’t Keerhoes

Keer in oude ansichten

Kaarten met een aangezicht
’t Keerhoes
door drs. Harry H.M. Beckers

Dit is het negende artikel in onze Keerder Kroniek uit de reeks over ansichtkaarten van ons dorp die in de loop der jaren zijn uitgegeven. Dit keer is gekozen voor een kaart waarop ‘t Keerhoes is afgebeeld omstreeks de jaren 1925-1930. ’t Keerhoes heeft vanaf het jaar waarin het werd gebouwd (1879) een centrale plaats ingenomen in de dorpsgemeenschap van Cadier en Keer. Ondanks dat de ansichtkaart niet ‘gelopen’ (verzonden) is en dus geen geschreven boodschap bevat, is zij voldoende interessant om er bij stil te staan.

De afbeelding
Wat wij op de kaart zien is het Keerhoes van opzij genomen. Wij herkennen de karakteristieke voorgevel met in het fronton het jaartal van de bouw: 1879. Opvallend is tevens het afscheidingsmuurtje van mergel waarop een viertal ‘zuilen’ staan. Daar tussenin herkennen wij een ijzeren hek met spijlen. Dit alles ademde geheel de stijl van het hoofdgebouw en vormde daarmee een harmonieus geheel. Je kreeg toegang tot dit gebouw via een afsluitbaar ijzeren toegangshek. In die tijd werden de toegangen tot openbare gebouwen veelal op die wijze afgeschermd van de openbare weg. De erfafscheiding wordt vervolgens gecompleteerd door de in onze regio gebruikelijke meidoornhaag.

Op de ansichtkaart staan drie figuren; twee mannen en een grote hond, vermoedelijk een Duitse herder. De vraag is uiteraard wie die twee personen zijn die gezamenlijk voor de fotograaf poseren. Eén persoon hebben wij kunnen identificeren dankzij Mathieu va Sjiel va Nandsje (Spronck). Deze heeft op een andere ansichtkaart waarop dezelfde persoon voorkomt evenals de hond, diens naam opgetekend.

2016 2017blz119

August van de Ven met zijn herdershond en onbekende kompaan voor het Keerhoes, ca. 1928.

Het is Augustinus Bernardus Hubertus van de Ven. Deze (met de roepnaam) August is geboren op 22 mei 1904 in Cadier en Keer en gehuwd met Maria Helena Peusens, geboortig van Gronsveld. Zijn beroep – hij is boomkweker - maakt het hem kennelijk mogelijk om een dagdeel met de fotograaf op te trekken. Zijn vader Petrus Sebastianus van de Ven (1848-1919) was afkomstig van Aalst en behoorde tot de notabelen van ons dorp. Hij was namelijk hoofd van de lagere school en daarnaast nog fabrikant. Zijn moeder was een Keerse, Clara Mingels (1860-1942); dit verklaart ook hoe zijn vader in deze contreien terecht kwam. August was het tiende en jongste kind van het echtpaar van de Ven-Mingels dat louter uit jongens bestond.

August komt op meerdere ansichtkaarten van ons dorp voor, steeds in dezelfde kleding en steevast vergezeld door dezelfde hond. Hij draagt een wit jasje met een soort pofbroek en halfhoge laarzen. Op zijn hoofd zien wij een pet. Dit alles vormt een modieus geheel.

De andere man op de kaart lijkt duidelijk jonger en beschikt over een weelderige haardos. Hij draagt een zondagse outfit met een stropdas. Dat zou kunnen wijzen op iemand die niet met handenarbeid zijn kost verdient. Het zou dus een secretarieambtenaar of een onderwijzer kunnen zijn. Wie die persoon is, hebben wij helaas niet kunnen achterhalen.

2016 2017blz120

De kegelclub A.V.D.V. (Alles Voor De Vlakte) bestaande uit de acht gebroeders van de Ven.
Vanaf links: Alphons, Jo, Henri, Antoon, August (met snor), Pierre en Frans, bukkend Johan.
April 1927.

Foutieve tekst
Naar welk gebouw op de afbeelding van de ansichtkaart staat, hoeven wij niet te gissen. Rechtsboven op de beeldzijde (voorzijde) staat pontificaal geschreven ‘Gemente Huis met Jongens School’. Afgezien van de typefout (Gemente Huis, met één ‘e’) die iedereen kan overkomen en normaliter door de drukker wordt opgemerkt, is de schrijfwijze van de andere twee woorden niet juist. De auteur van deze tekst heeft kennelijk moeite met het correct schrijven van zelfstandige naamwoorden. Hij is zo te zien niet op de hoogte van het feit dat deze aan elkaar geschreven worden. De correcte schrijfwijze moet zijn ‘Gemeentehuis met Jongensschool’.Het zij hem vergeven alhoewel niet iedereen die destijds de kaart onder ogen heeft gekregen, gezien zal hebben dat er in de tekst iets niet klopte.

Wat wel klopt is de aanduiding als gemeentehuis en als jongensschool. En dan is nog niet vermeld dat het gebouw ook als woonhuis diende voor de hoofdonderwijzer en zijn gezin. Maar die vermelding zou tot een te lange tekst op de ansichtkaart geleid hebben en is vermoedelijk daarom achterwege gelaten.

De datering van de kaart
De in dit artikel afgebeelde kaart is er een uit een serie van minimaal vier verschillende ansichtkaarten waarvan de afbeelding op één en dezelfde dag gemaakt is. Op alle vier kaarten staat August van de Ven in zijn wit jasje, pofbroek en laarzen samen met zijn hond. Het vermoeden is dat August als geboortige Keerdenaar kenner van de karakteristieke plekjes en gebouwen, de fotograaf op ‘sleeptouw’ heeft genomen.
De in dit artikel afgedrukte kaart is niet verzonden en daardoor is het niet mogelijk om aan de hand van de poststempel tot een datering te komen. Naar inschatting moeten de opnames voor de foto’s hebben plaatsgevonden in de periode tussen 1925 en 1930.

Interessante kaart
De kaart is mede interessant omdat zij eigenlijk niet voldoet aan de redenen waarom er ansichtkaarten vervaardigd zijn.
Dat is in de eerste plaats om de thuisblijvers een indruk te geven van de streek of de plaats waar men – meestal voor enkele dagen – op vakantie was. Daarvoor was een afbeelding van een vergezicht of een karakteristiek gebouw zoals een kasteel, stationsgebouw of een brug het meest geschikt en daarom ook het meest gevraagd. Een afbeelding van een gemeentehuis annex dorpsschool is daarvoor minder geëigend.

