Onze Lieve Vrouw de drie Portugese kinderen bij haar verschijningen leerde. Die teksten zijn op perkamentpapier door Anneke Wolfs gekalligrafeerd en vervolgens ingelijst.

2018blz110

Ik ben O.L. Vrouw van Fatima. Ik ben gekomen om de gelovigen aan te sporen. Hun leven te beteren. Heer Jezus vergeef ons onze zonden. Toon ons Uw barmhartigheid.

 Tegen de achterwand is het beeld van Onze Lieve Vrouw te zien dat afgeschermd wordt door een smeedijzeren hekje. Achter dit hekje is er een voorziening om kaarsjes aan te steken. Het aansteken van kaarsjes was jaren niet mogelijk. Regelmatig werden de kaarsjes doormidden gebroken en werd er met kaarsenvet een janboel van gemaakt. Ook het kistje waar het geld voor het aansteken van de kaarsjes kon worden gedeponeerd, werd regelmatig opengebroken en vernield. Gevolg van dit vandalisme was dat het niet langer verantwoord was om het aansteken van een kaarsje mogelijk te maken. Dit alles tot veel verdriet van de vaste bezoekers aan de kapel en van de buurtbewoners die regelmatig voor het onderhoud en schoonhouden zorgdroegen. Gelukkig bestaat de mogelijkheid voor het opsteken van een kaarsje of theelichtje thans wel weer.

De datering van de kaart
De in dit artikel afgedrukte kaart (met de vermelding ‘echte foto’) is niet verzonden en daardoor is het niet mogelijk om aan de hand van de poststempel tot een exacte datering te komen. De uitgifte van de kaart zal hebben plaatsgevonden rond 1970 en de foto op de voorzijde zal dan ook van die tijd dateren. De kaart is een uitgave van D.A. Drogisterij ‘De Koepel’ van de familie Donners. Hun drogisterij was toen ter tijd gevestigd in een pand aan de oostelijke winkelgalerij (Raadhuisplein 7).

2018blz111

Gebed van de Engel met de kinderen. Mijn God ik geloof in U, ik hoop op U, en ik bemin U. Ik vraag vergiffenis van hen, die niet geloven, U niet aanbidden, niet hopen en U niet beminnen.


De Fatimacultus
Met Onze-Lieve-Vrouw-van Fátima wordt Maria aangeduid die tussen mei en oktober 1917 zes keer verschenen zou zijn aan de drie herderskinderen Lucia (10), Francisco (9) en Jacinta (7) nabij het dorpje Fátima. Het dorpje met thans zo’n 10.000 inwoners is gelegen in Centraal Portugal circa 150 km van de hoofdstad Lissabon. Die verschijningen vonden steeds op de dertiende van elke maand plaats. Maria zou hebben verteld dat spoedig een einde zou komen aan de Eerste Wereldoorlog die toen woedde. Ook zou zij de Tweede Wereldoorlog hebben voorspeld. In mei 2017 - 100 jaar na de eerste verschijning - werd het tot bedevaartsoord uitgegroeide Fatima bezocht door paus Franciscus.

De verering van O.L. Vrouw van Fatima nam na de Tweede Wereldoorlog toe vanwege de behoefte dank te brengen voor de verkregen vrede en om bescherming te vragen tegen de nieuwe dreiging vanuit Oost-Europa en te bidden voor de bekering van Rusland. Een hoogtepunt bereikte die verering in Nederland tijdens het Mariacongres in september 1947 te Maastricht. Na een bidtocht van honderd dagen kwam voor dit congres - vanuit Fatima - een aan de paus geschonken beeld van O.L. Vrouw aan. Maastricht en omgeving waren in de ban van het Maria-congres (3 – 7 september). Als pleitbezorger van de Mariaverering was bisschop Lemmens een van de stuwende krachten achter dit religieuze festijn dat tienduizenden bezoekers trok. Na het congres heeft het beeld een reis door de wereld gemaakt.

De aanleiding voor de bouw
De aanleiding voor de bouw van de kapel was het feit dat ons dorp vrijwel ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog gekomen was. Wie de initiatiefnemer voor de bouw is geweest is niet duidelijk. Wellicht heeft een enkele opmerking van pastoor Frissen, die bekend stond als een vurig Fatima-vereerder, Sef va Wöllem geïnspireerd om een concept voor een kapel uit te werken. Vervolgens is gezocht naar een geschikt perceel. Dat werd de huisweide van Sjang Bessems (1877 – 1953) die het voor de bouw benodigde stukje grond ter beschikking stelde.

