Vieringen en herdenkingen
“jonge, iech höb lever dat d’r heej neet mie komp”
Café d’n Auwen Toewn 100 jaar
door Jeannie Prevoo-Spronck en Jo Purnot
Tegenover de kerk liggen twee cafés, links: café Old Inn en rechts: café d’n Auwen Toewn. Hoe oud het eerste café precies is weten we niet. Van d’n Auwen Toewn weten we meer, want honderd jaar geleden verleenden Burgemeester en Wethouders aan Sjiel (va Nandsje) Spronck, de toenmalige oprichter en eigenaar, een vergunning “tot verkoop van sterken drank in het klein”. Een reden om bij gelegenheid van dit eeuwfeest eens in de historie van het etablissement en dat van de eerste kastelein, Sjiel Spronck, te duiken. Aan het eind van het artikel vindt u in een bijlage genealogische fragmenten van enkele gezinnen.
Het café eind jaren zeventig. Rechts de toenmalige werkplaats van de loodgieter Wöm Aerts.
Wat voorafgingOp 22 december 1906 verkoopt Sjeng Vliegen, kistenmaker en gehuwd met Aleida Curvers – op de plek waar nu ligt – een werkplaats, een schuur en een erf aan Bèr Weusten (1864-1954). Bèr was getrouwd met Helena Lemmens (1877-1956). De overeengekomen prijs was 1150 gulden. De gebouwen lagen naast (ten oosten) van het café van Hay Goessens en Anna Vliegen (tegenwoordig ). Vier jaar later (31 december 1910) verkoopt Bèr Weusten hetzelfde perceel door, maar dan bestaande uit een huis, een stal, een schuur en een tuin, voor 2400 gulden aan de –dan nog – vrijgezel Egidius () Spronck (1886-1966). Bèr Weusten had ondertussen de werkplaats omgebouwd tot woonhuis. Dat verklaart de verdubbeling van de prijs.
De koper Egidius (Sjiel) Spronck
De koper Sjiel Spronck was een zoon van de bureauschrijver Wijnandus (Nandsje) Wilhelmus Hubertus Spronck (1862-1936) en Cornelia Josephina Hubertina Kruijen (1864-1930). Vandaar dat Sjiel door zijn mede-dorpsgenoten Sjiel van Nandsje werd genoemd. In het gezin van Wijnandus Spronck en Cornelia Kruijen werden vijf kinderen geboren. (Zie de bijlage genealogische fragmenten).
De ouders van Sjiel: Nandsje Spronck en Cornelia Kruijen.
Over Sjiel’s jeugd is niet zo veel bekend. Zoals hiervoor al is vermeld, werd hij in 1886 geboren, in de Limburgerstraat in de boerderij van zijn grootouders van moederszijde. In datzelfde jaar nog bouwden zijn ouders een huis aan de Rijksweg (nu nr. 34).
Het geboortehuis van Sjiel.
Deze boerderij, afgebroken in 1966, stond aan de Limburgerstraat waar nu de brandweerkazerne is.
In jonge jaren hadden in ons dorp pastoor Waelbers en burgemeester Mathieu Thomassen het voor het zeggen; twee potentaten die de Keerdenaren flink onder de knoet hielden. Verder waren er toen twee lagere scholen voor jongens: - het illegaal schooltje van Hubert Fievez, gepensioneerd onderofficier van het Oost-Indisch leger en ridder der Militaire Willemsorde, en - de openbare school (nu, waar Sebastiaen van de Ven de scepter zwaaide. Ongetwijfeld zal de kleine door zijn vader naar de openbare school zijn gestuurd, want – in tegenstelling tot de meeste Keerder jongens – ging hij verder studeren. Van 1898 tot 1900 krijgt hij vervolgonderwijs op het Missiehuis (. Of hij ook werkelijk de ambitie had om missiepater te worden, weten we niet. Wel is bekend dat zijn broer, Wijnand, er al eerder, van 1894 -1897, gestudeerd had.
