door Lei Haesen
In het laatste nummer van de vorige jaargang zijn wij gestart met een serie artikelen over de in de krant 'Limburger Koerier' gepubliceerde berichten en geplaatste advertenties, die betrekking hebben op Cadier en Keer, Honthem, 't Rooth en Sint Antoniusbank. Wij putten hierbij uit de zoekresultaten van een aantal medewerkers van de verschillende heemkundeverenigingen uit de gemeente Margraten, die in een gezamenlijk project daarvoor menig uurtje in het stadsarchief Maastricht doorbrengen.
Maria Geelen-Janssen en Jean Keulen namens de Historische Kring Cadier en Keer aan het werk in het stadsarchief te Maastricht.
Herbergen/cafés
1 augustus 1885
In een overzicht van het aantal inrichtingen in alle gemeenten waarin 'drank in het klein' mag worden verkocht, staat onder Cadier en Keer het aantal van zeven vermeld.Ter vergelijking met andere kerkdorpen van Groot-Margraten:
Bemelen | 4 | Margraten | 10 | Mheer | 12 | Noorbeek | 10 | St. Geertruid | 11 |
Noot: In advertenties wordt niet over cafés gesproken, maar over herbergen of koffiehuizen, hoewel men met reden mag betwijfelen of in de laatste uitspanningen wel veel koffie geschonken werd.
Met name in het koffiehuis van Caspar Vliegen (1831-1906) en in de herberg van Joannes Hyacint Mingels (1817-1895) en later van diens schoonzoon Joseph Janssen (1853-1946) vond menige openbare verpachting plaats en werden roerende en onroerende goederen bij opbod verkocht. De twee advertenties hieronder zijn daar voorbeelden van.
Boven: advertentie van 9 juni 1894 |
Ketelmuziek
4 oktober 1888
T.G. en E.HJ.V. stonden terecht ter zake belediging (het maken van ketelmuziek!) bij gelegenheid van een huwelijk tussen een weduwe en een jonkman). Zij werden veroordeeld tot resp. 20 en 12 gulden, subsidiair 15 en 12 dagen hechtenis.
Noot: De veroordeelden waren vermoedelijk de kapitein en de secretaris van de jonkheid Toussaint Gilissen en Egidius Vliegen (Zie Keerder Kroniek, jaargang 5, pag. 97-106).
Mishandeling (1)
10 november 1888
Nabij de Zangerij, een herberg tussen Margraten en Cadier en Keer, had een zware mishandeling plaats. Voerman Kleinen uit Margraten, werkzaam bij aannemer 1. Prevoo, raakte in twist met zekere gebr. S. uit Keer. S. bracht verschillende verwondingen aan het hoofd toe. Uit vrees voor erger deed Kleinen geen aangifte bij justitie. De daders waren bekenden van justitie.
Mishandeling (2)
23 november 1889, 30 november 1889 en 23 januari 1890
Fabrieksarbeider B.S. uit Cadier en Keer werd door de rechtbank te Maastricht veroordeeld tot een maand gevangenisstraf wegens mishandeling van zekere Wetzels. Hij ging in beroep tegen deze straf, maar dat hij beter achterwege kunnen laten. In hoger beroep werd hij veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf.
Noot: In een schrijven van de gemeente aan de procureur-generaal te 's Hertogenbosch wordt vermeld, dat B.S. sinds zijn vestiging op 15 februari 1881 in Cadier en Keer zich goed gedragen heeft en er nooit klachten over hem zijn binnengekomen. Een verzoek om gratie wordt niettemin door de Koning afgewezen. In juli 1892 meldt de gemeente dat de veroordeelde niet in staat is de proceskosten ad f 84,85 te voldoen.
Congregatie van jonge dochters
13 maart 1890
Onder grote belangstelling vond de oprichting plaats van de congregatie van jonge dochters onder de titel O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis.
Noot: Kort na zijn installatie in 1889 richtte pastoor Waelbers de congregatie op. Hij bleef tot zijn dood in 1902 hiervan directeur. In dat jaar waren er 72 congreganisten en 15 aspiranten.
17 mei 1890
Processie naar Wittem van de jeugdige congregatie. Onderweg sloten zich dorpelingen aan tot wel 400 personen. Dit alles onder begeleiding van het Mannenkoor van Cadier en Keer.
Brief maakt omzwervingen
16 december 1890
Een goed geadresseerde brief uit Kerkrade deed er weken over om via bijna gelijknamige plaatsen in Frankrijk uiteindelijk toch in Cadier en Keer aan te komen.
Dekhengst
7 februari 1891
In een advertentie maakt Jean Ernon bekend dat een driejarige hengst 'ter dekking staat'. Hij vermeldt erbij, dat de hengst in 1890 tijdens een keuring te Valkenburg de tweede en in 1891 een derde prijs heeft behaald. De eigenaar van een merrie dient wel f 6,50 gulden (met drinkgeld) te betalen.
Noot: Jan Servaes Ernon (1860-1901), gehuwd met Marie Collette Antoinette Ruwet, woonde op de voormalige pachthoeve van graaf De Liederkerke (nu boerderij Bournans). Op het grondgebied van de hoeve werd in 1825 het Tolhuis gebouwd. Het drinkgeld zal ongetwijfeld voor de knecht bestemd zijn. Hij diende immers het nodige 'voorwerk' te verrichten door de hengst te helpen zijn mannelijke plicht te vervullen. Behalve bij Ernon konden de merries ook terecht op de Honthemerhof bij de hengst van Guillaume Douven (1853-1940). Guillaume was gehuwd met Maria Helena Josephina Isabella Vorage. In 1897 adverteerde hij met een 'fraaie driejarige Belgische hengst'. Hij vroeg voor de bewezen diensten f 5,30.
(wordt vervolgd)