Veldnamen zijn vaak een waardevolle gids
door Jo Purnot, Ronald George, Jean Bessems (va Léike)
Binnen de Historische Kring zijn wij op zoek naar veldnamen. Deze kunnen bij het vorsen naar de historie van dorp en streek erg waardevol zijn. Want veldnamen zeggen bijna altijd iets over de kenmerken van de grond. Ze geven aanwijzingen over de kwaliteit, over het gebruik of over een eigenaar. Ze vertellen ons iets over de hier wonende en werkende mens.
Veldnamen kunnen we vinden op kadaster- en topografische kaarten, in gemeenteraadsverslagen, in notariële akten en in de oude eigendomsregisters die zich in de schepenbankarchieven bevinden. Deze registers gaan terug tot in de zestiende en zeventiende eeuw. Ook de overlevering is een belangrijke bron, al zal deze snel opdrogen. Want alleen de ouderen die nog een deel van hun leven in het veld gewerkt hebben, kennen de oude veldnamen die ze van vader op zoon hebben doorgegeven. Zij kunnen nog voor waardevolle informatie zorgen. Soms zijn oude veldnamen algemeen bekend. De Groenerein of Wangraaf zijn namen die iedere Keerdenaar zal kennen. Maar Gruûsselt, Orebêrreg of Reinsbérreg zullen velen al de wenkbrauwen fronsen. Ook zijn er namen die alleen nog binnen bepaalde families worden gebruikt. Deze laatste categorie is van groot belang, omdat ze niet staat opgetekend.
Secuur werk
Veldnamen zijn interessant omdat ze een stukje bewoningsgeschiedenis blootleggen. Ze vertellen ons hoe het vroeger landschap er qua begroeiing uitzag (bijvoorbeeld Bakkerbösj, Roezekojle en Mosterdbêrreg), over de kwaliteit en het gebruik van de grond (Brikkewéi, Koobêrreg, Sjiêpersjbêrreg), de aanwezigheid van bepaalde dieren (Kraojebösjke, Vossegate), over oude boerderijen (de Keun), vroegere eigenaren (Juttebösjke, Thomassenkamp, Cremerswinkel) of over de vorm (de Wan, de Mândelkoel). En zo zijn nog vele voorbeelden te geven. In een apart artikel komen we daar zeker op terug. Het onderzoek en het interpreteren van veldnamen is een secuur werk, er schuilen nogal wat addertjes onder het gras. Een probleem is dat vaak niet de oorspronkelijke namen vermeld staan omdat bij het opschrijven zo’n drie- à vierhonderd jaar geleden veel namen zijn verhaspeld. De landmeters en secretarissen van de schepenbanken hadden immers geen dialectspelling ter beschikking. Zij waren gedwongen de namen te “verhollandsen”. Ook tweehonderd jaar geleden, toen de Fransen hier de baas waren en zij onze streek op uitstekende wijze in kaart brachten, de zogenaamde Tranchotkaarten, maakten ze wat de veldnamen betreft er een vreselijk rommeltje van. Daarom moet iemand die zich met dit onderwerp bezighoudt in principe van de oudst mogelijk geschreven benaming uitgaan en goed luisteren naar de dialectuitspraak. Dan is de kans het grootst, dat men de oorspronkelijke benaming het meest benaderd.
’t Wae(g)ske
Dit voetpad lag waar nu de Vendelstraat is. Het verbond de Kerkstraat met de Rijksweg. De foto is genomen vanaf de Rijksweg.
Kaartfragment
Een opvallende veldnaam op het fragment van de kadasterkaart die u bij dit artikel aantreft is de Steene Toun, in het dialect Sjtéine Toeën. Over de betekenis van deze benaming is al heel wat gediscussieerd. In het boekje “150 jaar Cadier en Keer” vraagt Wies Lemmerling zich af of op die plek in de Romeinse tijd een stenen wachttoren heeft gestaan als onderdeel van een verdedigingsgordel tegen de dreigende Germaanse stammen. Vooral ook omdat deze plek in de zestiende eeuw Steynenthoyrn wordt genoemd. In de legerboeken van begin achttiende eeuw is echter sprake van Steenen Tuijne. Het laatste Tuijne zou kunnen wijzen op een gevlochten omheining. Wat het woordje tuijn of tuuën werd vroeger en zelfs tegenwoordig nog gebruikt voor een soort omheining. We houden het op de eerste verklaring, maar wie het zeker weet, mag het zeggen. Wellicht kan veldonderzoek ter plekke de oplossing bieden. Wie neemt de uitdaging aan?