De ansichtkaart is in de tweede plaats bedoeld om reclame te maken voor de streek of voor het eigen bedrijf (vooral hotel of pension). De ansichtkaart was daartoe een uitstekend middel: elke verzonden ansichtkaart betekende tevens gratis reclame!
Onze ansichtkaart van het Keerhoes voldoet ook niet echt aan deze criteria want daarvoor heeft de kaart zowel voor de afzender als voor de ontvanger te weinig ‘uitstralingswaarde’ maar voor ons is zij daarom niet minder interessant.

De hausse van de ansichtkaarten kan worden gesitueerd tussen de jaren 1950 en 1980 toen de gestegen welvaart het voor gezinnen mogelijk maakte om enkele dagen vakantie te vieren buiten de eigen regio. Zuid-Limburg was voor velen – niet alleen uit in de Randstad - een geliefde vakantiestreek. Het was gemakkelijk bereikbaar en de reisafstand vormde geen bezwaar. Daarbij trof men ook een streek aan die vanwege zijn heuvels en kronkelende weggetjes duidelijk verschilde van het ‘platte’ land waar men woonde en werkte.

Fotograaf
Om een prentbriefkaart te kunnen produceren is allereerst een afbeelding nodig. Beter dan een tekening of een schilderij geeft een foto een objectieve weergave. Het begint met het maken van een foto door de fotograaf. Deze wordt door een drukker vermenigvuldigd en vervolgens is het aan de uitgever om deze te verspreiden.

2016 2017blz122

Voormalige kapelanie en Lagere School aan het Raadhuisplein.
Afgebroken ca. 1965

Onze ansichtkaart behoort tot een van de oudere van ons dorp. Ze is geproduceerd door Foto-Kunst ‘Oranje’ te Maastricht. Dit bedrijf was een van de weinige die toentertijd (eerste decennium van de 20e eeuw) over de noodzakelijke fotoapparatuur en vereiste kennis van het fotograferen beschikte. Deze kaart is niet de enige van dit bedrijf. Van haar zijn meerdere kaarten van ons dorp bekend. Die kaarten laten markante punten van het dorp zien zoals de omgeving van de kerk (met de oude linde), het kruispunt Kerkstraat-Dorpsstraat-Rijksweg en het voormalige postkantoortje aan de Rijksweg.Deze kaart staat niet op zichzelf. De foto’s voor deze en de andere ansichtkaarten zijn op één en dezelfde dag geschoten. Dit kan worden afgeleid uit het feit dat op deze ansichtkaarten - ook al zijn zij op verschillende plekken genomen – soms dezelfde personen in dezelfde kledij voorkomen. Voor de gefotografeerde personen moet het een bijzondere gewaarwording zijn geweest. Foto’s waren in die tijd voor veel van onze dorpsgenoten een nagenoeg onbekend fenomeen. Dat men vervolgens ook nog werd afgebeeld op een ansichtkaart was voor hen- naar alle waarschijnlijkheid - niets minder dan een sensatie.

Opvallend voor de werkwijze van Foto-Kunst ‘Oranje’ is dat op alle kaarten meerdere personen zijn afgebeeld en er vaak veel kinderen op voorkomen. Dat maakt hun kaarten ‘levendig’; ze scheppen het gevoel dat een kijkje gegund wordt in het dagelijks leven van de afgebeelde personen. Bij verzamelaars zijn dergelijke kaarten erg gewild. Hierdoor en door het schaarse aanbod moet er voor de aanschaf hiervan momenteel behoorlijk in de beurs getast worden.

Ten slotte
Het Keerhoes staat er nog; uiterlijk schijnbaar onveranderd en onaangetast. De afscheidingsmuur is evenwel verdwenen en in het gebouw zelf hebben de nodige aanpassingen plaatsgevonden in verband met de veranderde bestemming. Paspoorten en rijbewijzen worden er niet meer uitgegeven en vergaderingen van de gemeenteraad vinden er niet meer plaats. Ook de lagere school heeft elders een plek gevonden. Wat wel gebleven is, is de centrale plaats die het gebouw inneemt in de dorpsgemeenschap van Cadier en Keer. Een hoes dat een echt thoes vormt voor velen bij gelegenheid van verschillende activiteiten georganiseerd voor en door verenigingen en inwoners van Cadier en Keer.

Bronnen
- Beckers, Harry H.M. drs.: Kunst in het voormalige gemeentehuis, Keerder Kroniek, jaarboek 2012, blz. 60-73

De Majjehook

Keer in oude ansichten

Kaarten met een aangezicht
De Majjehook
door drs. Harry H.M. Beckers

In het jaarboek 2011 van onze Keerder Kroniek is een dialectartikel opgenomen van Bennie va Pietsje (Essers). Hierin verhaalt hij op humorvolle wijze over zijn jeugdjaren (eerste helft van de jaren vijftig) die hij doorbracht roontelum (rond) zijn geboortehuis aan de Väörsjtraot (Kerkstraat). Die plek was bij de Keerdenaren bekend als ’de Majjehook’ omdat het toeval wilde dat hier (1945-1955) vier vrouwen woonden met een voornaam afgeleid van Maria, namelijk Maj. Van deze locatie bestaan twee ansichtkaarten. Het leek ons interessant genoeg om deze kaarten nader te beschrijven in ons zevende artikel in deze reeks.

De locatie
Wat wij op beide kaarten zien is een deel van de bij oud-Keerdenaren bekende Majjehook (de hoek van de Maria’s). Het betreft de locatie op de viersprong op de huidige Kerkstraat, Groenstraat (vroeger Haesesjtaeg) en Kusterkestraat. De naam Maj was in die tijd een veel voorkomende voornaam: ettelijke pas  geboren meisjes kregen bij hun doop deze naam. Dat de vier Majje ieder in een huis op de viersprong bij elkaar woonden, berustte weliswaar op toeval maar vanwege het veelvuldig voorkomen van hun voornaam was dit ook weer niet zó bijzonder.

De afbeeldingen
De eerste ansichtkaart (een foto van A.H. Hoogakker te Scharn-Heer) toont een deel van de Kerkstraat (Väörsjtraot) in zuidelijke richting.
Wat allereerst opvalt is het opschrift op deze fotokaart namelijk ‘Cadier en Keer Dorpstraat’ en de schrijfwijze (Dorpstraat met één ‘s‘). De kaart dateert dus van voor de wijziging van een gedeelte van de straatnaam ‘Dorpstraat’ in ‘Kerkstraat’. Die wijziging door de gemeenteraad vond plaats eind zestiger jaren; de Dorpstraat heette in het vervolg ‘Dorpsstraat’ (met de correcte schrijfwijze bestaande uit twee ’s’-en) voor het deel ten zuiden van de Rijksweg en ‘Kerkstraat’ voor het resterend deel richting ’t Indsje’. Daarmee werd de oeroude ontginningsweg van Heugem naar ons dorp ook in administratieve zin doorgeknipt. In 1825 was dat al feitelijk gebeurd door de aanleg van de Rijksweg Maastricht-Vaals.