Diens boerderij lag op een heuveltje in de Keunestraat. Het stukje grond was gelegen in de uithoek op het meest zuidelijk puntje van dit perceel, grenzend aan de Achterweg. Deze ter beschikking stelling is toen - maar ook later - niet schriftelijk vastgelegd. Toen de kapel in 2001 lichtelijk werd beschadigd, speelde de vraag wie als eigenaar van de kapel diende te worden aangemerkt. Die beschadiging was veroorzaakt door een op de Kapelweg geparkeerde auto waarvan de handrem niet was aangetrokken. De auto kwam plots in beweging, rolde stuurloos langzaam de helling af, kruiste de Keunestraat om tenslotte tegen een pilaar van de kapel tot stilstand te komen.

De vraag wie eigenaar van de kapel was, was van belang omdat hij voor de aansprakelijkheidsstelling moest zorgdragen in verband met de herstelkosten. Omdat in 1950 de ter beschikking stelling van de grond niet geregeld was, kon het antwoord op die vraag niet worden gegeven en heeft het gemeentebestuur van (toen nog) Margraten voor de financiële afwikkeling van de herstelkosten gezorgd.

De bouw
Alvorens met de bouw een aanvang kon worden gemaakt moest het door Gieliske Henssen (de maan mèt de gouwe hennekes: de man met de gouden handjes) vervaardigde betonnen/cementkruis dat op de voorgenomen bouwplek stond, verplaatst worden naar de Dorpsstraat nabij het restaurant De Pastorij. Op deze plek staat het in noeste huisvlijt in de jaren dertig van de vorige eeuw vervaardigde kruis met daarin verwerkt stukjes porselein, scherven en glazen knikkers, nog steeds.

Er zijn geen bouwtekeningen of schetsontwerpen van de kapel van Jef Spronck teruggevonden. In het kerkarchief bevinden zich geen stukken over de bouw. Op zich is dat ook niet zo verwonderlijk omdat het Kerkbestuur formeel geen bemoeienis met de bouw had. Ook in het gemeentelijk archief is niets terug te vinden. De voor de bouw noodzakelijke bouwvergunning is niet aangevraagd en daardoor ook niet verstrekt.

Het zijn enkele leden van de toen nog bestaande ‘Jonge Boeren’ van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) geweest die de handen letterlijk uit de mouwen hebben gestoken; zij hebben het grondwerk verricht. Het metselwerk werd uitgevoerd door Pie va de Heusj (Heusschen) die toen ter tijd een klein aannemersbedrijf runde. Het bedrijf is later voortgezet door enkele van zijn zonen onder de naam ‘Aannemersbedrijf Gebrs. Heusschen BV’. De plaatselijke schrienewèrker (timmerman) Tuur va Baltsje (Schreurs) verzorgde het nodige timmerwerk. Ook dit bedrijf is later voortgezet door zonen: ‘Timmerbedrijf Schreurs’. Math va de Bemer (Bemer) weet zich nog te herinneren dat zijn eerste klus als beginnend stukadoor in het bedrijf van zijn vader bestond uit het stucen van de binnenwand van de kapel.

2018blz114

Het wegkruis in de Dorpsstraat nabij het restaurant De Pastorij dat eerder plaats moest maken voor de kapel.

De inwijding
Op 15 augustus 1950 kon pastoor Edmond Frissen de nieuwe kapel inwijden. Achter deze datum van de inwijding zit een betekenis. Het is namelijk de katholieke feestdag waarop de opneming van Maria in de Hemel wordt herdacht en gevierd. Wij spreken dan ook van Maria-Tenhemelopneming of van Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart.

Er is nog iets bijzonders aan de kapel en dat is de sluitsteen. Deze bevindt zich in de voorgevel en draagt het opschrift
Anno Sancto 1950’ (Heilig Jaar 1950). Dat opschrift is niet toevallig gekozen. Paus Pius XII kondigde op 26 mei 1949 het Heilig Jaar 1950 aan; een bijzonder genadejaar dat de Katholieke kerk viert.