Na een paar jaar op Bakkerbösj treedt Sjiel opnieuw in de voetsporen van zijn ‘grotere’ broer Wijnand die kelner was geworden. In die tijd voor een Keerder dorpsjongen een niet alledaags beroep.
Eind 1902 – Sjiel is dan 16 jaar – verhuist hij naar Maastricht om daar te gaan werken. Met korte onderbrekingen blijft hij een jaar of zes in Maastricht. Hij zou daar in hotel L’Empereur gewerkt hebben. Later vertrok hij naar Brussel. Hij ging er als kelner aan de slag in een hotel in de Rue de la Fourch. Daar kreeg hij zelfs de kans de Duitse Keizer Wilhelm II te bedienen.
Aankoop van het café
Als Sjiel het huis van Bèr Weusten koopt is hij pas 24 jaar, maar hij heeft ondanks zijn jonge leeftijd al flink wat levenservaring opgedaan. En, gelet op zijn beroep is het niet zo vreemd dat hij in zijn geboortedorp een café wil beginnen.
Na de koop in 1910 komt zijn zuster Lena, die toen net als hij ongehuwd was, bij Sjiel inwonen. Twee jaar later trouwt Sjiel in de kerk van Gronsveld met de Rijckholtse Barbara Maria van den Boorn. Berb is zes jaar ouder (geb. 1880) en had enkele jaren in Luik (rue Eugène Ysaje) gewerkt. In het gezin werden tussen 1913 en 1921 zes kinderen geboren. (Zie de bijlage genealogische fragmenten).
Het drankvergunningbeleid
Het drankgebruik was begin twintigste eeuw anders dan tegenwoordig. Er werd meer sterkedrank (jenever) gedronken, de verkoop lag soms hoger dan het gebruik van zwak-alcoholische dranken (bier en wijn). Daarom was er in 1881 een vergunningstelsel voor sterkedrank ingevoerd. In elke gemeente werd een limiet aan vergunninghouders gesteld.
In 1904 werd de landelijke Drankwet die toen al ruim twintig jaar van kracht was, flink uitgebreid. Ook de tappers van alleen bier en wijn moesten een vergunning hebben. Burgemeester en Wethouders waren bij de verlening van het aantal vergunningen nog niet aan een limiet gebonden, dat gebeurde pas later. Wel kon het college vergunningen intrekken.
Berb van den Boorn en Sjiel (va Nandsje) Spronck.
Het vergunningstelsel voor sterke dank, zoals jenever, werd wel strenger; Gedeputeerde Staten (GS) ging zich met de verlening van vergunningen bemoeien. Maar er was voor de gewone herbergier die geen vergunning had om sterkedrank te verkopen een ontsnappingsclausule: de logementsvergunning. Dat betekende dat de herbergier met een logement, wel in aanmerking kon komen voor een vergunning om aan gasten sterkedrank in de daarvoor ingerichte ruimte te schenken.
Ook Sjiel Spronck vraagt op 9 december 1912 zo een logementsvergunning aan bij Gedeputeerde Staten. Hij kan dat doen, omdat Keerdenaar Hubertus Lemmens (1883) vanaf 16 mei 1911 als kostganger op Sjiel’s adres staat ingeschreven. GS vragen advies aan B&W van Cadier en Keer. Hoe het advies van B&W luidt, is niet bekend. Feit is wel dat GS weigeren de vergunning te verlenen. Maar Sjiel liet het er niet bij zitten, en met succes, want het besluit van GS werd een klein jaar later door de Raad van State vernietigd.
Weer een aantal jaren later, 20 maart 1916, krijgt een vergunning voor sterkedrank in het klein. De drank mag geschonken worden in de voor- en achterkamer. De voorwaarde dat hij logement moet houden is dan vervallen. Nog eens 16 jaar later – op 24 juni 1932 – krijgt een “Volledige Vergunning”.
In het midden het café van Sjiel va Nandsje (het lage gebouw).
De foto dateert van vóór 1923.
Tegen de buitenmuur staan de karraderen van de smidse gebroeders Huijnen.