2014blz140

De kaart van Cadier en Keer, Dorpstraat (nu voor een deel Kerkstraat)

Verder zien wij de majestueuze linde die prominent in beeld is. Links op de kaart staat het woonhuis annex winkel van Maj va de köster (Heusschen-Keulen). Daarachter bevindt zich de witgekalkte schuur met de twee toegangspoorten van de boerderij van Leen va de Sjilling (Leen Schillings-Spronck).  Helemaal vooraan links is de voorgevel te zien van de boerderij van Maj van Tij-jes (Spronck-Brouwers). De twee melkbussen voor het pand bevestigen dat wij hier te maken hebben met een boerenbedrijf. Het agrarisch karakter van het dorp wordt nog eens geaccentueerd door een paard dat ingespannen is voor een of ander werktuig. De voerman heeft het zich gemakkelijk gemaakt en zit - min of meer comfortabel - schrijlings op een van de búim (trekbomen). Niet duidelijk te zien is om welk werktuig het hier gaat.

Een interessant detail - overigens moeilijk op de kaart te zien -  bestaat uit de houten lantaarnpalen voor de elektriciteitsverzorging ten behoeve van de woonhuizen. Boven in de paal bevonden zich porceleinen pötsjes van waaruit de draden zowel naar de woningen (soms dwars over de straat) werden geleid als naar de eerstvolgende elektriciteitspaal. In het najaar vormden deze draden een prima verzamelplaats voor zwermen zwaluwen die naar warmer oorden vertrokken. Voor sommige belhamels vormden de pötsjes de ideale uitdaging om te laten zien dat men met een steen - mits goed gemikt - de elektriciteitsvoorziening kon ontregelen.

De kaart is verzonden (‘heeft gelopen’) ‘met de hartelijke groeten’ naar een adres in Amsterdam; de postzegel is afgeweekt. Het gaat naar alle waarschijnlijkheid om toeristen die ons dorp hebben aangedaan en een kaart naar kennissen of familie hebben gezonden. Ons dorp is overigens nooit echt een toeristische trekpleister geweest.

Maj va de köster
De aanduiding va de köster had Maj te danken aan haar man. Deze (Math Heusschen) was koster en tevens organist in onze parochiekerk. Maj en Math dreven samen een winkel en schoenmakerij; het kosterschap gecombineerd met het bespelen van het kerkorgel vormde een bijverdienste. Interessant om te vermelden is wellicht dat het hier een windorgel betrof. De wind die nodig is om de orgelpijpen te bespelen wordt opgewekt door middel van een tweetal blaasbalgen: één rechter- en één linkerblaasbalg. Die dienden op en neer te worden bewogen door - net als bij de pedalen van een fiets - erop te gaan staan en deze bij toerbeurt naar beneden te trappen (ölleger trappe). Dat trappen gebeurde door de jongens van de lagere school. Voor dat ‘baantje’ bestond grote belangstelling; het was soms dringen om de koster behulpzaam te zijn. Een belangrijk voordeel was dat je tijdens de H. Mis niet op de houten knielbankjes hoefde te zitten maar met iets bezig kon zijn.

De woning met het grote raam (achter de twee melkbussen) is begin jaren dertig van de vorige eeuw in opdracht va de köster gebouwd door Wöm (Willem) Beijers nadat de op die plek staande woning was afgebroken. Hier begonnen – wij zijn dan in het jaar 1934 – Mathieu Heusschen en zijn echtgenote Maj – hun kruidenierswinkel met daarnaast een schoenmakerij (sjoonskraom). Het schoenmakersvak had hij deels geleerd van zijn vader die schoenmaker was en deels in Gulpen waar hij de vakopleiding had gevolgd.

De entree van de woning bevindt zich op de ansichtkaart aan de zijde van de Kerkstraat en de twee trappen onder de reclame met het opschrift ‘Persil – Persil’ vormden de toegang tot de winkel. Persil was toentertijd een bekend wasmiddel. Er is nog meer reclame te zien op de zijgevel. Dat betreft ‘Echfalon’; dit was een wasmiddel dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd aangeprezen als ‘het schoonheidsmiddel voor kostbare wol, het sieraad van iedere garderobe’.

De exploitatie van de winkel werd in het begin van de zestiger jaren overgenomen door een van de dochters namelijk Lène, die al jarenlang de winkel bestierde. In het vervolg ging een deel van de Keerdenaren dan ook boodschappen doen beij Lène va de köster. Omdat Lène een Spar-winkel dreef, was zij ook bekend als Lène va de Spar. Bijzonder aan de winkel was dat deze op zondagvoormiddag open was: normaliter dienden toentertijd de winkels op zondag vanwege de zondagsrust gesloten te zijn. Vooral voor de mensen uit ’t Rooth en Honthem was dat gemakkelijk; na afloop van de Hoogmis konden etenswaren en al het andere dat voor een huishouden noodzakelijk was, worden ingeslagen. De opening op zondagvoormiddag had ook voordelen voor de Keerder huisvrouwen. Iets wat vergeten was, kon alsnog snel worden aangevuld. Het pand is in de zeventiger jaren verbouwd tot appartementencomplex.

De tweede ansichtkaart is van latere datum. Wij zien al dat daarop de aanduiding ‘Kerkstraat’ voorkomt. Dat wijst erop dat de kaart (uitgegeven door H. Beijers, Kerkstraat 80, Cadier en Keer) dateert van omstreeks 1970.

2014blz143

De kaart met “Cadier en Keer (Z.L.) Kerkstraat”

Deze kaart toont een deel van de Kerkstraat in noordelijke richting (‘t Indsje).Trottoirs zijn al aanwezig en vele televisiemasten op de daken (ont)sieren het beeld. Voor een goede televisieontvangst was tot de jaren 1970-1980 een mast op het dak nodig. In de navolgende jaren kwamen steeds meer de centrale-antenne-installaties in beeld waardoor de individuele televisieantennes overbodig werden en konden verdwijnen. Inmiddels zijn ook deze ca-installaties overbodig geworden door de aanleg van kabeltelevisie.
Maj va Tij-jes
Vooraan rechts is de voorgevel van de boerderij van Maj va Tij-jes (Spronck-Brouwers) goed te zien. Dat geldt ook voor het wegkruis. Dit kruis had sinds mensenheugenis de voorgevel van de boerderij gesierd. Een van de zoons (Jo) was kassier van de toenmalige Boerenleenbank. Hier konden elke week op enkele vaste dagen en tijden - in de latere namiddag en avonduren - bankzaken worden afgewikkeld. Maj nam de honneurs waar als de klant even op zijn beurt moest wachten. Dat gebeurde in de keuken en desgewenst met een kopje koffie. Jo ontving de cliënt vervolgens in de gooi kamer waar de zaak werd afgewikkeld. Later verrees op de hoek van de Kerkstraat en de huidige Pastoor Frissenstraat een gloednieuw bankgebouw van de tot Rabobank herdoopte Boerenleenbank. Jo werd de eerste directeur van deze Bank; het kantoorgebouw staat er nog, maar de bank is inmiddels - op een pinautomaat na - uit ons dorpsbeeld verdwenen.

 De boerderij van Maj werd rond 1970 verkocht en de nieuwe eigenaar renoveerde deze fors. De stallen en de schuur werden verbouwd tot woningen maar het wegkruis werd niet meer teruggeplaatst. Dankzij de Vereniging tot Natuurbehoud (VTN) kwam er een ander wegkruis dat op 13 september 2010 plechtig werd ingezegend door pastoor Jacques Smeele.

Dat deze - niet verzonden - ansichtkaart van latere datum is dan de hiervoren genoemde kaart kan ook worden afgeleid uit het feit dat links vooraan al een ‘moderne’ lantaarnpaal met verlichting te zien is. De paal is niet langer van hout maar van duurzaam materiaal en voorzien van de toen opkomende lichtgevende buizen (tl-verlichting).

Maj va Pietsje
Links vooraan (met zijraam) een deel van de woning (en voormalige café) van de derde Maj; Maj va Pietsje (Essers-Daemen). Links daarachter zien wij de woning Kerkstraat 185 (vroeger bewoond door Äodem Goessens) en daar weer achter een zestal door de gemeente gebouwde sociale huurwoningen.

Maj va de Graet
Helaas is er geen ansichtkaart van het woonhuis van de vierde Maj (Spronck-Huijnen). Deze Maj woonde recht tegenover Maj va de köster. Kennelijk was deze woning fototechnisch niet aantrekkelijk genoeg om deze op een ansichtkaart af te beelden.

Ten slotte
Het beeld van de twee ansichtkaarten is – hoe kan het ook anders – na bijna vijftig jaar veranderd. De Spar is allang uit het dorpsbeeld verdwenen en getransformeerd tot een appartementencomplex. De woonboerderij met schuren van Mai va Tij-jes is omgeturnd tot een drietal woningen. De woningen van de andere twee Maj-je zijn behoorlijk gerenoveerd en gemoderniseerd. Alle lindes op het Kerkplein hebben plaats moeten maken voor de moderne tijd en hetzelfde geldt voor de boerderij Schillings. In de plaats hiervan is er de pastorie en een parkeerplaats gekomen. De vooruitgang staat per definitie niet stil: veranderende tijden brengen wijzigingen met zich. Dat geldt ook voor het straatbeeld. Ansichtkaarten leveren daarvoor het bewijs

Boven:Maj Huijnen-Spronck (va de Graet) (1890-1981)

 

 

 

 

 

Onder: Maj  Spronck-Brouwers (va Tij-jes) (1884-1978)

2014blz145

Boven: Maj Essers-Daemen  (va Pietsje) (1909-2000)

 

 







Onder: Maj
Heusschen-Keulen (va de Köster) (1901-1972)

 


Bronnen
- Purnot, Jo: Ook de köster heette Heusschen,  Keerder Kroniek, jaargang 1, 1997-1998, nr. 1, blz. 33-40
- Essers (va Pietsje), Bennie: Roontelum de Majjehook, Keerder Kroniek, jaarboek 2011, blz. 99-108
- Purnot, Jo: Boeëve de Kêrrek, Keerder Kroniek, jaargang 5, 2001-2002, nr. 2, blz. 82-88

Kruùsing Väörsjtraot/ Oondersjtraot en Rièkswieëg

Keer in oude ansichten

Kaarten met een aangezicht
Kruùsing Väörsjtraot/ Oondersjtraot en  Rièkswieëg
door drs. Harry H.M. Beckers

De belangstelling voor oude prentbriefkaarten is tegenwoordig bijzonder groot. Dat is begrijpelijk; bij het leren kennen van het eigen dorp of de omgeving zijn de afbeeldingen op ansichtkaarten een prima hulpmiddel. Aan de hand van de afbeeldingen op deze kaarten kan men zien wat er in de laatste honderd jaar nagenoeg onveranderd is gebleven maar vooral wat er in die periode is veranderd.
Dat laatste is het geval als wij kijken naar de ansichtkaart die in dit vijfde artikel van de reeks over ansichtkaarten aan de orde komt: een kaart van de kruising Kerkstraat/Dorpsstraat met de Rijksweg.

De datering van een ansichtkaart
Evenals bij de vorige artikelen zullen wij ook dit keer een algemeen aspect van de ansichtkaart aan de orde stellen. En dit keer is dat de datering van de kaart.
In het geval van verzonden ansichtkaarten zal het meestal niet moeilijk zijn om de kaart te dateren. Die kan - soms met enige moeite - worden afgelezen uit de poststempel. Ook al is de kaart pas jaren na het drukken verzonden, toch kan er dan een indicatie zijn van de tijd waarin de kaart is gedrukt.
Moeilijker is het - hetgeen nogal vaak voorkomt - als de postzegel is verwijderd of een aankomststempel ontbreekt. Wij zullen dan het jaar van drukken uit andere kenmerken dienen te achterhalen.

Daarvoor onderscheiden wij de kaarten in verschillende typen; elk type kan - grofweg – in één van de volgende tijdsperioden worden ingedeeld:
- lithografische kaarten: 1895 – 1905 (ook wel ‘steendruk’ genoemd omdat met een pers de geïnkte tekening wordt overgebracht op papier)
- kaarten met ongedeelde adreszijde: vóór 1910
- kaarten met gedeelde adreszijde: vanaf 1905
- matte zwart-witkaarten: 1930 – 1940
- glanzende kaarten en kaarten met gekartelde randen: na 1945
- ingekleurde (handmatig) kaarten: 1900 - 1950
Met het voorgaande als hulpmiddel lukt het meestal om een globale inschatting van de ouderdom van de kaart te maken.