Percelen
Het huizenonderzoek is binnen de Historische Kring een apart project dat nog niet is afgerond. We hebben nog niet alle kadastrale gegevens in ons bezit, maar daar wordt aan gewerkt. Over enkele percelen die op het kaartfragment voorkomen, weten wij echter al enkele bijzonderheden.
Perceel 465
Bij de invoering van het kadaster in 1840 was de boerderij eigendom van Pieter Schurgers. Hij overleed in 1849, 71 jaar oud. Hij was de eerste keer gehuwd met Maria Brouwers en na haar overlijden met Maria Elisabeth Herben. De boerderij heette in de volksmond “villa de lange gaânk”. Ze is in 1925 afgebrand en was toen eigendom van Tossing Gilissen. Tossing was tweemaal getrouwd, eerst met Maria Rosalia Henriette Schijns (1890) en na haar overlijden met Elisabeth Simons (1903). Waarschijnlijk heeft hij de boerderij geërfd van zijn schoonouders Joannes Simons en Maria Sleijpen. Toussaint woonde zelf niet op deze boerderij, maar had deze verhuurd. We weten precies hoe de boerderij uit heeft gezien, omdat we van mevrouw Kessels-Gilissen een kopie van de tekening hebben gekregen die behoorde bij de schatting van de brandschade.
“Statiefoto” van de familie Simons-Sleijpen. Zij woonde rond de eeuwwisseling in de boerderij perceel nr.465.
Zittend van links naar rechts: Hubertina, vader Johannes (†1906), moeder Maria Sleijpen (†1921) en Martinus. Staand van links naar rechts: Maria , Pieter, Elisabeth, Servaas en Agnes.
Perceel 469
Deze woning leunde achter tegen de vorige boerderij aan en was begin deze eeuw waarschijnlijk niet meer bewoond. Het huis was in 1840 in bezit van Jacob Hallemans, gehuwd met Maria Elisabeth Janssen. Hun zoon, die na hun overlijden het huisje erfde, was schaapherder in Arten bij Luik.
Bij de perceelnummers 465 en 469 is met stippeltjes een halve cirkel getekend, dit is een poel, in het Keerder dialect ook vaak ’n kojl genoemd. Zeventig jaar (rond 1930) geleden lagen in ons dorp achttien poelen; men kende immers nog geen riolering. Het overtollige regenwater verzamelde zich op de lager gelegen plaatsen. Als drinkwater voor het vee waren die poelen onmisbaar, zeker vóór de “waterleidingtijd”. Ook konden poelen ontstaan door leemwinning. Zie hiervoor het artikel over de Fommestraat . Meestal werd zo’n poel genoemd naar een dichtbij wonende inwoner. In de situatie op het kaartfragment: de Pùiwkeskojl (Pùiwke of Paulus Daemen).
Perceel 808
Pieter Beckers was de eigenaar in 1840. Hij was gehuwd met Sophia Elisabeth Schevers. Daarna hebben daar achtereenvolgens gewoond: Johanna van Proemeren (weduwe van Matthijs Schillings), Hubert Fievez (gehuwd met Catharina Hubertina Schreurs) en het gezin van Wilhelmus Geelen en Maria Cornelia Brouwers.
Perceel 475
Dit perceel is lang in bezit geweest van een tak van de familie Brouwers, waarvan twee generaties landbouwer, wethouder en burgemeester waren. Naderhand is deze boerderij samengevoegd met de naastliggende boerderij die op het volgende kaartfragment staat.