Het huis, annex café, bestaat de eerste jaren alleen maar uit de gebouwen op de begane grond en de eerste verdieping. (Zie de foto hierboven). Pas in het najaar van 1923 wordt een grote zolder boven de eerste verdieping gebouwd.
De drankvergunning van 20 maart 1916
Sjiel doet bod op het naast gelegen café (tegenwoordig Old Inn)Zoals hiervoor reeds vermeld, lag ten westen van het café van Spronck het café van Hay Goessens en Anna Vliegen. Kort nadat Sjiel in 1916 zijn drankvergunning heeft gekregen komt dit naastgelegen café in de verkoop. De verkoop geschiedt aan de meestbiedende met de restrictie dat na het hoogste bod, de verkoper de toewijzing nog een uur in beraad mag houden. Uiteindelijk is Spronck, eigenaar van het naastgelegen pand, met 3500 gulden degene met het hoogste bod. tekent ter plaatse alle benodigde documenten. Echter na gehouden beraad wordt de toewijzing alsnog door Hay Goessens afgekeurd en gaat het café voor 4100 gulden over naar de bierbrouwer Alphons Lenaers in Maastricht. Ongetwijfeld voor een teleurstellende gang van zaken.
De eerste balzaal in Keer
In 1916 bouwt Sjiel achter zijn café een (bal)zaal. Het was de eerste zaal in ons dorp, zodat toneeluitvoeringen niet meer in het schoolgebouw hoefden plaats te vinden. Verder was er tijdens de kermissen vaker bal en konden de leden van handboogschutterij Amicitia en vanaf 1921 ook de Fanfare Sint-Blasius er toneel opvoeren. Ook de jonkheid organiseerde daar activiteiten. Zo werd bv. op carnavalsmaandag voor haar leden een feestavond gehouden.
Advertentie in de Limburger Koerier,1922
Voor veel Keerder jongedames was de balzaal een ‘zegen’, want zij mochten niet buiten het dorp gaan dansen en nu konden ze toch jongemannen van buiten Keer ontmoeten. Ook al deed de pastoor op kermiszondag vanaf de preekstoel verwoede pogingen de ouders ervan te overtuigen hoe verfoeilijk het dansen toch was. Voor menig meisje was het een enorme domper als moeder uit de kerk kwam en op hoge toon zei: (je gaat vanavond niet het huis uit).Ook burgemeester Thomassen, lid van het kerkbestuur, was vaker spelbreker als hij in de adverteerde met:
Foto eind jaren twintig: Sjiel met zijn zonen Sjeng (l) en Mathieu
Buiten caféhouder was ook fruitteler en fruitkoopman. Hij bezat weilanden aan de, op de en nog op andere plaatsen in ons dorp. Daarom kwam het weleens voor dat tijdens de winter de zaalvloer vol lag met appels. Het gevolg was dat – tot ongenoegen van de kermisgangers – er dan geen bal was. Maar omdat de Keerdenaren inmiddels ook (café Souren), boven aan de Keerderberg, voor een dansje terechtkonden, bleef de schade voor de kermisgangers beperkt. Café is onlangs afgebroken en heeft plaats moeten maken voor woningbouw.
Overigens had Sjiel Spronck zo zijn eigen ideeën over klandizie. Toen na de oorlog een Raad van Elf werd opgericht en de mannen bij hem een drankje kwamen nuttigen vond hij hen te lawaaierig en deelde hen mee: “jonge, iech höb lever dat d’r heej neet mie komp”. (Jongens ik heb liever dat jullie hier niet meer komen). Ook was het café vaak alleen maar op zondag open.
Landelijke bekendheid
In 1951 besteedt het landelijk Horecablad aandacht aan het café van Sjiel en Berbke. Het artikel luidt:
“… het vertrouwelijke beeld van de tapkast in het dorpscafé en het groepje stoere Limburgers, dat daar in alle gemoede een oordeel velt, over het weer, de regering en het bier, laat het zich gemakkelijk bij denken. Zo is het jaren geweest en zo zal het jaren voortgaan. Zo was het veertig jaar geleden, toen de tegenwoordige eigenaar, de heer E. Spronck voor het eerst plaats nam achter dit buffet en ook hem wensen wij dat hij er nog vele jaren zal doorbrengen…”.
De foto bij het artikel laat zien dat er niet veel ruimte is achter het klein buffet dat nog een porseleinen tapkraan heeft.
In de hoek hangt een klok, zodat de caféklanten zelf hun tijd in de gaten kunnen houden.
Verkoop van het café
In mei 1960 verkoopt Sjiel het café aan drankenhandel Rekko in Heer. Twee maanden eerder was zijn vrouw Berbke overleden. Zij was al een hele tijd bedlegerig en kwam haar slaapkamer niet meer uit. Sjiel zelf kampte de laatste jaren van zijn leven ook met gezondheidsklachten. Na een lang ziekbed overlijdt hij in juni 1966. Hij woont dan aan de Rijksweg (tegenwoordig nr. 23) bij zijn jongste dochter Merie, getrouwd met Sjeng Dubois.
Ten slotte
Begin jaren zestig vinden er ingrijpende verbouwingen plaats. Zo worden de schuur, de stallen en een gedeelte van het erf gebruikt om de feestzaal te vergroten. Bij die verbouwing is de poort weggenomen en een deur en een raam aangebracht, terwijl de café-ingang rechts wordt verbreed.
De nieuwe eigenaar Rekko verhuurt het café aan ‘een zekere’ Sleijpen (afkomstig uit Berg en Terblijt). In 1968 kopen Lambert en Gerda Heusschen-Dumoulin het café. Na een flink aantal jaren met veel succes het café geëxploiteerd te hebben verhuren ze het etablissement aan John en Marjan Van Kan. In 1983 komt het café in handen van Bert Duijckers. De huidige eigenaar is Jimmy Vaassens.
Informatie:
- Ordner nr. 9b en IV, Mathieu Spronck-Beijers, (niet uitgegeven).
- Tussen twee Stegen, door Hub Souren, (niet uitgegeven).
Bijlage:
Genealogische gegevens:
Het gezin Spronck-Kruijen
Wijnandus Spronck, (1862-1936), kantoorschrijver, trouwt in 1882 met Cornelia Kruijen, (1864-1930).
In het gezin Spronck-Kruijen worden vijf kinderen geboren:
(1) Wijnandus (1883-1956), hij trouwt met Josephina Gordijn (1880-1955).
(2) Maria (1885-1935), zij trouwt met Franciscus Bastin (1891-1983).
(3) Egidius (1886-1966), hij trouwt met Barbara van den Boorn (1880-1960).
(4) Helena (1890-1972), zij trouwt met Leonardus Haesen.
(5) Mathieu (1893), hij wordt maar vier maanden oud.
Het gezin Spronck- van den Boorn (zie bij 3 hiervoor)
Egidius Wilhelmus Hubertus Spronck (1886-1966), fruithandelaar, caféhouder, trouwt in 1912 met Maria Barbara van den Boorn (1880-1960).
In het gezin worden zes kinderen geboren:
(1) Maria Helena Hubertina (geb. 1913). Zij overlijdt nog hetzelfde jaar.
(2) Johannes Wijnandus Egidius (Sjeng) (1914-1999). Hij trouwt met Maria Anna (Marie) Schreurs (1915-2000).
(3) Josephina Christina Barbara (Fien) (1915-2000). Zij touwt met Pieter Hubertus Bessems (1909-1968), hoofdonderwijzer, wethouder.
(4) Wijnandus Egidius Wilhelmus (1917-1989). Hij trouwt met Mariette Beuken.
(5) Matheus Johannes Antonius (Mathieu) (1918-1997). Hij trouwt met Maria Hubertina (Mia) Beijers (geb.1924).
(6) Maria Josephina (1921-1990). Zij trouwt met Johannes Hubertus (Sjeng) Dubois (1917-1986).
Foto Sjiel en Berb en hun kinderen bij gelegenheid van het huwelijk van de jongste dochter Merie in 1948.
Zittend: beide ouders.
Vanaf links: dochter Fien, de zonen Sjeng, Mathieu, Wijnand en de bruid Merie.