De ansichtkaart 2

2018blz115

Op deze kaart zien wij de kapel in haar omgeving: de kruising met de Keunestraat (links) en de Achterweg (rechts). De op de Keunestraat uitmondende Kapelweg is niet te zien. Wat opvalt is de nogal smalle Keunestraat; bebouwing aan de linkerzijde heeft nog niet plaatsgevonden. Wat hier opvalt is de fors uit de kluiten gewassen houten elektriciteitspaal. Via deze paal met de kenmerkende bakelieten pötsjes loopt een drietal elektriciteitsdraden. Vermoedelijk zijn deze bestemd voor de elektriciteitsvoorziening van de achter de kapel gelegen boerderij van de familie Bessems.
Over het afgebeelde object op deze kaart behoeft geen onduidelijkheid te bestaan. Er staat: Cadier en Keer, Fatima Kapel. Het interieur van de kapel is nauwelijks te zien. Te ontwaren is dat er enkele kaarsjes branden en er (vermoedelijk) een bidstoel vóór de gietijzeren afscheiding in de kapel staat. Wel duidelijk te zien is dat er vóór de kapel een lange zitbank is geplaatst. De ondergrond waarop de zitbank staat, is niet verhard. Van de mogelijkheid om even rustig bij de kapel te gaan zitten en wellicht een schietgebedje te prevelen, kan al sedert jaren geen gebruik meer worden gemaakt. De zitbank is verwijderd en heeft plaats moeten maken voor het scheppen van meer ruimte vóór de kapel.

Deze kaart is verzonden (heeft ‘gelopen’) door ene ‘Arnold’ aan een zekere juffrouw Witkamp in Utrecht. Een berichtje, hoe klein ook en toch wel gebruikelijk bij een ansichtkaart, heeft hij niet op de kaart geschreven. Hij volstaat met zijn naam. De datum op de poststempel is helaas niet te lezen maar gezien de op de kaart geplakte postzegel van 4 cent moet dat rond het begin van de vijftiger jaren geweest zijn.
Blijkens de tekst op de kaart is zij uitgegeven door ‘H. Beyers, Dorpstraat 137, Cadier en Keer’. Het gaat hier om Haarie va de Beijer (de Schmaale) die samen met Lène va de Spar (Heusschen) de gelijknamige winkel dreef aan de huidige Kerkstraat (op de Majjehook).

Restauratie
In 1990 bleek restauratie dringend noodzakelijk. Leden van de werkgroep ‘Kruisen en kapellen’ van de Vereniging tot Natuurbehoud Cadier en Keer (VTN) hebben deze klus op zich genomen. Werd oorspronkelijk gedacht aan een opknapbeurt, al snel bleek dat dat een grondige renovatie noodzakelijk was. Zo mankeerde het nodige aan het torentje, was het verfwerk slecht, terwijl ook de naaste omgeving van de kapel opgeknapt moest worden. Een viertal in de buurt wonende jongeren nam de uitdaging aan en voerde de nodigde herstelwerkzaamheden uit. Zij kregen daarbij steun van in ons dorp gevestigde bedrijven waardoor de kosten behoorlijk gedrukt konden worden.

In tegenwoordigheid van de Broederschap Sint-Blasius en vele parochianen kon pastoor Jan van Frankenhuijsen na de avondmis, op 15 augustus 1990 (feestdag van Maria ten Hemelopneming) de kapel opnieuw inzegenen. Vanaf dat jaar vindt er elk jaar op 15 augustus een processie plaats van de kerk naar de kapel. Hier wordt de kroetwösj (kruidenbos) gezegend. Volgens de traditie beschermt – na zegening – de kroetwösj tegen allerlei onheil zoals bliksem. Ook werd het van oudsher gebruikt ter genezing van wonden en voor het verkrijgen van een goede oogst.

2018blz117

15 augustus 2000, kroetwösj zegenen.
Pastoor Jan van Frankenhuijsen tijdens zijn toespraak, naast hem de suisse Chrit Hogenboom.
Links leden van het Sint-Annakoor met dirigent Jaap Menten.
Uiterst rechts misdienaar: Jordy Purnot.

Renovatie
Twintig jaar later moest de kapel opnieuw opgeknapt worden; deze klus werd ook dit keer weer geïnitieerd door de VTN en vervolgens uitgevoerd door de Monumentenwacht Limburg. Vóór deze renovatie is in 2011 door medewerkers van het IKL (Instandhouding Kleine Landschapselementen) een aantal essen geknot en een beuk gekapt omdat deze bomen inmiddels zodanig waren gegroeid dat voor beschadiging aan de kapel diende te worden gevreesd. Ook een uit de kluiten gewassen den heeft het veld moeten ruimen. Nadat de renovatie was voltooid is er nieuw groen aangeplant rond de kapel.