De thans te bespreken ansichtkaart is bijzonder; niet alleen vanwege haar leeftijd (circa 85 jaar) maar ook omdat zij met de hand is ingekleurd. Dat was een tijdrovend en secuur werkje. Overigens stemt het resultaat van de inkleuring veelal niet overeen met de werkelijkheid.

2012blz130

De afbeelding
De ansichtkaart toont ons de kruising van de huidige Oonderstraot (Dorpsstraat) en Väörstraot (Kerkstraat) met de Rièkswieëg (Rijksweg), gezien vanaf de Oondersjtraot. Wat opvalt zijn de personen. Zeven poseren bij de entree van de Kerkstraat tegen de (in 1958) afgebroken woning. De woning is het laatst bewoond door Pierre Brouwers, gehuwd met Maj va de Sjreur (Maij Schreurs). Midden op de Rijksweg staat nog een jongeman pontificaal met zijn fiets in de hand. Bevreesd voor de op de achtergrond uit de richting Margraten komende auto is hij kennelijk niet.

Vanaf links zien wij een meisje eveneens met een fiets met daarnaast twee manspersonen, waarvan er één tegen een forse electriciteitspaal leunt. Alle overige personen zijn vrouwen in dagelijkse kledij. Eén draagt een kind op de arm met naast haar een vrouw met een haam (juk) met twee emmers. Kennelijk is zij van plan om te gaan pötte (water halen) bij de vooraan in de Oondersjtraot (Dorpsstraat) liggende waterput. Deze put, ook wel de ‘oonderste put’ genoemd lag ongeveer 50 meter vanaf de Rijksweg aan de rechterkant. Het was één van de drie gemeentelijke plekken om drinkwater en water voor het karnen van boter te halen. Van de laatste twee vrouwen (jonge meisjes?) houdt één de haam vast en de ander ’n bessem (bezem). Het is duidelijk dat iedereen voor de foto poseert.

2012blz131
Het huis achter de witgekalkte woning is eigendom geweest van Bèrke Roebroeks, gehuwd met Lies Willemsen. Tot in de tachtiger jaren is dit pand in handen van leden van de familie Roebroeks gebleven. In de woning daarachter heeft Nieële (Bisscheroux) en later haar jongste dochter Fien, gehuwd met de Wiete va Hier (Juup van Geleen) tot het begin van de jaren zeventig een kleine winkel in koloniale waren gehad.

Naast Nieële is de woning en slagerij van Sjang Nelissen, gehuwd met Tina Damen, gelegen; de winkel is later overgenomen door zijn oudste zoon Sjuul. Het laatste pand op de ansichtkaart (achteraan rechts) is de (nog niet verbouwde) boerderij van Sjeng Claassens, gehuwd met Maria Henriëtte Gilissen. Toen beiden in 1958 de boerderij verruilden voor een nieuw gebouwd huis op de plek van de afgebrande schuur en de naastgelegen graanmolen (vröchtemuële), betrok Joseph Janssen met zijn gezin de boerderij.

Op de boom rechts op de kaart merken wij een witgekalkt vierkant op, kennelijk bedoeld als attentiepunt voor het verkeer. Achter de boom is een deel van ’t sjpookhoès te zien. Het huis heeft zijn naam te danken aan het gerucht dat het er – begin 50-er jaren – spookte. Dit vakwerkhuis is rond 1825 gebouwd door de ongehuwde Helena Wijsen. Het huis kwam er omdat het boerderijtje van Helena (en dat van haar broer) in de weg stond in verband met de aanleg van de Rijksweg.

Geen enkele van de drie wegen is geasfalteerd en van een trottoir is geen sprake. Wel kunnen wij zien dat de oprit van de Dorpsstraat naar de Rijksweg bestraat is met grote keien.
Leuk detail vormen nog de twee kippen die op de straat proberen hun kostje bij elkaar te scharrelen; de ene rechts beneden op de ansichtkaart en de andere - overigens moeilijk zichtbaar - in de Kerkstraat nabij de elektriciteitspaal. Deze (forse) paal was nog niet voorzien van een straatlantaarn; openbare verlichting was er kennelijk nog niet.

Wie de personen op de kaart zijn is niet bekend. Vermoedelijk zullen het bewoners zijn van de woningen in de onmiddellijke nabijheid van de plek waar de foto voor de ansicht gemaakt is.

De datering
Helaas is het niet mogelijk om de kaart met zekerheid te dateren. De postzegel is afgeweekt, kennelijk door een verzamelaar. Een andere betrouwbare datering kan echter ook worden gevonden door te kijken naar de datum van de poststempel. Onze kaart is voorzien van een poststempel: hieruit kunnen wij (met een licht voorbehoud) de datum 27 juli 1928 afleiden.

De mededeling

2012blz133

De kaart is geschreven aan Den Jongen Heer Willy Steinbusch (zie hierboven). Uit de adressering blijkt dat deze toen studeerde aan het Collège Saint Hadelin in Visé. Dit college bestaat nog steeds; iedereen die vanaf Moelingen Visé binnenrijdt zal het grote gebouw aan de rechterkant – net voor het binnenrijden van Visé – niet over het hoofd kunnen zien. Hadelin (circa 690) was een Ierse monnik die onder meer in onze contreien (Maastricht) predikte. Hij is de patroonheilige van Visé.

Willy (de Beste vriend) heeft kennelijk goed zijn best gedaan op het college. Dat kunnen wij afleiden uit de tekst op de achterzijde van de kaart. Daar lezen wij: Mits ik u kaart ontvangen heb en gezien de goede punten, schrijf ik u eenige woorden om u te felisiteren. Dat is ook het moment om te laten weten hoe het met de gezondheid van de schrijver van de kaart staat: Ik ben nog goed gezond.
Willy was kennelijk niet de enige student uit deze contreien aan het Saint Hadelin. We lezen: Maak de groeten aan Victor Spauwen en Leon Crijns. Op een ansichtkaart was niet zoveel plaats om veel mededelingen te doen. De kaart eindigt dan ook al snel met: De groete van G en G van Hoven. Later zijn er onderaan nog groeten bijgeschreven: en van Jean Mingels. Deze kwam kennelijk tijdens het schrijven van de kaart de kamer binnen en vond dat ook zijn groeten op de kaart niet mochten ontbreken.

De familie van Hoven
De kaart is afkomstig van de familie van Hoven, bewoners van kasteel Blankenberg. De schrijver is één van de broers van Hoven: Gerard (1913) later gehuwd met Sophie Van Laar (een zus van burgemeester Jef Van Laar van Cadier en Keer) of zijn broer Guillaume (1915-1995), de latere echtgenoot van Alice Pinckers geboortig van Slenaken. Beide broers hadden de lagere school gevolgd in Saint Hadelin, voornamelijk om de Franse taal te leren. In die tijd was beheersing van het Frans – zeker voor mensen die direct aan de grens woonden – een belangrijke zaak. Elke morgen peddelden zij op de fiets vanuit hun toenmalige woonplaats Laag Caestert (Op de Sjaans) naar Visé en weer terug. De geadresseerde Willy Steinbusch die in het internaat van Saint Hadelin verbleef, is naar alle waarschijnlijkheid een schoolvriendje van Guillaume en Gerard. Niet lang na hun verhuizing naar Blankenberg heeft een van de broers van Hoven (vermoedelijk de oudste, de toen 15-jarige Guillaume) deze kaart geschreven.

De familie van Hoven verhuisde rond 1928 van Laag Caestert (Eijsden) naar Blankenberg. Aanleiding was de catastrofe in de winter 1927-1928; als gevolg van overstromingen door de hoge waterstand van de Maas en de Voer was nagenoeg alle vee Op de Sjaans verdronken. In financiële zin betekende dit een fikse strop en dat bracht de noodzaak met zich elders een nieuwe start te maken. Dat werd dus kasteel Blankenberg. Voor Guillaume en Gerard betekende dit tevens een abrupt einde van hun schooltijd in Visé. In Blankenberg konden zij op de boerderij direct de handen uit de mouwen steken.

Ten slotte
Met een fiets poseren op de Rijksweg is niet meer mogelijk. Het autoverkeer heeft deze weg al lang geleden voor zich opgeëist. Forse infrastructurele ingrepen zijn de laatste tientallen jaren nodig gebleken om het oversteken van de Rijksweg tussen Maastricht en Vaals zo veilig mogelijk te maken. Niet alleen de verkeersmaatregelen hebben deze kruising totaal van aanzicht doen veranderen. Enkele woningen hebben plaats moeten maken en zijn afgebroken; ook de markante eikenbomen langs de Rijksweg hebben het veld moeten ruimen. Vooruitgang en veiligheid hebben ieder hun prijs!

Heer met hond: wie kent hem?
Op deze ansichtkaart zien wij op een steen bij de lantaarnpaal een man staan met zijn – liggend voor hem – uit de kluiten gewassen herdershond. Het bijzondere van deze man en zijn hond is dat beiden op meerdere ansichtkaarten van ons dorp zijn afgebeeld. Zo staan zij pontificaal op een ansichtkaart voor de vroegere kerkmuur van het kerkhof, op een kaart van het ‘oude’ gemeentehuis (thans ’t Keerhoes), op een kaart van de ôuw lin (oude linde) en ook nog op een kaart van het voormalige postkantoor aan de Rijksweg. Het feit dat zowel de man als de hond op meerdere ansichtkaarten voorkomen, betekent dat de foto’s voor de kaarten op één en dezelfde dag genomen zijn. Ondanks naspeuringen zijn wij er niet in geslaagd om te achterhalen wie de man is. Weet u misschien wie hij zou kunnen zijn? Laat het onze redactie dan weten; uw suggesties zijn van harte welkom!

Bronnen
- Ruijters, Han & Voet, Arnoud, De Nederlandse Prentbriefkaart, 1996
- Jo Purnot: De weg van Maastricht naar Aken, Keerder kroniek. Jg. 7, 2003-2004, p. 40-49 en 60-70

De auteur dankt Ger va Lies va Sjirra va Höveke (Gerard Spauwen te Kapelle België) voor zijn aanvullende informatie. Gerard heeft een deel van zijn kinderjaren op kasteel Blankenberg doorgebracht; zijn vader was gehuwd met de oudste dochter (Lies) van het gezin van Hoven-Thomassen.

Onze kerk en de waterput

Keer in oude ansichten

Kaarten met een aangezicht
Onze kerk en de waterput
door drs. Harry H.M. Beckers

Dit is het vijfde artikel uit een reeks over ansichtkaarten die in de loop der jaren van ons dorp in de Keerder Kroniek verschenen is. In elk artikel bespreken wij een bepaalde kaart uit onze verzameling. Uiteraard komt dan aan de orde de voorkant (beeldzijde) maar ook de aan de achterzijde geschreven mededeling die soms interessante informatie bevat. Dit keer hebben wij gekozen voor een kaart die niet ‘gelopen’ (verzonden) is en dus geen geschreven boodschap bevat. Toch is de beeldzijde voldoende interessant om er bij stil te staan.
Gewoontegetrouw leiden wij dit artikel in met een algemeen aspect van de ansichtkaart. Dit maal betreft het de ‘makers’ van de kaart: de fotograaf, de drukker en de uitgever.

Fotograaf, drukker, uitgever
Om een prentbriefkaart te kunnen produceren is allereerst een afbeelding nodig. Beter dan een tekening of een schilderij geeft een foto van een object de essentie daarvan weer. Het begon met het maken van een foto door de fotograaf. Deze werd door een drukker vermenigvuldigd en vervolgens was het aan de uitgever om deze te verspreiden. Probleem was dat men om als fotograaf te kunnen werken apparatuur en kennis nodig had. Rond 1900 waren er niet zoveel personen die over fotoapparatuur en fotografische kennis beschikten. In onze streek - vooral in het toen in opkomst zijnde toeristische Valkenburg - waren vooral bij Duitse drukkerijen in dienst zijnde fotografen actief.
Rond 1950 zijn er ansichtkaarten verschenen van wat wij nu aanduiden als markante plekken in ons dorp. De foto’s daarvoor werden gemaakt door A.H. Hoogakker uit Scharn-Heer die overigens ook in andere plaatsen in onze regio actief was.

Wat wij ook zien is dat dezelfde afbeeldingen op kaarten van verschillende drukkers voorkwamen. Na de invoering van de Auteurswet in 1912 komt dit nagenoeg niet meer voor. Op de achterzijde van de ansichtkaart wordt dan meestal ‘Nadruk verboden’ gedrukt. Voor landschapsopnamen is dit echter geen garantie dat er niet een kaart met een identieke afbeelding wordt uitgegeven. Een soortgelijke foto maken vanuit nagenoeg dezelfde positie wordt hiermee niet voorkomen.

De oudste kaarten van ons dorp staan op naam van Foto-Kunst ‘Oranje’ te Maastricht en van de befaamde drukkerij ‘Edition Das & Crombach Maastricht’.
In de periode na 1950 worden de ansichtkaarten doorgaans alleen nog maar gedrukt bij grote industriële ondernemingen zoals die van de Gebroeders Simons uit Ubach over Worms. Op de kaarten wordt wel nog de naam van de uitgever vermeld maar - een enkele uitzondering daargelaten - niet meer van de drukker.

De meeste oude ansichtkaarten (vóór 1910) zijn - in eigen beheer - uitgegeven door de Paters van het Missiehuis. Dat hoeft geen verwondering te wekken want de priesterstudenten aan het seminarie waren afkomstig uit het buitenland (vooral de Elzas) en zij hadden uiteraard behoefte aan een regelmatig contact met hun familie en bekenden in het thuisland. Een ansichtkaart is daartoe een prima middel. Het goede voorbeeld van de paters werd al snel gevolgd door de Zusters van Barmhartigheid. Zij dreven in de Keerderberg een internaat (School van de H. Familie voor ULO en VGLO); hun kaarten waren afkomstig van Uitgeverij ‘Twente’ te Hengelo.

Het wekt geen verwondering dat de meeste kaarten die na 1950 verschenen, in omloop zijn gebracht door plaatselijke bedrijven. Voorloper daarin was de kruidenier de Spar aan de Kerkstraat: op de achterzijde van de kaarten vinden wij de vermelding ‘H. Beijers, Kerkstraat 80’. Daarna volgen enkele winkels aan het nieuwe Raadhuisplein: Vivo-Markt, Hartmans-van Oppen, D.A. Drogisterij ‘De Koepel’ en Drogisterij Donners. Ook de lokale hotels- en café’s zoals Hotel-Café-Restaurant ‘Keerberg’ van M.G. Mantelers-Kaiss en (later) Hotel-Café Speeltuin ‘Keerberg’van C. Visser alsmede Hotel-Café-Restaurant ‘De Wolfskop’ annex Indisch-Restaurant ‘Kebon Bali' van F.J.P. Simonis hebben - ter promotie van hun zaak - ansichtkaarten uitgegeven. Op deze kaarten vinden wij dan ook hoofdzakelijk afbeeldingen van hun bedrijf terug.
2013blz140

 
De afbeelding
Centraal in de thans te bespreken ansichtkaart staat onze oude parochiekerk, gewijd aan de Heilige Kruisverheffing. Een meer bescheiden plaats is ingeruimd voor de (oude) waterput. Een miniem deel van de oûw lin (oude linde) dient als decoratie. Om het geheel wat ‘levendiger’ te maken staat er ook een aantal kinderen op. Zij staan tegen de kerkhofmuur en bij de waterput. Zo te zien is de foto op een doordeweekse dag genomen; de kinderen dragen geen kleding die op een zondag of een feestdag wijst. Gezien de ‘lange’ schaduw van de waterput was de dag (vermoedelijk in het najaar) al behoorlijk gevorderd toen de fotograaf de kinderen voor de lens kreeg.
2013blz141

Het plein voor de kerk met de waterput en de lindeboom

De datering van de kaart
De in dit artikel te bespreken kaart is niet verzonden en daardoor is het niet mogelijk om aan de hand van de poststempel tot een datering te komen. Wij moeten dus naar andere zaken kijken om de ‘ouderdom’ te kunnen achterhalen. Een belangrijke indicatie daarbij is de aanwezigheid van de oûw lin (de oude linde). Zij is weliswaar niet volledig in beeld maar wij zien wel enkele takken (links) van de majestueuze boom. Deze linde is vanwege het scheuren van haar stam en het gevaar van vallende takken op 24 augustus 1931 gekapt: zij was toen om en nabij 350 jaar oud. De kaart moet dus in ieder geval dateren van vóór 1931.

Naast de op de kaart voorkomende oûw lin levert de waterput ons ook voldoende aanknopingspunten op om tot een meer exacte datering van de kaart te komen. Het kappen van de lindeboom en het verdwijnen van de waterput vormen daarvoor de aanwijzingen. De waterput is afgebroken enkele jaren nadat in ons dorp de waterleiding werd aangelegd. Die aanleg vond in 1931 plaats: hetzelfde jaar als waarin de linde werd gekapt.

Een andere indicatie voor de ‘ouderdom’ van de kaart vormt de naam van de drukker. In dit geval is dat helaas niet mogelijk: op de achterzijde is geen naam van de drukker vermeld waardoor een datering langs deze weg niet lukt. Een aanduiding zou wel nog gevonden kunnen worden doordat op de achterzijde een Engelse tekst voorkomt (POST CARD, British made). Veel van de kaarten waarop deze aanduiding voorkomt, dateren van na de Eerste Wereldoorlog (1914 -1918). Met een redelijke mate van zekerheid kan dus worden vastgesteld dat de kaart tussen de jaren 1920 en 1930 is vervaardigd; zij is dus tussen de tachtig en negentig jaar oud.

De parochiekerk van de H. Kruisverheffing
Oorspronkelijk (12e eeuw) stond hier een kapel; deze diende als hulpkerk (dependance) van de moederkerk in Heugem waartoe de parochie toen behoorde. In 1266 werd de parochie zelfstandig. Tot deze parochie behoorden Cadier, Keer en Honthem. De thans nog bestaande toren stamt uit de 13e eeuw en is grotendeels opgetrokken uit veldkeien (sjtéin) en Maaskeien (klaúwe); de bovenbouw is van mergel en is later aangebracht. Dat is vermoedelijk in 1735 gebeurd toen men tijdens de verbouwing van de kerk in mergelstenen ook de toren verhoogde en grotere galmgaten aanbracht vanwege de aanschaf van twee nieuwe klokken. Eerder (in 1575) is de kerk ook al vergroot en kwam er een nieuw en hoger dak. Aan de binnenzijde kreeg het gebouw een tongewelf en een nieuw koor. De laatste grote verbouwing vond in 1836 plaats: er kwam een transept (dwarsbeuk/dwarsschip) en ook het koor werd vergroot.

Na de Tweede Wereldoorlog was de kerk te klein geworden. Daar kwam nog bij dat uit een in 1951 ingesteld onderzoek aan het licht kwam dat de kerk erg bouwvallig was. Een deel van het gewelf stond op instorten en het dak was lek. Nadat in 1952 het stucwerk was verwijderd (het dreigde naar beneden te vallen) bleek dat de boktor enorm had huisgehouden. Pastoor Frissen wist te bereiken dat het kerkgebouw van de rijksmonumentlijst werd geschrapt waardoor het mogelijk werd om het gebouw te slopen en nieuwbouw te plegen. Als gevolg van de sloop verdwenen ook de uit de 13e eeuw stammende pilaren die als gotisch gekenmerkt konden worden. Het was alleen de toren die op de monumentenlijst bleef staan en dus behouden bleef.

Het kerkgebouw zoals wij dat nu kennen is ontworpen door architect Huysmans; het is in gebruik genomen op 13 juli 1958 tijdens een pontificale H. Mis opgedragen door missiebisschop mgr. Paulissen.

De waterput
Deze put nabij de kerk is er pas laat gekomen. Ons dorp telde al twee waterputten voordat deze bij de kerk werd geslagen. De ene boeëve in de Väörsjtraot (Kerkstraat) nabij de kruising van de Kerkstraat en de Limburgerstraat en de andere oonder in het durrèp (onder in het dorp) in de huidige Dorpsstraat, zo’n vijftig meter vanaf de Rijksweg aan de rechterkant richting Gronsveld.
2013blz144

Detail van de ansichtkaart. De kinderen uit de buurt netjes poserend op een rij voor de kerkmuur en naast de waterput

De waterput bij de kerk is  - na veel geharrewar in de gemeenteraad - in 1875 gerealiseerd en daarna in gebruik genomen. In 1921 was deze put overbodig geworden door de aanleg van waterleiding en werd hij dan ook afgebroken.
Het comité Herbouw Waterput (Jurgen Mingels, Harrie Moonen en Harry Beckers) heeft zich begin van de jaren 90 van de vorige eeuw ingezet om de verdwenen put op de oorspronkelijke plek weer op te bouwen. Daarbij werd ernaar gestreefd om de bouwstijl van de oude put zoveel mogelijk terug te brengen. Dankzij de medewerking van het toenmalige gemeentebestuur van Margraten, de vele spontane giften van sponsoren en de geldelijke bijdragen van Keerdenaren alsmede de belangeloze medewerking van vele vrijwilligers is het comité in die opzet in 1994 geslaagd.

Op de ansichtkaart herkennen wij de opbouw in vèldbraand; het houten geraamte en de afdekking met zinken platen. Een afdak was vooral van belang om vervuiling van het putwater door vallende boombladeren en andere ongerechtigheden te voorkomen. Door verrotting kon het water namelijk sterk verontreinigd worden met alle nadelige gevolgen voor de volksgezondheid van dien.

De kinderen
Rechts naast de put staan drie kinderen in ‘doordeweekse’ kledij; één van de kinderen houdt met beide handen het kleinste kind vast. Er staan nog meer kinderen op de kaart. Eén ervan is heel goed te zien; hij leunt tegen de (dubbele) elektriciteitspaal. De andere kinderen zijn wat moeilijker te ontwaren. Bij goed kijken ontdekken wij een zevental kinderen die voor de kerkmuur staan.

De kerkmuur
Deze muur zorgde voor een afscheiding tussen het achter de muur gelegen kerkhof en de Väörsjtraot. De muur wordt onderbroken door een ijzeren toegangshek rustende op twee pilaren. Dit hek vormde de toegang tot zowel de kerk als het kerkhof.
De toegangsdeur tot de toren was tevens de ingang van de kerk. Op de kaart is deze niet te zien. Het was een zware, ooit eerder gerestaureerde geklampte eiken deur met versierde ijzeren slotplaat.

Op deze deur staat het jaartal 1615. De voormalige kerkdeur is thans ingemetseld op de afscheidsplek op het kerkhof. Dat is gebeurd na een grondige en vakkundige restauratie door enkele Keerdenaren waaronder Fons Schreurs en Frans Mingels.
De toegang tot de kerk is thans ingericht als Mariakapel waar men devotielichtjes kan laten branden.

2013blz146

Oude kerkdeur uit 1615, vóór de restauratie


Belangrijk is nog te vermelden dat tegen de muur van het noordelijk transept van de kerk (rechts naast de lantaarnpaal) een kruisbeeld onder een afdak is zien is. Het is een gepolychromeerd houten kruis van 115 centimeter dat momenteel in onze parochiekerk in het schip voor het hoofdaltaar hangt, waar het een schitterende nieuwe plek gevonden heeft. Het kruis dateert van omstreeks 1500 en hing rond 1850 boven de ingang van de kerk. Het is een van de oudste kerkschatten van onze parochie.
 
De oude grafkruisen en het kruisbeeld
Wat wij ook op de kaart zien is de begraafplaats met daarop enkele oude grafkruisen. Door de eeuwen heen zijn hier honderden parochianen te ruste gelegd. Opvallend is dat - in tegenstelling tot veel andere kerkhoven in het Heuvelland - alle kruisen uniform zijn. Die uniformiteit komt tot uiting in zowel het materiaal (hout), het identieke corpus op het kruis als in de afmeting en het opschrift. Hiermee werd toen al tot uitdrukking gebracht dat na de dood iedereen gelijk is. Bij de afbraak van de kerk in 1958 is ook het oude kerkhof geruimd. De nabestaanden hadden daarbij de keuze tussen ruiming van het graf of voor een herbegraven op het nieuwe kerkhof. Niet alle doden zijn herbegraven; het is daarom dat er bij het enigszins diep graven ter plekke, er rekening mee gehouden dient te worden dat de nodige knekels gevonden worden.

Ten slotte
Er zullen nog maar weinig Keerdenaren zijn die zich de situatie voor de geest kunnen halen zoals op de ansichtkaart afgebeeld. In een tijdsbestek van nog geen eeuw zijn het kerkgebouw, de waterput, de linde, de grafkruisen op het kerkhof en de kerkmuur verdwenen. De nieuwe tijd vergde een drastische aanpassing en een nieuwe inrichting. Het enige dat nog enigszins de herinnering aan ‘hoe het ooit was’ moet levendig houden, zijn de kerktoren en de herbouwde waterput. En daarvan is slechts de kerktoren oorspronkelijk!

Bronnen
- Felder, Sjeuf: Welke waterput was vervuild in 1845?, Keerder Kroniek, jaargang 5, 2001-2002, nr 4, blz. 182-186
- Felder, Sjeuf: De kerktoren van Cadier en Keer, Keerder Kroniek, jaarboek 2006, blz. 77-86
- Overhof, Servé: Heilige Kruisverheffing: een wazige kerktitel, Keerder Kroniek, jaargang 3, 1999 -2000, nr 4., blz. 145-150
- Haesen, Lei: De kruis- en heiligenbeelden in de kerk, Keerder Kroniek, jaarboek 2006, blz. 38-49

Pagina 1 van 5

Please publish modules in offcanvas position.

Free Joomla templates by L.THEME