Verder komen we op het kaartfragment de benaming Keerebosch tegen. Dit bos lag in het oude Cadier. Was het zo dat de Keerdenaren eigenaar waren van een stuk bos in Cadier? Of is dit weer een bewijs dat Cadier in de volksmond gewoon Keer heette en dus Cadier én Keer twee dubbelnamen zijn, met dezelfde betekenis? Wij houden het op het laatste.
plaats | no | Naam | Voornaam | Woonplaats | soort | b | r | el |
CRV | 173 | Haenenbergen | Isaak | Maastricht | BWL | 16 | 80 | |
CRV | 174 | Spronck erfg. | Jan | Keer | BWL | 36 | ||
CRV | 175 | De Grassier | W.H. | Maastricht | BWL | 71 | 70 | |
CRV | 176 | Geelen | Willem | Keer | BWL | 27 | 60 | |
CRV | 177 | Weijers | Frans | Cadier | BWL | 21 | 90 | |
CRV | 178 | Brouwers | Jan | Cadier | BWL | 73 | 60 | |
CRV | 179 | Willems | Jan | Cadier | BWL | 25 | 40 | |
CRV | 180 | Dobbelsteyn | Gerard | Cadier | BWL | 18 | 10 | |
CRV | 199 | Van Laar | Willem | Keer | BWL | 38 | ||
CRV | 200 | Pieters | Pieter | Keer | BWL | 13 | 20 | |
CRV | 201 | Everaerts | Jan | Keer | BWL | 25 | ||
CRV | 202 | De Grassier | W.H. | Maastricht | BWL | 86 | 70 | |
CRV | 203 | Brouwers | Jan | Cadier | BWL | 26 | 40 | |
CRV | 204 | Spronck | Christiaan | Cadier | BWL | 26 | 40 | |
CRV | 206 | Duijsens | Wijnand | Keer | BWL | 13 | 10 | |
CRV | 208 | Paulissen | Jan Lamb. | Keer | BWL | 21 | 30 | |
CRV | 209 | Brouwers | Willem | Cadier | BWL | 22 | 30 | |
CRV | 213 | Spronck erfg. | Jan | Keer | BWL | 22 | 20 | |
CRV | 214 | De Grassier | W.H. | Maastricht | BWL | 65 | 30 | |
SST | 249 | De Grassier | W.H. | Maastricht | BWL | 15 | 90 | |
SST | 250 | Brouwers | Jan | Cadier | BWL | 54 | 95 | |
SST | 251 | Brouwers | Willem | Keer | BWL | 66 | 30 | |
SST | 252 | Lemmens | Willem | Cadier | BWL | 65 | 80 | |
SST | 253 | Lemmens | Jan | Cadier | BWL | 17 | 80 | |
BKeB | 255 | Brouwers | Jan | Cadier | BWL | 1 | 35 | 10 |
BKeB | 256 | Spronck | Willem | Keer | BWL | 10 | 60 | |
BKeB | 257 | De Liederkerken | Graaf | Maastricht | BWL | 65 | 60 | |
BKeB | 258 | De Grassier | W.H. | Maastricht | BWL | 1 | 86 | 30 |
BKeB | 259 | Willems | Nicolaas | Keer | BWL | 25 | 50 | |
BKeB | 260 | Spits erfg. | Leonard | Keer | BWL | 20 | 60 | |
BKeB | 261 | Vliegen erfg. | Gilles | Keer | BWL | 35 | 40 | |
BKeB | 262 | Vliegen erfg. | Gilles | Keer | BWL | 01 | 15 | |
BKeB | 263 | Spits erfg. | Leonard | Keer | BWL | 06 | 25 | |
BKeB | 264 | Brouwers | Willem | Cadier | BWL | 10 | 05 | |
BKeB | 265 | Spronck erfg. | Jan | Keer | BWL | 09 | 60 | |
BKeB | 266 | Heilands erfg. | Adriaan | Cadier | BWL | 11 | ||
BKeB | 267 | Brouwers | Willem | Cadier | BWL | 08 | 40 | |
BKeB | 268 | Heusschen | Jan | Cadier | BWL | 07 | 10 | |