Het Fatimabeeld
In de kapel heeft vanaf het begin een Mariabeeld gestaan dat door pastoor Frissen in 1949 bij gelegenheid van een bedevaartreis uit Portugal, was meegebracht. Het beeld is 1 m hoog, 30 cm breed en 25 cm diep; het kroontje meet 10 cm en staat centraal achter in de gebedsruimte van de kapel. Het is een getrouwe kopie van het beeld van O.L. Vrouw van Fatima.

2018blz118

Dieven hebben tot twee keer toe dit Mariabeeld uit de kapel gestolen. De eerste keer dat dat gebeurde was begin augustus 2011. Die diefstal moet geen sinecure geweest zijn: het gipsen beeld is ongeveer 1 meter hoog en weegt iets meer dan 25 kilo. Na de ontdekking van de diefstal werd naarstig naar het beeld gezocht. Die zoektocht werd beloond want na twee dagen werd het beeld op de Eckelraderweg in de struiken teruggevonden. De handen waren licht beschadigd en het bronzen kroontje was verdwenen. Dat wekte de indruk dat het de dieven om het brons te doen was.

Het verdwenen kroontje werd vervangen door een exemplaar van ijzer en van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om het beeld opnieuw in de verf te zetten en de handen te restaureren.

Nog geen anderhalf jaar later (30 december 2012) was het echter opnieuw ‘raak’. Het Mariabeeld was voor de tweede keer uit de kapel gestolen. Ook nu werd de omgeving naarstig afgezocht maar dit keer tevergeefs.
Er zat niets anders op dan een nieuw Mariabeeld aan te schaffen.
Dat was nog niet zo eenvoudig. Er zijn veel beelden van Maria van Lourdes maar Fatimabeelden zijn nauwelijks te vinden. Een Fatima-Mariabeeld bezit een aantal kenmerken: Maria kijkt naar beneden; zij houdt haar handen tegen elkaar (dus niet gevouwen) ter hoogte van haar hart; haar blote voeten zijn te zien en ze staat op een afbeelding van een wolk; haar mantel is aan de buitenrand versierd en ze draagt een rozenkrans meestal los om de handen gewikkeld.

Na intensief speurwerk werd er uiteindelijk door Jurgen Mingels, voorzitter van de VTN, een Fatimabeeld gevonden in de Sint-Gerarduswinkel nabij het klooster van de paters Redemptoristen in Wittem. De aankoop daarvan kwam ook rond dankzij de royale gift van een echtpaar en giften van enkele sponsoren. Het nieuwe beeld werd – voorzien van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen om opnieuw diefstal te voorkomen – in de kapel geplaatst.

Begin 2014 kwam het ‘oude’ beeld echter op een mysterieuze wijze weer boven water. Het beeld was namelijk door een onbekende afgeleverd bij iemand in Schin op Geul. Deze meende hierin het gestolen Mariabeeld te herkennen vanwege enkele publicaties over de diefstal in het dagblad De Limburger. Hij liet weten waar het beeld kon worden opgehaald. ‘Maria’ kon dus weer terugkeren naar Keer en haar oude vertrouwde plaats in de kapel opnieuw innemen. Dit keer onder een stolp van kunststof die moet voorkomen dat het beeld voor een derde keer gestolen wordt.
Het ter vervanging aangekochte nieuwe beeld heeft onderdak gevonden in het verenigingslokaal van VTN.

Ten slotte
De heiligenverering in het algemeen en die voor Maria in het bijzonder is als gevolg van de ontkerkelijking aanzienlijk afgenomen. Een ontwikkeling die omstreeks de jaren 60 van de vorige eeuw heeft ingezet en die zich nog steeds doorzet. Desondanks vindt in ons dorp nog telkenjare op 15 augustus de bidtocht naar de Fatimakapel plaats. De broederschap van de H. Blasius en het Dameskoor Sint-Anna zijn daarbij aanwezig. De zegening van de kroetwösj sluit de plechtigheid bij de kapel af.

Bronnen
- Becker, Wiel: Fatimakapel en kroêdwösj, Keerder Kroniek, jaarboek 1999-2000, nr. 2, blz. 61-66
- Uit liefde voor de natuur, op 2 juli 2016 uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Vereniging tot Natuurbehoud Cadier en Keer, blz. 72-78
- Lemmerling, H.W.A.: Oet vreuger jaore, Volksleven en volkscultuur in en om het mergelland, deel 8, blz. 38-46

De schrijver dankt Jurgen Mingels voor zijn aanvullende informatie bij de totstandkoming van dit artikel

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME