- Hits: 9871
Het kadaster (7)
Door Jo Purnot
Het onderstaande kort artikel vormt één geheel met het kadasterartikel in de vorige kroniek. Samen bestrijken ze het gebied van Oorenberg tot ’t Wiet Klieëf.
Wegen en paden
De Groenstraat, zoals deze op het fragment van de kadasterkaart staat, wordt door de Keerdenaren Duustersjtaeg (Duistersteeg) genoemd, omdat in de zomer de overhangende takken bijna geen zonlicht doorlaten.
De Duustersjtaeg is een typisch voorbeeld van een holle weg, zoals we die bijna uitsluitend in het Zuidlimburgse heuvelland tegenkomen. Die holle wegen leiden van de plateaus naar de dalen. Zij zijn ontstaan door het voortdurend uitspoelen van de lössgrond. In de droge perioden maakten de hoefslagen van de paarden de grond los die daarna bij een stortbui weer wegspoelde. Dat die geulen in de droge periode als karrenweg werden gebruikt, lag voor de hand. Zij hadden vaak een gelijkmatig dalend verloop, wat vroeger met primitieve transportmiddelen goed uitkwam. Dagelijks trokken de herders met hun vee, schapen, koeien en misschien ook wel varkens via de Duustersjtaeg naar de plateauranden van de Wolfskop en de Oorenberg. Ook was het de kortste verbinding naar Eckelrade. De grave (taluds) zijn belangrijk voor dieren en planten.