BKeB | 269 | Geelen | Willem | Keer | BWL | 24 | ||
BKeB | 270 | Geelen | Willem | Keer | BWL | 23 | 30 | |
BKeB | 271 | Geelen | Willem | Keer | HH | 03 | 70 | |
BKeB | 272 | Cadier & Keer | gemeente | SCW | 58 | 50 | ||
KeB | 273 | Geelen | Willem | 's Gravenvoeren | BWL | 12 | ||
KeB | 274 | Bessems | Johannes | Caier | BWL | 09 | ||
KeB | 275 | Brouwers | Jan | Cadier | HH | 09 | 10 | |
KeB | 276 | Brouwers | Jan | Cadier | HH | 05 | 90 | |
KeB | 277 | Heusschen | Jozef Ant. | Keer | HH | 13 | 60 | |
KeB | 278 | Brouwers | Willem | Cadier | HH | 03 | 45 | |
KeB | 279 | Bessems | Johannes | Cadier | HH | 16 | 60 | |
KeB | 280 | Willems erfg. | Gerard | Amby | HH | 06 | 75 | |
KeB | 281 | Willems | Piet/Helena | Cadier | HH | 06 | 75 | |
KeB | 282 | Geelen | Lambert | Keer | HH | 09 | ||
KeB | 283 | geen tekst | ||||||
KeB | 284 | De Liederkerken | Graaf | Maastricht | HH | 12 | 10 | |
KeB | 285 | Spronck | Gilles | Cadier | HH | 03 | 70 | |
KeB | 286 | Heilands erfg. | Adriaan | Cadier | HH | 03 | 70 | |
KeB | 287 | Jaspars | Gilles | Keer | HH | 03 | 70 | |
CRW | 440 | Brouwers | Willem | Keer | BWL | 10 | 85 | |
CAD | 447 | Brouwers | Jan | Cadier | BWL | 28 | 60 | |
CAD | 448 | Brouwers | Jan | Cadier | BMG | 28 | 60 | |
CAD | 465 | Schurgers | Pieter | Cadier | HUIS | 02 | 10 | |
CAD | 466 | Schurgers | Pieter | Cadier | TUIN | 09 | 40 | |
CAD | 467 | Hallemans | Jacob | Cadier | BMG | 02 | 65 | |
CAD | 468 | Hallemans | Jacob | Cadier | TUIN | 04 | 50 | |
CAD | 469 | Hallemans | Jacob | Cadier | HUIS | 03 | 05 | |
CAD | 470 | Beckers | Nicolaas | Maastricht | BMG | 23 | 80 | |
CAD | 471 | Duysens | Wijnand | Cadier | BMG | 36 | 90 | |
CAD | 472 | Beckers | Pieter | Cadier | TUIN | 07 | 55 | |
CAD | 473 | Beckers | Pieter | Cadier | BMG | 05 | 60 | |
CAD | 475 | Brouwers | Jan | Cadier | HUIS | 05 | 85 | |
CAD | 477 | Brouwers | Jan | Cadier | TUIN | 10 | 40 | |
CAD | 478 | Brouwers | Jan | Cadier | BKH | 25 | ||
CAD | 479 | Brouwers | Jan | Cadier | BMG | 43 | 60 | |
CRV | 769 | Kerkfabriek | Heer | BWL | 06 | 55 | ||
CRV | 770 | Willems | Gerard/Pieter | Cadier | BWL | 09 | 85 | |
CRV | 771 | Schreuers | Willem | Keer | BWL | 08 | 60 | |
CRV | 772 | Cerontaine | Pieter | Keer | BWL | 08 | 65 | |
CAD | 808 | Beckers | Pieter | Cadier | HUIS | 02 | 50 |
Voor een uitleg over de landmaten klik hier
CRV | Cruisveld | BMG | Boomgaard | |
K | Kleine... | BWL | Bouwland | |
BKeB | Boven Keere Bosch | HUIS | Huis | |
KeB | Keere Bosch | TUIN | Tuin | |
CRW | Cremers Winkel | BKH | Bakhuis | |
CAD | Cadier, dorp | HH | Hakhout | |
STT | Steene Toun | SW | Schaepsweide |
Maten: b=bunder (hectare) r=roede (are) el=elle (meter)